Regeling benadrukt dat Curaçao bereid en in staat is aan te sluiten bij internationale fiscale maatstaven.
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Belastingregeling Nederland-Curaçao (BRNC), waar beide landen aan werken, ‘draagt bij aan het vestigingsklimaat van Curaçao door modernisering van de regels en een hiermee gepaard gaande verbetering van de rechtszekerheid’.
Aldus de Nederlandse staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën, belast met Fiscale Zaken. Dit schrijft de bewindsman in een nota mede na vragen en opmerkingen van fracties in de Tweede Kamer van Nederland en in de Staten van Curaçao.
Naar aanleiding van de vragen van de leden van de PvdA en de SP over het vestigingsklimaat van Curaçao en van de leden van oppositiepartij MFK op Curaçao over de te verwachten economische activiteiten mede in verband met de BRNC merkt Wiebes het volgende op: ,,Curaçao is onder andere vanwege de rechtszekerheid die voortvloeit uit een stabiel fiscaal klimaat een aantrekkelijk vestigingsland. Andere factoren zoals de geografische ligging (bijvoorbeeld voor bedrijven die actief zijn op de Latijns-Amerikaanse markt) en de ontwikkelde dienstverleningssector van Curaçao zijn eveneens van groot belang.”
Maar de staatssecretaris in Den Haag wijst dus ook op het belang van de modernisering van de (belasting)wetten en regels. De BRNC vervangt, als het zover is, de BRK (Belastingregeling van het Koninkrijk), die de afgelopen decennia regelmatig is geactualiseerd maar dateert van 1964.
,,Voor het vestigingsklimaat op Curaçao is belangrijk dat door de regeling wordt benadrukt dat Curaçao bereid en in staat is aan te sluiten bij de internationale fiscale maatstaven”, meldt de nota die gisteren is verstuurd.
Doordat de BRNC is gebaseerd op het Oeso-modelverdrag is volgens Wiebes ook een betere aansluiting gewaarborgd bij het op het modelverdrag gegeven commentaar en daarmee bij de internationaal geaccepteerde en gestandaardiseerde uitleg van de bepalingen.
De huidige BRK, die als multilaterale regeling voor alle landen vrijwel gelijkelijk geldt, wordt vervangen door een stelsel van bilaterale regelingen tussen de verschillende landen, waaronder de BRNC. Een bilaterale regeling is - schrijft de Nederlandse staatssecretaris - ‘een flexibeler instrument’ mocht een aanpassing gewenst zijn, bijvoorbeeld als gevolg van wijzigingen in belastingwetgeving of veranderingen in inzichten van de twee betrokken landen.
Alle landen van het Koninkrijk hebben de voorkeur uitgesproken voor de totstandkoming van bilaterale regelingen ter vermijding van dubbele belasting in plaats van een multilaterale regeling zoals de huidige BRK. ,,Hiermee beogen de landen verschillende accenten te kunnen leggen in bilaterale regelingen die rekening houden met het fiscale stelsel en fiscale beleid van het desbetreffende land in plaats van uniforme regels in een multilateraal instrument.”
Dat neemt niet weg dat de landen bij onderhandelingen de regelingen van andere landen van het Koninkrijk in ogenschouw nemen. Met Curaçao is Nederland het verst. Op 9 juli 2014 heeft Nederland met Sint Maarten overeenstemming bereikt over de tekst van een bilaterale belastingregeling en ook met Aruba bereidt Nederland een bilaterale belastingregeling voor.
,,De totstandkoming van bilaterale regelingen tussen de Caribische landen van het Koninkrijk onderling is, gelet op de fiscale autonomie, een aangelegenheid van deze landen zelve”, aldus Wiebes. Wat Curaçao betreft kan worden bevestigd dat ook Curaçao de intentie heeft met de andere Caribische landen bilaterale regelingen tot stand te brengen. Voor zover en zolang deze bilaterale regelingen niet tot stand zijn gekomen, zo wordt de vraag van de leden van de fracties van het CDA en de PAIS beantwoord, blijven de bepalingen van de BRK in die situaties van toepassing.
De BRNC zou - als alles meezit - voor het eerst met ingang van 1 januari 2016 van toepassing kunnen worden, zoals ook de leden van de fractie van de PAIS hebben opgemerkt.