Esmeralda Wijngaarde: Blij dat de ouderen dit nog mogen meemaken
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In hoger beroep heeft Desi Bouterse in Suriname gisteren 20 jaar celstraf opgelegd gekregen voor zijn rol bij de Decembermoorden. In 1982 kwamen vijftien tegenstanders van het militaire regime op gewelddadige wijze om het leven. Bouterse kreeg die straf al twee keer eerder opgelegd en het Hof van Justitie houdt nu ook bij het eindvonnis vast aan die beslissing.
De rechters hebben niet gevraagd om de onmiddellijke arrestatie van Bouterse, die zelf niet bij de uitspraak aanwezig was. Dat had het Openbaar Ministerie (OM) wel geëist, maar daar zouden in de Surinaamse wet geen mogelijkheden voor zijn, aldus het Hof. Een van de nabestaanden, de dochter van Frank Wijngaarde, Esmeralda, woont al jaren op Curaçao en overigens ook haar moeder. De redactie vroeg haar om een reactie op dit vonnis.
Esmeralda: ,,Feit is dat met dit vonnis Bouterse nu schuldig is bevonden, gebaseerd op het bewijsmateriaal dat aan de rechters is voorgelegd. Het is geen vraagteken meer. Hij is geen verdachte meer. Hij is schuldig bevonden. Nu kan dit deel van de geschiedenis verteld worden en hopelijk ook onderwezen worden op school. Mijn vader z’n naam kan nu in ere hersteld worden. Hij was geen CIA-handlanger, hij had geen tegencoup beraamd, hij was geen landverrader. En hetzelfde geldt voor de andere mannen. Dus of Bouterse nou wel of niet de bak in gaat, dit stuk kan niet meer worden teruggedraaid.”
Het tweede belangrijke vindt zij dat Bouterse destijds de rechterlijke macht had ontbonden. ,,Hij en zijn makkers konden dus doen en laten wat ze wilden. Nu hebben we aangetoond dat het rechtssysteem weer staat als een huis en dat niemand, ook hij niet, boven de wet staat, en dat we zelfs 41 jaar later hem nog kunnen berechten.”
En op de vraag of ze gehoopt had dat hij per direct achter slot en grendel zou verdwijnen, antwoordt ze volmondig ‘ja’. Maar, zo voegt ze eraan toe: ,,Ik wacht al 41 jaar op gerechtigheid dus die acht dagen dat het OM nu heeft om het vonnis uit te voeren kunnen er ook nog wel bij.”
Het vonnis voelt voor haar ‘als een warme deken’. ,,Het heeft mijn vertrouwen in de mensheid weer een beetje hersteld. Het is als een verpakt cadeau onder de kerstboom dat ik 41 jaar niet heb mogen openmaken, maar vandaag eindelijk wel. En tot mijn grote vreugde is de doos die onder de verpakking verscholen ging niet leeg.”
Op de vraag hoe ze de rechtszaak gevolgd heeft antwoordde Esmeralda gisteren: ,,Ik heb overwogen om naar Suriname te gaan zodat ik persoonlijk in de rechtszaal aanwezig kon zijn zoals ik ook jaren geleden heb gedaan toen mijn moeder moest getuigen. Maar ik heb er uiteindelijk vanaf gezien. Dus ik probeerde het proces via radiostreams en social media te volgen. Helaas waren er geen telefoons of camera’s toegestaan in de rechtszaal, dus daar baalde ik wel van. Ik moest net als iedereen gewoon in spanning afwachten. Na de uitspraak werd mijn WhatsApp overspoeld met berichtjes en heb ik een en ander weer kunnen volgen via Facebook live en interviews op de radio.”
Was Esmeralda eerst nog ‘bang’ om naar Suriname te reizen, nu voelt ze zich lid van een vergeten groep. ,,Vroeger stond ik met trillende benen bij de douane, hopende dat ze mijn achternaam niet zouden herkennen. Mijn opa en de broers van mijn vader hebben zich namelijk ingezet voor gerechtigheid en ik stak, net als mijn vader, mijn mening over Bouterse niet onder stoelen of banken. Ik heb veel geschreven, ben verschenen op de televisie, heb radio-interviews gegeven. Maar de laatste jaren heb ik gemerkt dat hetgeen in de jaren 80 is gebeurd helemaal niet meer zo speelt in Suriname. Er is nu een nieuwe generatie. Ik word door hen bestempeld als ‘nabestaande’, als ‘eentje van die groep zeurders’. Ze hebben geen interesse in hetgeen is gebeurd. Als zij Bouterse zien, zien ze een puissant rijke, bejaarde man, die met geld strooit en die de gevoelige snaar over de rol van Nederland als kolonisator als een virtuoos bespeelt.”
Maar, zo voegt ze eraan toe: ,,Als mijn generatie naar Bouterse kijkt, zien we een in groen gehulde militair; een bully, die, met wapens in de hand, aan de macht is gekomen en ons middels intimidatie onder zijn ‘control’ heeft proberen te krijgen; een drugsdealer die een empire heeft opgebouwd.”
En zo blijft ze strijdlustig klinken: ,,Maar ik zal mijn verhaal blijven vertellen, want het is ons verhaal, onze geschiedenis. En nu, met dit vonnis op zak, kan niemand meer zeggen dat het nooit gebeurd is, dat december ‘82 een verzinsel is van Nederland en Amerika.”
En liefdevol: ,,Suriname is zo veel meer dan Bouterse, en alle moorden en andere duistere zaken. Suriname en haar mensen zijn mooi en warm. En nu dat ik niet meer naar grote billboards met afbeeldingen van Bouterse hoef te kijken wanneer ik door de straten rijd, zal ik zeker vaker op bezoek gaan. De geur van Suriname snuiven. De aarde onder mijn voeten voelen. Mezelf onderdompelen in het bruine water van de rivieren en kreken.” Dus op vakantie naar Suriname gaat ze zeker. ,,Ik heb er nog familie en vrienden. Ook voor mijn werk ben ik er recentelijk twee keer geweest. Het is en blijft mijn land, het land waar ik ben opgegroeid. Het land waar mijn ouders zijn opgegroeid. En hun ouders. En generaties voor hen.”
Zo heeft Esmeralda nog een oom wonen in Suriname, de broer van haar vader. Hij was in de rechtszaal aanwezig. De andere broer en zussen van haar vader behoren tot de grote groep Surinamers die in Nederland woont. Zij hebben het gisteren op de voet gevolgd. ,,Ze zijn allemaal oud. Ik ben blij dat ze deze uitspraak nog hebben kunnen meemaken in hun lifetime”, aldus Esmeralda.
Ook over de bewuste dag in december dat haar vader verdween en vermoord bleek te zijn doet Esmeralda haar verhaal: ,,Ik was een tiener en zat op de middelbare school. Ik hield me bezig met typische tienerzaken en was totaal niet geïnteresseerd in de politiek. Eerder dat jaar had sergeant Hawker een tegencoup ondernomen, maar die was mislukt. Hij verscheen op televisie en werd doodgeschoten. Op school ging er een petitie rond om hiertegen protest in te dienen. Mijn vader, een journalist bij radio ABC, vroeg me die avond of ik de petitie had getekend. Toen ik ‘nee’ zei, was hij diep teleurgesteld en vanaf dat moment begonnen zijn lessen over dat iedereen een fair trial verdient, dat wij, de bewoners van Suriname, moesten aangeven in wat voor gemeenschap we wilden leven, en welke normen en waarden we uitdroegen. Dat de petitie daartoe diende. Hij geloofde stellig in democratie en de stem van het volk. Vandaar dat hij ook samen met anderen een brief heeft opgesteld, gericht aan Bouterse, om te vragen een dialoog aan te gaan om de democratie in Suriname te herstellen en verkiezingen uit te roepen. Die ondertekening, gecombineerd met zijn kritische kijk op zaken die hij via de radio uitte, zijn hem fataal geworden.
In het holst van de nacht werd hij van z’n bed gelicht en meegenomen door een groep militairen. De volgende dag stond onze telefoon roodgloeiend. Mijn moeder kreeg te horen dat er nog meer mannen waren opgepakt. Een deel van hen had samen met mijn vader die brief ondertekend. Een ander deel had zich om andere redenen ongeliefd gemaakt bij het militaire regime. Het gebeurde wel vaker dat mensen werden opgepakt. Maar meestal werden ze na een of twee dagen vrijgelaten. Bont en blauw geslagen. Maar vrij. Wij dachten dat dat ook het geval zou zijn met mijn vader. Alleen was hij na twee dagen nog steeds niet terecht. Mijn moeder besloot toen met schone kleren naar het legerkampement te gaan, geheel verwachtend dat ze hem mee naar huis zou mogen nemen. Bij het kampement kreeg ze te horen dat hij naar het fort was gebracht. Bij het fort kreeg ze te horen dat hij dood was. Later die dag verscheen de legerleiding op de televisie en vertelde dat mijn vader en veertien andere mannen op de vlucht waren neergeschoten. De dag daarna ging mijn moeder naar het mortuarium. De vijftien lijken lagen onder witte lakens. Maar mijn moeder heeft het laken van mijn vader opgetild en zijn lichaam gezien. Het was gruwelijk hoe hij was toegetakeld. Zijn grijze haardos was doordrenkt met bloed. Zijn lichaam doorzeefd met kogels. Van voren! Definitely niet op de vlucht neergeschoten.
Mijn moeder kwam thuis en pakte onze spullen. ‘We vertrekken. We gaan naar Nederland’, zei ze. Maar ik, jonge, opstandige tiener, zei resoluut: ‘Absoluut niet, onze vader is anders voor niemendal gestorven. We laten ons niet intimideren. We blijven hier.’ De jaren daarna waren niet makkelijk. Onze post werd opengemaakt, onze telefoongesprekken werden afgeluisterd, we werden soms bedreigd. Maar we bleven toch. Kortom, ik heb de jaren 80 en het leven onder een militair regime bewust meegemaakt. Voor, tijdens en na december ‘82.”
Foto boven: Frank Wijngaarde, foto onder: zijn dochter Esmeralda.