In Nederland, de Verenigde Staten en in het Caribisch gebied acht men blanken verantwoordelijk voor de slavernij. Toch werden miljoenen slaven door Afrikaanse zwarten buitgemaakt en verkocht (Sybilla Claus, antropoloog, politiek analist, journalist).
Op het brede strand van Ouidah (Afrika) is niets te zien behalve een enorme poort die naar het niets leidt. Eeuwenlang werden van hier slaven verscheept. Na een soms lange wachtperiode, waarbij velen stierven aan ziektes en uitputting, maakten ze, geketend aan elkaar, in de hitte de kilometerslange tocht naar het strand. Afrikaanse roeiers brachten hen naakt in kano’s naar de wachtende Spaanse, Portugese, Franse, Engelse en Nederlandse slavenschepen.
Sommigen verdronken in de beruchte branding, anderen doken met opzet uit hun bootje de diepte in om aan een gruwelijk lot te ontkomen.
De meeste slaven waren afkomstig uit de binnenlanden en hadden de zee nooit gezien. Krijgszuchtige koningen zoals de Ashanti in Ghana, de Fon in Dahomey (Benin) en de Yoruba in Nigeria, haalden hun menselijke roofbuit in oorlogen en strooptochten bij omliggende volkeren.ingez
Eeuwenlang, en lang voordat een blanke had leren varen, bestond er al slavernij in Afrika. Dat zwarte Afrikanen een actieve en soms een wrede rol speelden in de slavenhandel is voor de nazaten van slaven moeilijk te accepteren.
Tot nu toe werd ons immers voorgehouden dat alleen blanken de schurken waren en werd mensen, die daar bevattelijk voor zijn, een schuldcomplex aangepraat. Verbijsterd om te moeten constateren dat de Afrikaanse heersers over de slavenkoninkrijken nog wreder waren dan de Europese slavenhandelaren. Koningen die krijgsgevangenen onthoofden omdat ze te oud, gebrekkig of ongehoorzaam waren. Het lijkt erop, dat de slaven die verkocht werden aan de Europeanen de geluksvogels waren. De meeste van hen hadden tenminste nog een kans om oud te worden. De Afrikaanse heersers van toen waren eigenlijk nog slechter dan de Nederlanders van de West-Indische Compagnie (WIC), want zij verkochten niet alleen hun krijgsgevangen maar ook hun rasgenoten. Het kleine Nederland kreeg zelfs een heus slaven-monument. Nu weten we waar het monument eigenlijk had moeten staan.
Toch vreemd dat niemand van de Nationale Commissie, die bestaat uit vertegenwoordigers van Fundashon Museo Tula, Fundashon Piskadó Nos Ta, Plataforma Bèrdat Históriko, Sentro di Dama (Seda), Sindikato di Trahadó den Edukashon na Kòrsou (Sitek) en Fundashon Kòrsou Kaminda pa Libertat, zich heeft verdiept of ten minste de tijd heeft genomen om werkelijk meer te weten over de slavernij. Wie zijn de betrokken Curaçaose deskundigen op het gebied van het slavernijverleden?
Deze Commissie vindt ook dat er maar weinig begrip en respect is getoond voor de pijn die de eeuwen van slavernij hebben veroorzaakt voor onze voorouders bij de excuses van de Nederlandse premier Mark Rutte op 19 december 2022.
Dat de eeuwen van slavernij de pijn hebben veroorzaakt voor onze voorouders, is onzin. Uit een Britse studie van Lucia Macchia, hoogleraar Psychologie aan de Universiteit van Londen, werd het relatieve inkomen ten opzichte van dat van anderen bekeken. Wat bleek?
Het inkomen van personen in vergelijking met dat van hun leeftijdgenoten houdt verband met hun ervaring van fysieke pijn. Hoe lager je op de inkomensladder staat, hoe groter de kans op pijn (Amigoe 17-4-2023).
Intergenerationeel en transgenerationeel geweld en trauma heeft niets te maken met het slavernijverleden van eeuwen geleden. Dat het slavernijverleden tot op de dag van vandaag doorwerkt in onze gemeenschappen is een ‘verhaal’ waarmee de afro-Amerikanen zich graag profileren.
Slavernij is allang verleden tijd. Dat er mensen zijn die ‘last’ hebben van de doorwerking en menen dat er erkenning moet komen of dat er schuld moet worden erkend en herstelbetaling moet plaatsvinden, heeft meer te maken met de onvrede waarmee deze mensen leven en het feit dat zij een ander de schuld hiervan willen geven. Het is een geval van de slachtofferrol op je nemen en de verantwoordelijkheid voor je eigen situatie op een ander afschuiven.
Laat ons naar het heden kijken en met de gedachte wat achter ons ligt verder gaan. Slavernij bestaat nog steeds en zal nooit uit te roeien zijn, zolang de een de ander uitbuit.
Onze grootste vijand nu en in de toekomst is armoede. Dat doet pijn. De moeder die ’s morgens opstaat en geen geld heeft om haar kinderen te voeden, die niet weet hoe ze eind van de maand de water- en stroomrekening moet betalen. Dat is de fysieke pijn die sommigen willen toeschrijven aan het slavernijverleden en haar zogenaamde doorwerking.
Ik ben bang dat de euro’s die Nederland heeft gereserveerd voor de viering van 160 jaar afschaffing van de slavernij en voor herstelbetaling in de verkeerde zakken terechtkomen. Er is toch geen controle?
Sonja Balentina, nazaat van een slaaf, Curaçao


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.