Van onze correspondent
Den Haag - De door het kabinet bepaalde bedragen voor een sociaal minimum voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba blijven nog jaren uit zicht.
In de antwoorden op vragen vanuit de commissie voor Koninkrijksrelaties erkennen de staatssecretarissen Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Raymond Knops (Koninkrijksrelaties) nog eens dat de kosten voor levensonderhoud te hoog zijn om van de bedragen van het ijkpunt rond te kunnen komen.
Zoals deze krant eerder meldde ziet het kabinet op dit moment weinig mogelijkheden om de boodschappen goedkoper te maken en andere kosten snel terug te dringen. Toch benadrukken Van Ark en Knops dat het kabinet zich committeert aan het ijkpunt en maatregelen neemt. Het zal de komende jaren stapsgewijs de kosten voor levensonderhoud terugdringen en de inkomsten van de inwoners verhogen. Voor elektriciteitstarieven wordt onomwonden toegegeven dat het te vroeg is om van lagere tarieven uit te gaan.
Het sociaal minimum dat Van Ark en Knops voor ogen hebben ligt een stuk lager dan de bedragen die uit het onderzoek van Regioplan naar voren kwamen om op de eilanden van rond te kunnen komen. Toch zijn het op termijn realistische bedragen, aldus de bewindslieden. Er is zeker vijf jaar uitgetrokken om van het genoemde ijkpunt een realistisch sociaal minimum te maken.
Dat kan worden opgemaakt uit het antwoord op vragen van de SP en ChristenUnie: ,,De komende vijf jaar zal de Tweede Kamer jaarlijks worden geïnformeerd over de voortgang. Hierbij zal telkens worden bezien of en zo ja welke aanvullende stappen gezet moeten worden om de situatie voor inwoners van Caribisch Nederland te verbeteren.” Een exacte termijn kunnen Van Ark en Knops niet noemen.
De staatssecretarissen zeggen begrip te hebben voor de wens van houvast van de Tweede Kamer en de eilanden. Daarom verzekeren ze de SP dat de voorgenomen stappen van het kabinet niet vrijblijvend zijn. Toch houden ze ook een slag om de arm, want het tempo voor het verhogen van de onderstand en het minimumloon ‘is afhankelijk van een aantal aspecten’.
Tussen het niveau van de onderstand en het minimumloon moet ruimte blijven, zodat werken loont, aldus de bewindslieden. En het direct fors verhogen van het minimumloon ‘kan een negatief effect hebben op de arbeidsvraag, de regionale concurrentiepositie van de eilanden en de draagkracht van de economie’. Ook in de Centrale Dialoog (op Bonaire, red.) is hiervoor aandacht gevraagd.
Daarom is er een onderzoek gestart naar de ruimte voor verhoging van het wettelijk minimumloon. Tegelijk wordt de bijverdienregeling afgebouwd, zodat onderstandgerechtigden niet meer zonder korting op de uitkering tot het niveau van het minimumloon kunnen bijverdienen. Anderzijds wordt werken in loondienst aantrekkelijker gemaakt en wordt de arbeidsbemiddeling versterkt.