Rechtshandhaving gebaat bij meer samenwerking
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Raad voor de Rechtshandhaving (RvR) vindt dat er meer winst valt te behalen op het gebied van samenwerking tussen de Koninkrijkslanden, met meer gebruikmaking van het Statuut.
,,Het bundelen van krachten zou het functioneren van het Koninkrijk kunnen bevorderen. Mogelijkheden voor overleg (ex artikel 37 Statuut) kunnen beter benut worden en vervolgens kunnen, op basis van artikel 38 Statuut, op gelijkwaardige basis samenwerkingsafspraken worden gemaakt. Het idee dat de keten zo sterk is als de zwakste schakel, geldt ook voor het Koninkrijk. Waar één van de landen faalt, faalt ook het Koninkrijk. Een duidelijk voorbeeld hiervan vormt het gevangeniswezen. Niet de afzonderlijke landen, maar het Koninkrijk als geheel draagt internationaal verantwoordelijkheid voor de naleving van internationale normen”, aldus de RvR in een rapportage die terugblikt op tien jaar ontwikkelingen binnen de rechtshandhaving op Sint Maarten.
Het is ook tijdens de pandemie weer gebleken dat de oplossing - mede gezien de nijpende financiële situatie op Sint Maarten - ligt in intensieve samenwerking zowel binnen als tussen de landen, zo constateert de RvR. ,,De kwetsbaarheid van de rechtshandhaving op Sint Maarten kwam in 2020 weer naar voren”, zo staat in het rapport. ,,De gevolgen van de Covid-19-pandemie toonden niet alleen grote verschillen tussen de justitiële organisaties, maar bewees nogmaals hoe kwetsbaar de rechtshandhaving is en hoe afhankelijk Land Sint Maarten is van onder meer diezelfde rechtshandhaving voor het waarborgen van de algehele veiligheid.”
Een positiever voorbeeld wordt gegeven bij samenwerking op het gebied van mensenhandel en mensensmokkel. ,,De Raad heeft onderzoeken verricht in het kader van mensenhandel en mensensmokkel en dan specifiek in hoeverre de aanpak binnen het Koninkrijk vorm wordt gegeven en of deze een bijdrage levert aan de voorkoming en bestrijding ervan. Op basis van de bevindingen van het onderzoek concludeerde de Raad dat er ruimte was voor verbetering van de internationale en interregionale samenwerking voor het voorkomen en bestrijden van mensenhandel en mensensmokkel.” Door de internationale en interregionale samenwerking te verstevigen konden volgens de Raad grote stappen gemaakt worden.
Hoewel de RvR als een rode draad in de afgelopen tien jaar op Sint Maarten de toegewijde inzet ziet van alle betrokkenen binnen justitie, wordt ook geconstateerd dat de politieke instabiliteit de rechtshandhaving parten speelt. ,,De gevolgen van de politieke onstabiliteit sinds 2010 met vijf Statenverkiezingen, vijf regeerprogramma’s en negen (interim)-ministers van Justitie is merkbaar in het justitiële veld. Een onderwerp dat de afgelopen jaren steeds aan de orde wordt gesteld is het gebrek aan steun van het lokale bestuur. In 2017 gaf de Raad daarom aan dat Sint Maarten, zowel voor als na de landswording, niet in staat is om zelfstandig de rechtshandhaving te waarborgen, gezien het gebrek aan volledige aandacht van de overheid, voldoende middelen en beleidsvorming”, zo wordt geconstateerd. Daarnaast vindt de RvR dat betrokkenheid van alle partijen van groot belang blijft en dat hierin een belangrijke rol voor de Staten is weggelegd. Wat de Raad opvalt is dat de rapporten van de Raad niet volgens de Rijkswet worden aangeboden aan de Staten. Ook is het niet bekend of de Staten om de rapporten vragen. ,,De Raad wees vaker op ieders verantwoordelijkheden en specifiek op de kader-stellende, controlerende en budgetterende rol van de Staten. Gezien voortdurende betrokkenheid een voorwaarde voor de ontwikkeling en bestendiging van de rechtshandhaving is, benadrukt de Raad ook in deze huidige Staat het belang hiervan”, zo staat geschreven.
En dan heeft Sint Maarten ook nog met tegenslag te maken gehad. ,,De Raad concludeerde in de periode van 2010-2016 dat het functioneren van de rechtshandhaving overwegend onder de maat was, wegens onder meer het ontbreken van middelen, capaciteit en voorzieningen. Deze conclusies golden helaas ook onverkort voor 2017 waarbij een toename in het gebrek aan middelen werd geconstateerd. Orkaan Irma die in september 2017 over Sint Maarten trok en grote schade aanrichtte, legde de kwetsbaarheid van de handhaving bloot, een feit waar de Raad in de voorgaande jaren reeds op had gewezen.”
De coronapandemie heeft ook invloed gehad. ,,Sint Maarten staat zowel door keuze (staatkundige veranderingen) als door rampspoed (orkanen en pandemie) de afgelopen tien jaar voornamelijk in het teken van veranderingen, ontwikkeling, herstel en wederopbouw. In dit kader is te zien dat de samenleving steeds (meer) aan veranderingen onderhevig is en daarbij gekenmerkt wordt door niet alleen verbeteringen, maar ook door steeds verdergaande complexiteit, problematiek, flexibiliteit en verwevenheid.”
Het rapport gaat ook in op verschillende specifieke onderwerpen, zoals het gevangeniswezen, jeugdrehabilitatie, slachtofferhulp, mensenhandel en -smokkel, drugscriminaliteit en huiselijk geweld. De RvR: ,,In 2020 zijn de mensenrechten nog immer in het gedrang, maar heeft de regering van Sint Maarten zich concreet gecommitteerd aan de bouw van een nieuwe gevangenis en daarvoor gelden gereserveerd. In samenwerking met Nederland zet de minister van Justitie in 2020 concreet in op de United Nations Office for Project Services (Unops) om dit te bewerkstelligen.”
Ten aanzien van slachtofferhulp wordt geconcludeerd: ,,De Raad heeft na inmiddels drie (review)inspecties (2012, 2016 en 2019) moeten constateren dat er nog immer geen voorziening is voor slachtofferhulp. De initiatieven en plannen in de afgelopen jaren hebben tot op heden niet tot enige vorm van structurele slachtofferhulp geleid.”
Over het jeugdrehabilitatiecentrum Miss Lalie Center (MLC) wordt positief gerapporteerd, maar de Raad maakt zich wel zorgen over het gebrek aan onderwijs in de instelling.
Met betrekking tot de drugsbestrijding zag de Raad een positieve ontwikkeling in de versterking van het grenstoezicht in Sint Maarten maar daar staat tegenover dat er een neerwaartse spiraal is met betrekking tot drugsgebruik en sociaaleconomische en psychosociale problematiek. De Raad vindt het onaanvaardbaar dat het ontbreekt aan preventiebeleid, en verslavingszorg moet voor iedereen toegankelijk zijn.
,,In zijn rapport over huiselijk geweld van juni 2020 constateerde de Raad dat het noodzakelijke beleid, de protocollen, criteria en procedures om huiselijk geweld naar behoren aan te pakken nog niet zijn afgerond en/of ontbreken”, zo wordt verwezen naar dit onderwerp.v