Van onze correspondent
Oranjestad - Een huwelijk dat is gesloten in een van de vier landen van het Koninkrijk der Nederlanden en aldaar is ingeschreven in het bevolkingsregister kan in de overige drie landen niet geweigerd worden, zo blijkt uit een uitspraak in Hoger Beroep van het hof van Justitie van Aruba, Curaçao, St. Maarten Bonaire, St. Eustatius en Saba.
Het Hof oordeelde in een zaak die was aangespannen door een echtpaar waarvan de man is geboren op Aruba en de Nederlandse nationaliteit heeft en de vrouw geboren is in de Dominicaanse Republiek en de Dominicaanse nationaliteit heeft. Ze zijn in 2019 met elkaar gehuwd op St. Eustatius en verzochten de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister (DBSB) van Aruba op 23 augustus 2019 hun huwelijk in te schrijven in het bevolkingsregister aldaar. Dit verzoek werd afgewezen wegens strijd met de openbare orde met als reden dat er sprake is van een schijnhuwelijk dat niet gericht is op de vervulling van de door de wet aan de huwelijkse staat verbonden plichten, maar op verkrijging van toelating tot Aruba van de vrouw. DBSB betoogt dat er ook in het geval van een binnen het Koninkrijk gesloten huwelijk ruimte is voor een toets aan de openbare orde. ,,De Hoge Raad heeft in 2007 overwogen dat een akte rechtskracht heeft behoudens uitzonderingen bij de wet. Een dergelijke uitzondering kan worden gevonden in een schijnhuwelijk, omdat dat in alle landen van het Koninkrijk in strijd is met de wet”, aldus DBSB.
Het Gerecht in Eerste Aanleg en nu ook het Hof zijn echter een andere mening toegedaan en oordelen dat een op St. Eustatius opgemaakte huwelijksakte op grond van artikel 40 van het Statuut rechtskracht heeft in alle delen van het Koninkrijk en dat geen conflictenrechtelijke toets mag worden aangelegd noch toetsing aan de openbare orde mag worden verricht, ook niet als het een vermeend schijnhuwelijk betreft. ,,De huwelijksakte is binnen het Koninkrijk opgemaakt en is derhalve niet in strijd met de openbare orde geacht, zodat inschrijving daarvan in andere delen van het Koninkrijk niet op die grond kan worden geweigerd”, aldus het Hof.
DBSB betoogt verder dat het Gerecht bij de eerste rechtszaak niet heeft onderkend dat bij de huwelijksvoltrekking op Statia geen toetsing aan de openbare orde heeft plaatsgevonden omdat het echtpaar zich niet op dat eiland wilde vestigen. Maar gelet op een uitspraak van de Hoge Raad ziet het Hof geen grond voor het oordeel dat aan DBSB ruimte toekomt om een binnen het Koninkrijk opgemaakte authentieke huwelijksakte aan de openbare orde te toetsen en, indien DBSB meent dat sprake is van strijdigheid met de openbare orde, de inschrijving van een huwelijksakte om die reden te weigeren. De Hoge Raad heeft volgens het Hof in bovengenoemde uitspraak overwogen dat de rechtskracht van authentieke akten die in Nederland zijn opgemaakt, in alle delen van het Koninkrijk gelijk is en dat dat ook geldt ten aanzien van de vatbaarheid voor inschrijving van dergelijke akten in de openbare registers, behoudens uitzonderingen bij de wet. ,,Als, zoals in dit geval ook is gebeurd, de ambtenaar van de burgerlijke stand op Sint Eustatius een huwelijksakte heeft opgemaakt, betekent dit dat deze kennelijk geen grond zag voor de conclusie dat de goede zeden of de openbare orde zich daartegen verzetten. Het standpunt van DBSB dat op Sint Eustatius geen toets aan de goede zeden of de openbare orde is verricht wordt daarom niet gevolgd. DBSB moet als gegeven beschouwen dat het binnen het Koninkrijk gesloten huwelijk niet in strijd is met de goede zeden of de openbare orde”, aldus het Hof.