ANALYSE REDACTIE
De minister van Financiën schermt al tijden met hogere belastingopbrengsten sinds hij politiek verantwoordelijk is voor deze portefeuille, waar ook de Belastingdienst onder valt. Dat mag, hoewel het in principe gewoon tot zijn taak hoort om door middel van het bevorderen van compliance naar zo hoog mogelijke belastingbaten voor het Land te streven en ook te realiseren. De belastingen worden voorts opgebracht door burgers en bedrijven; niet door de minister zelf, hoezeer hij het zich soms lijkt toe te eigenen. Verder: gestegen belastinginkomsten mag en moet ook wel, gezien de eveneens sterk toegenomen inflatie. Zo beschouwd is er dus niets bijzonders aan de hand als Financiën erin slaagt ’s Landskas zoveel mogelijk te spekken. Integendeel, dat is de job van de bewindsman die deze positie bekleedt.
Ook nu weer benadrukt Javier Silvania (MFK) de hogere belastingopbrengsten tot nu toe in 2023 in vergelijking met 2022. Nogmaals, dat is prima, vooral als het erom gaat de bevolking bewust te maken van het optimaal functioneren van de fiscus. Immers, elke gulden aan gemeenschapsgeld kan goed gebruikt worden voor belangrijke maatschappelijke doelen, zoals: onderwijs, infrastructuur, veiligheid, sociaal welzijn en zorg. Punten waar het Land Curaçao al jaren stuk voor stuk helaas geen voldoende op scoort. Door in zijn reactie op de recente Hofvonnissen op te scheppen, dat door zijn toedoen er meer belastingmiddelen zijn ontvangen, maskeert Silvania dat - evenzo door zijn handelen - niet zelfs méér middelen (hadden kunnen) zijn geïnd. Met zijn ondoordachte besluit/mededeling begin 2023 dat álle aanslagen die betrekking hebben op de belastingjaren 2017 en ouder niet meer actief worden ingevorderd, is het Land vele miljoenen misgelopen.
Hoeveel miljoenen precies zijn misgelopen is niet duidelijk, de verschillende nu bekend geworden rechtszaken geven evenwel aan dat het minimaal om circa 7 miljoen gaat, maar vermoedelijk betreft het in werkelijkheid vele (tientallen) miljoenen méér. Gelden die de gemeenschap toekomen - feitelijk een asset of bezit zijn van de gemeenschap als geheel - maar waar het Land nu naar kan fluiten. Dat blijkt uit de recente vonnissen: het Hof oordeelt namelijk na minutieuze behandeling van de belastingclaim, dat er eigenlijk (alsnog) betaald had moeten worden, maar dat de communicatie door minister Silvania via zijn persoonlijke Facebookpagina roet in het eten gooit; de belastingplichtigen gaan alsnog vrijuit en de maatschappij wordt dus tekortgedaan. Het feit dat het Hof hier ook een speciaal persbericht over uitgaf, iets wat niet vaak gebeurt, is op zichzelf al veelzeggend.
Dat diverse media vorige week Silvania’s juichbericht hebben overgenomen en mogelijk niet goed begrijpen wat hier is gebeurd, neemt niet weg dat het Land ernstig is benadeeld. Het punt dat gemaakt moet worden, is dit: in januari 2023 kondigt Silvania via Facebook aan dat alle belastingschulden van ouder dan 2018 worden ‘kanselá’ (voor de gewone man, maar óók voor slimme ondernemingen die al die tijd niet hebben afgerekend en het zich kunnen veroorloven dure fiscaal juristen in de arm te nemen: kwijtgescholden of buiten invordering gesteld). De Belastingdienst gaat vervolgens haar bestand opschonen, waardoor de belastingschuld op het debiteurenoverzicht ‘nihil’ is. Daarna wordt Silvania op de vingers getikt (door het Openbaar Ministerie? Door Nederland?). Dit leidt ertoe dat hij in april 2023 in allerijl een perscommuniqué doet uitgaan dat het nieuwe beleid ‘uitlegt’. Het was echter geen uitleg, maar terugkomen op het eerdere besluit; want bepaalde belastingschulden van 2017 of ouder (bijvoorbeeld in de strafrechtsfeer, hoger dan één miljoen, verhaalsmogelijkheid) vielen hier alsnog buiten. Vervolgens leggen drie (of meer?) belastingschuldigen dit voor aan de rechter. En die zegt, in lijn met arresten van de Hoge Raad, dat belastingschuldigen op de ministersuitlatingen van januari 2023 hebben mogen vertrouwen en dat zij dus níet hun belastingschulden van 2017 of ouder meer hoeven te betalen, ook al vallen zij binnen de in april 2023 aangekondigde uitzonderingsgevallen.
Dit levert het Land een aanzienlijke financiële strop op. En dat alles omdat de ‘Facebook-minister’ zich niet kon inhouden. Daarvoor zou hij moeten aftreden, menen sommigen. Opschoning van het bestand? Ja. Aanpassing van het beleid, mits daartoe bevoegd en doordacht? Ook ja. Maar niet als het Land, dat op tal van gebieden ernstige gebreken en tekorten toont, hier aanzienlijke financiële schade van ondervindt. Het Hof is er klip en klaar over: ook de verklaringen van de Ontvanger tijdens de rechtszitting - welke kort gezegd er op neerkomen dat geen rechten kunnen worden ontleend aan (niet officiële) publicaties van de minister op Facebook, dat toezeggingen gedaan door de minister de Ontvanger niet binden en dat de minister slechts een advies over de invordering heeft gegeven en dat de uiteindelijke beslissing bij de Ontvanger ligt - leiden niet tot een ander oordeel. De Landsontvanger is namelijk een onder het ministerie van Financiën ressorterende uitvoerende organisatie waarvoor de minister - in dit geval Silvania - de verantwoordelijke bewindspersoon is.
,,Zijn beleidsuitingen binden dan ook de Ontvanger”, aldus het Hof, dat vervolgens een dikke streep trekt door een miljoenenvordering van het Land Curaçao. Geld van de gemeenschap dat hiermee in één klap (lees: in één Facebook-bericht) in rook is opgegaan. Dat is op z’n zachtst gezegd een uiterst ernstige constatering voor een minister die op de allereerste plaats zijn Land dient te dienen.
Tot slot nog dit: de redenering van Silvania dat het grootste deel van het uitstaande bedrag sowieso oninbaar was of zou zijn, en de kosten ermee gemoeid vergeleken met de rest relatief (te) hoog waren, kan op zichzelf verdedigbaar zijn. Echter, beleid vorm je niet op Facebook, maar op je departement, en pas daarna kom je er mee naar buiten. Hier is éérst iets op Facebook geplaatst, en toen bleek dat de minister te enthousiast was geweest, is nog geprobeerd het ‘beleid’ bij te stellen door enkele voorwaarden te formuleren. Maar dat was te laat. Een dure fout.