Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Premier Luc Mercelina verwacht dat de regering van Sint Maarten de afwikkeling van Ennia spoedig zal afronden met de goedkeuring van het Sint Maartense parlement, zoals overeengekomen op technisch niveau.
Dat zei hij vorige week tegen ambtsgenoot Gilmar Pisas (MFK). De twee premiers hadden vrijdag een ontmoeting op Curaçao. Mercelina werd vergezeld door zijn adviseur, Stuart Johnson, terwijl Pisas werd vergezeld door zijn kabinetschef, Djurick Comenentia, en de adviseurs Caryl Monte, Miguel Jackson en Roxiene Albertina.
Tijdens de bijeenkomst bespraken de leiders verschillende onderwerpen van belang voor beide landen, zoals Winair, de introductie van de nieuwe Caribische gulden in 2025 door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, nutsbedrijf Gebe, de vorming van de nieuwe regering op Sint Maarten en de verkiezingen voor de Staten van Curaçao in 2025.
Beide regeringsleiders spraken af om in gesprek te blijven over de mogelijkheid om de vluchten van Winair naar Curaçao uit te breiden en Curaçao te verbinden met meer bestemmingen die Winair in de Caribische regio bedient.
In het kader van de problemen met de elektriciteitsvoorziening op Sint Maarten, bood minister Pisas technische hulp vanuit Curaçao aan om te helpen de problemen waar Gebe mee te kampen heeft, op te lossen.
Tot slot gaven beide premiers aan bereid te zijn om samen te werken aan projecten van wederzijds belang voor Sint Maarten en Curaçao.
Zoals bekend verzet Sint Maarten zich tegen het Ennia-akkoord dat nu op tafel ligt. Vanuit Sint Maarten is er een addendum opgesteld dat nog door de Staten moet worden goedgekeurd. In het addendum staat dat Sint Maarten niet zal (mee)betalen voor de polishouders van Ennia op de BES-eilanden, niet zal opdraaien voor de polishouders in Suriname en ook niet verantwoordelijk zal zijn voor de operationele kosten van Ennia (op voornamelijk Curaçao). Sint Maarten wil alleen zijn eigen polishouders te hulp schieten.
