‘Onze leraren en universiteiten verdienen volop steun’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - ,,Onderwijs is niet alleen een belangrijke kans, maar ook een belangrijk recht”, sprak gisteren de president van het Gemeenschappelijke Hof van Justitie, Mauritsz de Kort.
Hij zei dit in verband met de installatie van nieuwe rechters, waarbij ook het aspect van de gewenste ‘Caribisering’ van het Hof (weer) werd genoemd. ,,De verdere Caribisering van het Hof is een belangrijk maatschappelijk proces. Dit proces heeft natuurlijk consequenties voor de organisatie van ons Hof: zo concurreren we met andere werkgevers om het beste juridische talent uit zes relatief kleine eilandsamenlevingen. En net zoals veel andere organisaties is het voor ons soms ook moeilijk om de juiste kandidaten te vinden voor een vacature. Uiteraard krijg ook ik soms de vraag of wij dan niet te hoge eisen stellen. Dat kan in een enkel geval best zo zijn. De andere kant van de medaille is dat van ons Hof de hoogste standaard wordt gevraagd. De lat ligt hoog. En dus vragen we ook iets van onze collega’s. Dan is het soms onvermijdelijk dat mensen niet voor een vacature bij het Hof in aanmerking komen vanwege hun ervaring, professionele achtergrond of opleidingsniveau.”
Als naar het aspect van opleidingsniveau wordt gekeken, dan levert de recente census op Curaçao volgens De Kort ‘confronterende cijfers’ op. ,,Ongeveer de helft van onze beroepsbevolking heeft een mbo-diploma of een vergelijkbare opleiding. Slechts 7 procent van de Yu di Kòrsou heeft het hbo of de universiteit op masterniveau afgerond. Nu weten we allemaal hoe groot de aantrekkingskracht van Europa en Noord-Amerika is op jonge mensen die op zoek zijn naar kansen. En we weten ook hoe weerbarstig de economische realiteit in onze regio is. We lopen het risico op een samenleving waarin te veel menselijk kapitaal onvoldoende wordt benut. Dat beperkt weer onze economische kansen en zo zien we een vicieuze cirkel ontstaan.”
Dat stelt Curaçao en de (ei)landen voor grote uitdagingen. De president noemde er gisteren twee: ,,Een uitdaging voor de politiek en een uitdaging voor onszelf als Hof.” Ten eerste ligt er naar de mening van De Kort ‘een grote rol voor de politiek, om onderwijs de aandacht te geven die het verdient’. ,,Onze samenlevingen hebben meer balans nodig in de populatie van studenten, afgestudeerden en werkenden.”
Als eilanden zullen ze het daarbij ook samen moeten doen. ,,Waar kunnen de zes Caribische samenlevingen in ons Koninkrijk elkaar helpen en ondersteunen, om het beste uit onze hele beroepsbevolking te halen? Want het blijft een feit dat onze eigen mensen ook elders kansen zien. Wie hier geboren is, maar gaat studeren in Nederland of elders, zal daar ook carrièrekansen zien. Welke strategische en aansprekende alternatieven stellen wij daar tegenover?” Dat is een politieke vraag, aldus de president, waarop een sterk antwoord nodig is.
Maar De Kort kijkt ook naar zichzelf en het Hof. ,,Wat kunnen wij zélf doen? Het is onze eigen verantwoordelijkheid als Hof om onze collega’s zo goed mogelijk op te leiden en te begeleiden naar het gewenste professionele niveau.” Maar tegelijk kunnen en moeten de rechters ‘niet de onderwijsrol van de Landen overnemen’. Wel kan het Hof ‘dienen als een soort spiegel van onze samenlevingen’.
Sterke onderwijspolitiek en intensievere samenwerking
Meer hierover lezen? Neem een online abonnement op de krant.