Door René Zwart
Den Haag - De notitie waarin Haagse ambtenaren de vloer aanvegen met de kwaliteit van de gezondheidszorg op Curaçao en Sint Maarten had nooit openbaar mogen worden.
Door een blunder van een overijverige medewerker op een ministerie is het document naar de Tweede Kamer gestuurd en gelijktijdig op websites van de overheid gepubliceerd. Dat blijkt uit onderzoek van deze krant naar de status van het omstreden document dat veel stof heeft doen opwaaien.
De notitie met een voor de regeringen en de zorgsector ronduit pijnlijke inhoud was alleen bestemd voor de ogen van de ministers Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Edith Schippers (VVD) van Volksgezondheid, maar kwam op 12 maart als bijlage bij een brief over de Koninkrijksconferentie in de openbaarheid.
Onmiddellijk nadat de fout was ontdekt, is het stuk ingetrokken en van de diverse websites verwijderd, zo bevestigt een woordvoerder van Schippers. Toen had de notitie echter al zijn weg gevonden naar de media die er, vanwege de spraakmakende inhoud, uitgebreid over berichtten.
Een in verlegenheid gebrachte Plasterk heeft persoonlijk met minister-president Ivar Asjes gebeld om zijn excuses aan te bieden en uit te leggen dat de notitie nooit gepubliceerd had mogen worden. De vertegenwoordiger van Nederland in Philipsburg heeft verontschuldigingen overgebracht aan premier Marcel Gumbs van Sint Maarten.
De notitie was opgesteld door ambtenaren van de ministeries van Volksgezondheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en was bedoeld als ‘strategie’ voor de bewindslieden om op weg naar de Koninkrijksconferentie van medio juni in Willemstad bij andere landen tot meer samenwerking aan te zetten.
Zoals deze krant in de editie van 13 maart berichtte, waren de toon en inhoud van de notitie weinig diplomatiek. Over de zorg op Curaçao werd onder meer opgemerkt: ,,Het geld lekt weg en mensen worden blootgesteld aan dure, onnodige behandelingen en veelal inferieure zorg. De regering van Curaçao is niet bij machte in te grijpen.”
Ook de regering van Sint Maarten kreeg onderuit de zak vanwege de ‘ondermaatse’ capaciteit en kwaliteit van de zorg. Zij werd tevens verweten evacuaties van acute patiënten uit Saba en Sint Eustatius te bemoeilijken omdat het land er aan zou willen verdienen. Aruba kwam er ongeschonden vanaf.
De opstellers van de notitie kwamen tot de conclusie dat ‘Curaçao, Aruba en Sint Maarten te klein zijn om ieder voor zich een voldoende dekkend, kwalitatief hoogwaardig zorgstelsel te ontwikkelen en overeind te houden’. In ruil voor de bereidheid tot meer samenwerking zou Nederland expertise kunnen aanbieden, luidde het advies aan de beide bewindslieden.
De snoeiharde, kort door de bocht geformuleerde kritiek werd door de zorgsector op de eilanden als een koude douche ervaren, ook al omdat deze zonder vooroverleg met de staven van Schippers ambtgenoten in de Cariben - naar nu blijkt per vergissing - de wereld in was gestuurd.
Dankzij het bedrijfsongelukje weten Curaçao, Aruba en Sint Maarten in elk geval wel hoe er in Den Haag werkelijk over hun zorgbeleid wordt gedacht.