Met de jongste financiële ondersteuning van Aruba door Nederland zal het ‘default risico’ van Aruba worden verkleind. Zo staat te lezen in het (bijlage)document ‘Toetsingskader risicoregelingen Rijksoverheid: Liquiditeitssteun vijfde tranche aan Aruba’.
Het gaat om 237 miljoen florin liquiditeitssteun voor het Land Aruba ter dekking van de geraamde liquiditeitsbehoefte van ditzelfde bedrag voor het tweede kwartaal van 2021. Voor de maanden april, mei en juni dus. De Rijksministerraad heeft daar eind maart mee ingestemd. In eerdere tranches ontving Aruba al 414 miljoen florin. Bij elkaar 651 miljoen.
Het feit dat in de officiële stukken wordt gesproken over ‘default risico’ typeert de ernst van de situatie. Het houdt namelijk in dat Aruba als kredietnemer zijn beloofde betalingen niet zou nakomen of niet zou kúnnen nakomen.
Had het ook anders gekund (in plaats van liquiditeitssteun in de vorm van een renteloze lening)? Het Toetsingskader legt het uit: ,,Het dekken in de markt zou betekenen dat Aruba op eigen initiatief financiering aantrekt op de kapitaalmarkt. De verwachting is dat Aruba op de internationale kapitaalmarkt met een hoge rente wordt geconfronteerd mede door de huidige staat van de overheidsfinanciën op Aruba. Het aantrekken van dergelijke leningen heeft een negatief effect op de schuldhoudbaarheid door de hogere rentelasten.”
Een alternatief zou kunnen zijn ‘het verstrekken van een gift in tegenstelling tot een lening’. Dit doet echter geen recht aan de eigen autonomie en de eigen verantwoordelijkheid die de regering van Aruba draagt voor de staat van de economie.
Nóg een (ander) alternatief is het verstrekken van een ‘lening zónder hervormingen als voorwaarden’ op te nemen. Hierdoor wordt echter het verdienvermogen en daarmee ook de houdbaarheid van overheidsfinanciën van Aruba niet vergroot.
Tot slot is een andere mogelijkheid een ‘rentedragende lening’. De Rijksministerraad heeft evenwel besloten om - omwille van de budgettaire druk op Aruba - geen rente op te leggen, ook omdat Nederland de middelen zelf kan aantrekken tegen een negatieve rente.
Het is niet de eerste liquiditeitssteun die het, sinds enige tijd demissionaire kabinet-Wever-Croes van Aruba van Nederland ontvangst. Twee jaar na verstrekking van de eerste tranche liquiditeitssteun - dat zal zijn uiterlijk 10 april 2022, en voor de liquiditeitslening van de vijfde tranche derhalve over circa één jaar al - wordt de mogelijke herfinanciering van de lening bekeken. Aldus het Toetsingskader.
,,Aruba heeft al geruime tijd een kwetsbare economische structuur waardoor de economie het afgelopen decennium nauwelijks is gegroeid ondanks een groeiende wereldeconomie”, overweegt dit document. In combinatie met ‘zwak financieel economisch beleid’ zijn de ‘overheidsfinanciën sterk verslechterd’.
De Covid-19-pandemie heeft de problemen die er al waren alleen maar verergerd. In 2019 was de Arubaanse schuldquote 84 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is ver boven de kritieke grens van 55 procent die het Internationaal Monetair Fonds (IMF) adviseert voor de Caribische regio. Naar verwachting stijgt de schuldquote, mede door de covidpandemie, tot 117 procent in het voorbije jaar 2020. Dit is dus nóg verder boven de kritieke grenswaarde van het IMF.
,,De combinatie van liquiditeitssteun gekoppeld aan het substantieel verlagen van de personeelslasten in de (semi-)publieke sector dragen bij aan houdbare overheidsfinanciën”, merkt de bijlage behorende bij de brief ‘Besluitvorming Rijksministerraad 26 maart 2021 inzake liquiditeitsbehoefte ACS tweede kwartaal 2021’ op. ACS staat voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Met de liquiditeitssteun wordt de inkomstenderving en maatregelen ten behoeve van baanbehoud op in dit geval Aruba gedekt. De lening van 237 miljoen lenigt de acute financiële nood en helpt de overheidsfinanciën stutten.
En dan deze passage: ,,Het instorten van de overheidsfinanciën zou immers een sterk negatief effect op de economie van Aruba hebben. De kosten van herstel zullen in dat geval vele malen hoger zijn dan de nu verstrekte en voorziene liquiditeitssteun.” Hiermee wordt het risico op default van het Land Aruba verkleind. Het tekent de ernst van de situatie en de kwetsbaarheid van eiland en overheid.
Bij het toekennen van de liquiditeitssteun heeft de RMR in Den Haag bij alle tranches gebruikgemaakt van de adviezen van het College Aruba financieel toezicht (CAft). Gelet op de kwetsbare staat van de overheidsfinanciën en de hoge schuldquote van Aruba is er, aldus de financieel deskundige die het Toetsingskader opstelden, ‘een reëel risico dat de lening gedeeltelijke (of niet) terugbetaald wordt’. Over een jaar, in april 2022, zal de solvabiliteit van Aruba aan het einde van de looptijd van de lening opnieuw beoordeeld worden. Door het verstrekken van de liquiditeitstranche worden evenwel impliciet de wanbetalingsrisico’s op andere leningen die Nederland heeft uitstaan bij Aruba verkleind.
Aruba heeft ingestemd met de instelling van het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) die de regering en het Land ondersteunt en monitort - ‘zonder daarbij formele bevoegdheden over te nemen die bij de organen van de landen berusten’. De Coho ondersteunt Aruba bij het doorvoeren van structurele hervormingen. Tot het moment dat de consensusrijkswet Coho is geïmplementeerd, neemt de zogeheten Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) deze taak op zich.
Omdat het nog niet altijd voor iedereen duidelijk is, in het Toetsingskader staat het helder geformuleerd: ,,Deze hervormingen hebben tot doel de financiële, economische, institutionele en maatschappelijke weerbaarheid van de landen dusdanig te versterken, zodat zij beter in staat zullen zijn om externe schokken zelfstandig op te vangen. Deze hervormingen hebben als doel de totale economische situatie voor de lange termijn te verbeteren, hierdoor wordt het wanbetalingsrisico verkleind.”
Het komt erop neer dat volgens het Nederlandse kabinet Aruba de huidige crisis niet te boven kan komen zonder een substantiële versterking van de al vóór de crisis bestaande kwetsbare economische structuur van het land. Nederland heeft al bij de tweede tranche aangekondigd dat structurele hervormingen over de volle breedte van de economie noodzakelijk zijn en als voorwaarde worden verbonden aan verdere liquiditeitssteun. Nederland zal Aruba hierbij ook bijstaan. De inzet van deze exercitie is dat de economie van Aruba in 2027 zodanig versterkt is, dat het land zijn autonomie beter kan dragen door een betere economische weerbaarheid.
De liquiditeitssteun is verstrekt door het Agentschap van het ministerie van Financiën in opdracht van BZK. De leningen hebben de vorm van een renteloze bulletlening en lopen in april 2022 af. Dit betekent dat er gedurende deze periode voor Aruba geen sprake is van rente en aflossingsverplichtingen. Alleen aan het einde van de termijn zou deze lening moeten worden afgelost. Het CAft heeft geadviseerd de lening na deze periode, die over circa een jaar afloopt, te herfinancieren en dan om te zetten in een zogeheten ‘sinking bond’. Zo kan over een jaar de totaal gegeven liquiditeitssteun geherfinancierd worden, waarbij op dat moment de passende aflossingstermijnen en overige voorwaarden kunnen worden bepaald. Nederland en Aruba zullen hierover uiterlijk zes maanden vóór het aflopen van de lening in overleg treden. Dat zal oktober 2021 zijn. Voorlopig lijkt het wanbetalingsrisico van tafel.