Door Frank van Kappen en Han ten Broeke
In Nederland kijken we met grote zorg naar de mensonterende gevolgen van de bootmigratie aan de Europese zuidgrenzen. Terecht, maar op amper 30 kilometer van onze eigen grens dreigt een escalatie met een potentiële militaire dimensie. Een dreiging die eveneens bootmigratie kan veroorzaken. Slechts gescheiden door een smal stukje Caribische Zee is Venezuela, het grootste land dat grenst aan ons Koninkrijk, aan het veranderen in een tikkende tijdbom die ieder ogenblik in ons gezicht kan ontploffen.
De problemen in deze Zuid-Amerikaanse, socialistische ‘heilstaat’ zijn niet nieuw, maar het afgelopen jaar wel ernstig verslechterd. Na zijn dood in 2013 liet de voormalige president Hugo Chávez een land achter dat aan de rand van de afgrond bungelt. Zijn ‘socialisme in de 21ste eeuw’ leidde in de praktijk tot ontstellende corruptie en wanbeheer en heeft de Venezolaanse economie volledig uitgehold. Venezuela beschikt over de grootste oliereserves ter wereld en is daarvan voor de helft van haar nationaal inkomen afhankelijk. Toch is de genationaliseerde oliesector totaal verwaarloosd.
Ook is er een groot tekort aan voedsel, een torenhoge inflatie en vindt men lege schappen in de supermarkten. Alledaagse levensmiddelen zijn voor gewone burgers onbetaalbaar. Onder de huidige president Maduro is daardoor een explosieve mix ontstaan van sociale onrust en economische chaos. Maduro reageert met ordetroepen in het binnenland en spierballentaal richting het buitenland.
Ons Koninkrijk heeft de relatie met Venezuela als buurland met de aangrenzende (ei)landen Aruba, Bonaire en Curaçao tot nog toe succesvol gekalmeerd. Een ‘ongemakkelijke’ buur waarvan, zo luidde de terechte analyse in Den Haag, de revolutionaire retoriek voor lief kon worden genomen zolang het maar stabiel bleef. En relatief stabiel was Venezuela: hoge olie-inkomsten verschaften lange tijd een dekmantel waarmee de deplorabele staat van de economie kon worden verdoezeld. Dat veranderde acuut toen de olieprijzen in 2014 plotseling halveerden en het Venezolaanse regime zijn begroting niet meer sluitend kreeg. De enorme lasten van zijn socialistische agenda, bedoeld om het volk te paaien, hebben Maduro financieel en qua binnenlands aanzien in het nauw gedreven.
Uit een door de VVD gevraagde analyse over Venezuela blijkt echter dat het ministerie van Buitenlandse Zaken hierin geen aanleiding tot grote verandering ziet. Het gevaar van onderschatting ligt op de loer. De combinatie van lege supermarkten, een aaneenschakeling van stroomstoringen en om zich heen grijpende criminaliteit drijft veel Venezolanen namelijk tot wanhoop. En terwijl het land implodeert, kunnen ook vluchtelingenstromen op gang komen. Brazilië, Guyana en Colombia sloten al hun grenzen, maar Curaçao, Bonaire of Aruba liggen binnen twee uur varen. En al zullen de ABC-eilanden niet het Zuid-Amerikaanse Lampedusa worden, de korte afstand en de vele familiebanden maken bootmigratie bepaald niet onwaarschijnlijk. Helemaal nu de minister-president van Aruba, Mike Eman, heeft aangegeven dat Aruba ‘alle vluchtelingen tolerant en gastvrij zal ontvangen’. Migranten die Curaçao of Aruba weten te bereiken kunnen deze eilanden vervolgens als een springplank naar Nederland gebruiken. Wie Bonaire bereikt is bovendien staatsrechtelijk gezien al in Nederland.
Intussen moet ook rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat Maduro buitenlandse avonturen op touw zal zetten om de aandacht af te leiden van al zijn interne problemen. Het creëren van buitenlandse vijandbeelden om het volk te mobiliseren doen het altijd goed in Venezuela. Maduro heeft Amerika er al van beschuldigd demonstranten op te stoken en een staatsgreep tegen hem te leiden. Om het land te redden van ‘imperialistische en fascistische dreigingen’ heeft de president speciale bevoegdheden van het parlement gekregen. Venezuela zou zich voorbereiden op ‘alle denkbare scenario’s’.
Ook ten tijde van president Chávez werd dreigende taal richting Nederland niet geschuwd. Zo beweerde Chávez dat Aruba, Bonaire en Curaçao onderdeel zouden zijn van Venezuela. Die claim werd ondersteund met ‘verdwaalde’ Venezolaanse militaire vliegtuigen die zonder toestemming over de eilanden vlogen. Ook beschuldigde Chávez Nederland ervan de Verenigde Staten te ondersteunen in militaire plannen tegen Venezuela, door de Amerikanen militaire toegang te verlenen tot de Benedenwindse Eilanden. De spanningen liepen zo hoog op dat Nederland zich in 2005 wel even grote zorgen maakte over een mogelijke militaire aanval van Venezuela op het Caribische deel van ons Koninkrijk.
Die dreiging is niet met president Chávez verdwenen. Zijn veel minder charismatische opvolger Maduro liet, nadat een Venezolaanse diplomaat werd gearresteerd op Aruba, bewust een diplomatieke rel ontbranden die door Den Haag ternauwernood kon worden geblust. Niet alleen naderden Venezolaanse marineschepen plotseling Aruba en Curaçao, maar in een tv-toespraak van februari dit jaar stelde Maduro de eigen defensieve zones zodanig bij dat deze nu ook de Benedenwindse Eilanden en Sint Maarten omvatten. De president claimde daarmee ongeoorloofd het recht zich te mogen verdedigen in het luchtruim van ons Koninkrijk. Eerder dit jaar werd al een privévliegtuigje boven internationale wateren neergehaald door de Venezolaanse luchtmacht. Het vliegtuigje kwam vervolgens neer vlak voor de Arubaanse kust.
Signalen uit het verleden en heden dwingen Nederland ertoe rekening te houden met een instabiele, tikkende tijdbom op slechts tientallen kilometers van onze directe buitengrens. Nederland moet waakzaam zijn ten aanzien van het toenemende dreigingsbeeld uit Venezuela. Blijven wegkijken is gevaarlijk. Wat de eilanden overkomt bij escalatie wordt namelijk onherroepelijk ook een Nederlands probleem.
<I>Senator Frank van Kappen (VVD) is lid van de Eerste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties, zijn partijgenoot Han ten Broeke is woordvoerder Buitenlandse Zaken in de Tweede Kamer.<I>