Ombudsman tikt Plasterk op de vingers in zaak verdwenen BES-pensioenen
Door René Zwart
Den Haag - Het onderscheid dat de Nederlandse regering maakt tussen rijks- en eilandelijke ambtenaren in Caribisch Nederland bij het oplossen van pensioenproblemen is ‘niet te rechtvaardigen’.
Dat stelt Nationale ombudsman Reinier van Zutphen in een brief aan minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze zomer kwam aan het licht dat in 2010 bij de overdracht door het Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen (Apna) aan het nieuwe Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN) tientallen dossiers niet volledig of zelfs geheel verdwenen waren.
In zijn brief reageert Van Zutphen op informatie die de bewindsman vorige maand aan de Tweede Kamer verstrekte naar aanleiding van vragen over de ‘verdwenen’ pensioengelden. ,,U heeft aangegeven voor de Rijksdienst Caribisch Nederland te zoeken naar een oplossing voor de niet afgedragen verplichte pensioenpremies. Daarbij is de inzet erop gericht dat de ontbrekende pensioenrechten verwerkt kunnen worden en de omissie in de pensioenopbouw hersteld. Voor de overige werknemers (eilandelijke overheid, scholen) geldt volgens u dat de Openbare Lichamen respectievelijk de scholen verantwoordelijk zijn om de benodigde gegevens te verstrekken.”
Dat verschil in behandeling is bij de ombudsman in verkeerde aarde gevallen, zo blijkt uit zijn brief aan Plasterk: ,,Vanuit het perspectief van de getroffen burgers bezien is het gemaakte onderscheid niet te rechtvaardigen. Het gaat immers om een probleem dat is ontstaan vanuit de staatkundige vernieuwing, de ontmanteling van Apna. Ik meen dat er geen redelijk argument is voor een onderscheid waarbij de Rijksoverheid alleen de rechten van werknemers die toevalligerwijs nu in dienst zijn van de Rijksdienst Caribisch Nederland veiligstelt. Het gaat er immers om dat geen van de pensioengerechtigden schade lijdt.”
Van Zutphen herinnert de minister ook aan een debat in de Eerste Kamer over de door de fractie van 50Plus aangezwengelde kwestie. ,,In antwoord op de vraag of de regering zich verantwoordelijk voelt voor een correct verloop van de overdracht van Apna aan PCN is verwezen naar de voorwaarden in de overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en PCN. Ik ben van mening dat juridisering nooit een argument mag zijn voor de overheid om zich niet in te spannen om de rechten van burgers te herpakken.”
Het door de ombudsman gehekelde onderscheid luistert des te nauwer omdat het bestuur van Sint Eustatius zich weinig aantrekt van de pensioenproblemen van gedupeerde ambtenaren en schoolpersoneel. Een klacht daarover van een docente was de directe aanleiding voor Van Zutphen om zich in de zaak te verdiepen. De klacht gaat over het niet verstrekken van gegevens door de eilandelijke overheid waardoor PCN niet in staat is de pensioenaanspraken van de docente correct te berekenen.
De ombudsman is hard in zijn oordeel: ,,In deze individuele casus zijn de onduidelijkheden over het pensioen terug te leiden tot onzorgvuldig handelen van het Openbaar Lichaam en onvoldoende voortvarend optreden in het zoeken naar een oplossing. De klacht is gegrond.” Reden voor Van Zutphen om zijn brief aan Plasterk te eindigen met het verzoek te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om ervoor te zorgen dat Sint Eustatius de benodigde gegevens boven water krijgt en eventueel verschuldigde premies alsnog voldoet.
,,Ook hoor ik graag wat u als coördinerend bewindspersoon als uw verantwoordelijkheid beschouwt als het Openbaar Lichaam de benadeelden niet op korte termijn een oplossing voor de ontstane problemen biedt”, klinkt het waarschuwend.