Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het lokale Corc bv zal samen met internationale partners de zegen en het vertrouwen krijgen om de Isla-raffinaderij en petrochemische industrie op Curaçao nieuw leven in te blazen.

F01 CORC krijgt zegen voor IslaDat is op de (bijna) laatste dag van het jaar - een crisisjaar, gezien de coronapandemie en ook het geheel wegvallen van de raffinageproductie - bekend geworden.

Corc heeft, zo bevestigt een ingewijde, de beste papieren. Overheids-nv Refineria di Kòrsou stelt echter dat er ‘geen selectie is gedaan’. ,,Het proces loopt nog en is nog niet afgerond.” Het besluit zou namelijk eerst nog langs de ministerraad moeten. RdK belooft de gemeenschap ‘correct en volledig’ te informeren als er een besluit is.

Vooralsnog blijkt uit informatie waarover het Antilliaans Dagblad beschikt dat Corc als beste uit de bus is gekomen en geldt als ‘preferred bidder’, waarmee de komende tijd verder onderhandeld wordt om tot een definitieve overeenkomst te komen.

Corc bv werd in september dit jaar opgericht en heeft als bedrijfsdoelstelling ‘aardolieraffinaderij, handelsonderneming, laad-, los- en overslagbedrijf (ten behoeve van zeevaart)’, zo vermeldt de Kamer van Koophandel.

In het nieuwe jaar, vanaf maandag 4 januari, beginnen de daadwerkelijke besprekingen met in principe als doel eind februari 2021 een contract te ondertekenen.

Corc heeft een voor Curaçao bekende directeur: Javier Hernández. Deze in Spanje geboren raffinagedeskundige met de Nederlandse nationaliteit kent Isla als zijn broekzak. Hernández was jarenlang directeur van Refineria Isla Curaçao, toen de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA operator was. Hij was erbij toen de BOO-centrale (Curaçao Refinery Utilities, CRU) werd gebouwd.

De inmiddels 80-jarige, maar nog altijd fitte Hernández wordt in het Corc-bestuur bijgestaan door de 49-jarige Curaçaoënaar Manoel ‘Lito’ De Silva De Freitas. Ook hij is bekend met de raffinaderij, maar dan als onderhoudsaannemer via zijn onderneming Dick & Doof Contractors bv.

Corc heeft aan boord Petra Energia SA uit Brazilië. Dit olie- en gasconcern wordt geleid door Roberto Viana. Deze in 1958 geboren Braziliaan studeerde filosofie en economie, werkte voor internationale investeringsbanken, gaf leiding aan Copergas en haalde CNC-PetroChina, Sinopec en Petrogal binnen. In eigen land is Viana vooral actief in de gasproductie, meldt zijn cv.

Verder is er een overeenkomst met GDE Trading, waarbij GDE staat voor het Braziliaanse Grupo Dislub Equador. Ook nu weer is Sinopec (China Petroleum & Chemical Corporation) van de partij, en zal technische expertise en adviezen aan Corc gaan verlenen.

De ruwe olie voor de Isla-raffinaderij moet grotendeels uit Brazilië, Nigeria en Rusland komen. Anders dus dan de afgelopen eeuw toen verreweg de meeste olie uit buurland Venezuela kwam, waar nu de petroleumindustrie vrijwel volledig tot stilstand is gekomen.

Er zou in dit project ook een rol zijn weggelegd voor Unido, de United Nations Industrial Development Organization, een gespecialiseerde VN-organisatie met als doel het bevorderen, promoten en versnellen van de industriële ontwikkeling in ontwikkelingslanden.

Er waren in verband met de selectieprocedure door overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK), eigenaar van alle installaties, bijgestaan door een speciaal PMO-team (Project Management Organisatie) en geadviseerd door IHS Markit in Houston, nog drie aanbieders overgebleven. Gekozen is of zal worden voor de offerte van Corc. Die is in de ogen van RdK/PMO het meest realistisch en haalbaar in een tijd dat raffinaderijen wereldwijd juist sluiten.

Voor Curaçao is de Isla vooral vanwege de werkgelegenheid en het economische aandeel van groot belang. Na beëindiging van het contract met PdVSA, exact een jaar geleden op 31 december 2019, werden alle 915 werknemers in vaste dienst een half jaar lang door CRU/RdK met gemeenschapsgeld doorbetaald. Daarna moesten een paar honderd personeelsleden echter worden afgevloeid. Momenteel staan er nog 550 op de payroll van CRU, dochterbedrijf van RdK. De Isla-vakbonden zijn partner in het Corc-traject.

Het is niet exact bekend wat Corc voornemens is met de Isla, nutsbedrijf CRU en de Curaçao Oil Terminal bij Bullenbaai - het betreft een totaalpakket. Er zijn berichten dat het de bedoeling is om samen met de internationale partners te investeren in het omturnen van de stokoude voormalige Shell-raffinaderij (de raffinaderij werd in 1918 geopend door de Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij) in een veel efficiëntere petrochemische industrie, waar - in tegenstelling tot de ouderwetse olieraffinage - zeker op termijn wel rendement mee valt te behalen.

In het ‘Project Arawak’, zoals de zoektocht naar een nieuwe exploitant werd gedoopt, waren er diverse opties mogelijk: een lease (zoals met PdVSA het geval was), een joint venture, koop/verkoop of zogeheten ‘tolling agreement’. Corc zou samen met GDE Trading uit Brazilië de voorkeur hebben voor dit laatste. Een tolling contract is een overeenkomst waarbij een partij/de klant een grondstof (ruwe olie) aanlevert en een eindproduct (brandstof) teruggeleverd krijgt door de zogeheten ‘toller’.

Corc is de vierde ‘preferred bidder’ in de afgelopen paar jaar. En waarschijnlijk ook de laatste, want als dit traject niet doorgaat, zal het voor RdK bijzonder lastig, zo niet onmogelijk, worden om de Isla - al is het op letterlijk een waakvlam - aan de praat te houden, gezien de enorme (personeels)kosten die hiermee gemoeid zijn.

Eerder zou Curaçao in zee gaan met Guangdong Zhenrong Energy (GZE) uit China, maar die bleek achteraf geen kennis van raffinage te hebben, geen reëel plan en ook geen kapitaal. Daarna kwam Motiva/Aramco in het vizier; die haakte echter af in verband met een onfortuinlijke poging tot omkoping, waarna de toenmalige RdK-directie moest vertrekken. En vorig jaar was Klesch Group de eerstgegadigde. Dat leek een serieuze poging, maar de coronacrisis zorgde vanaf maart/april voor vertraging en uiteindelijk voor zand in de motor, aangezien Klesch weinig heil meer zag in een periode waarin wereldwijd de olie-industrie zwaar in de min zat.

Over het algemeen is - hoewel volgens RdK dus nog niet formeel bevestigd en bezegeld - met blijdschap en enthousiasme kennisgenomen van de vermoedelijk aanstaande selectie van Corc. Het biedt de werknemers en de economie vlak voor de jaarwisseling weer enig perspectief in 2021.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.