Vorige week publiceerde de regering gelijk met het rapport van Regioplan over het ijkpunt voor het sociaal minimum Caribisch Nederland een kabinetsreactie van zestien pagina’s. Het kabinet zegt ‘doordrongen te zijn van de urgentie van de problematiek’ en zet ‘een eerste betekenisvolle stap’ om de armoede aan te pakken en daarmee te investeren in vertrouwen. Na acht jaar stilstand op sociaaleconomisch terrein is dat met recht een doorbraak te noemen.
In een perscampagne van de Rijksdienst Caribisch Nederland wordt een ‘flinke verbetering voor inwoners van Caribisch Nederland’ aangekondigd. Een pakket van twaalf maatregelen wordt genoemd om dat te bewerkstelligen. Zes maatregelen om het inkomen te verhogen, drie maatregelen om de kosten te verlagen en drie maatregelen om de toegang tot werk te verbeteren.
De eilandbewoners die de moeite nemen om zowel de kabinetsreactie als het rapport over het ijkpunt voor een sociaal minimum te lezen, verliezen snel de euforie die het eerste persbericht teweegbracht. De urgentie van de problematiek is voor het kabinet geen aanleiding om haast te maken met de maatregelen. Drie van de maatregelen leiden per 1 januari 2019 tot een verbetering, en dat bij slechts een deel van de mensen die onder de armoedegrens leven. Twee maatregelen staan voor 2020 in de planning, maar wel onder voorbehoud. Voor de overige zeven maatregelen is geen tijdpad aangegeven. Dat zijn goede voornemens die ook nog eens aan voorwaarden gebonden zijn.
Het kabinet vermijdt zorgvuldig om een sociaal minimum vast te stellen. Dat schept namelijk verplichtingen. Een betekenisvol citaat: ,,De uitkomst van het onderzoek van Regioplan laat zich niet direct een-op-een vertalen in een sociaal minimum waar uitkeringen en het wettelijk minimumloon aan zijn gerelateerd, maar fungeert als een stip op de horizon waar langs concrete stappen naar toe moet worden gewerkt.”
In het rapport van Regioplan is die stip terug te vinden. Op basis van enquêtes en van gegevens van experts is berekend wat de noodzakelijke maandelijkse uitgaven voor levensonderhoud zijn op Bonaire. Voor alleenstaanden bijvoorbeeld is dat rond 1.350 dollar en voor paren zonder kinderen rond 1.840 dollar. Bedragen die vergelijkbaar zijn met de iets hogere Nibud-budgetten van 2014.
Maar deze bedragen vormen niet de stip op de horizon. De stip is de benedengrens. Er zijn mensen geënquêteerd met een relatief laag inkomen: minimumloners, mensen met onderstand, en mensen met enkel AOV. Omdat sommige geënquêteerden hebben aangegeven dat ze maandelijks minder aan levensonderhoud uitgeven dan de berekende bedragen, wordt de stip op de horizon zuinigjes vastgesteld op 75 procent van de bedragen die berekend zijn.
Sommige geënquêteerden, met een inkomen dat veel lager is dan de bedragen die nodig zijn voor levensonderhoud, zeggen minder uit te geven. Dat is wel een erg dunne onderbouwing van de benedengrens. Maar ja, zoals Regioplan in zijn slotwoord aangeeft, de uiteindelijke vaststelling van het sociaal minimum is een politieke overweging. En een kinderhand is op de BES-eilanden gauw gevuld.
Wietze Koopman,
Bonaire

ADletters logo


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.