Van een onzer verslaggevers
Philipsburg/Willemstad - Het College financieel toezicht (Cft) verwacht dat Sint Maarten al ‘op korte termijn niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen’. Volgens het college ‘met alle gevolgen van dien’.
Het advies aan de regering-Jacobs is dan ook ‘voortvarend invulling te geven aan de met Nederland gemaakte afspraken’ die moeten leiden tot verstrekking van verdere liquiditeitssteun.
Dit schrijft het Cft in een recente brief, van 4 juni, verwijzend naar het besluit van de Rijksministerraad (RMR) van 28 mei om nog niet over te gaan tot uitbetaling van de vijfde tranche liquiditeitssteun van 39 miljoen. Sint Maarten ontving tot nu toe 172 miljoen liquiditeitssteun van Nederland.
Eind maart beschikte Sint Maarten nog maar over 37 miljoen aan liquiditeiten, waarvan 36 miljoen besteedbaar was. De liquiditeiten waren toen ten opzichte van eind 2020 afgenomen met 32 miljoen. Uit de brief van het Cft wordt niet duidelijk hoe de Landskas in Philipsburg er momenteel voorstaat. De situatie zal echter nijpend zijn.
De RMR had voor het eerste kwartaal 2021 een bedrag van 9 miljoen liquiditeitssteun toegekend. Maar op 26 maart heeft de RMR besluitvorming hierover aangehouden vanwege twijfels over de aanwezige steun in de Staten voor de gemaakte afspraken met betrekking tot het Landspakket en het voorstel van Rijkswet Coho. Op 23 april besloot de RMR om na ondertekening van de Uitvoeringsagenda de door het Cft geadviseerde liquiditeitssteun toe te kennen.
Eind vorige maand heeft de RMR dit besluit echter gewijzigd met als reden de zorgwekkende ontwikkeling inzake goed bestuur van de Princess Juliana International Airport (PJIA). De koninkrijksregering besloot pas over te gaan tot het verstrekken van de 39 miljoen nadat de regering van Sint Maarten voldoende doortastend heeft opgetreden om de problemen op de luchthaven structureel op te lossen. ,,Het uitblijven van een volgende tranche liquiditeitssteun heeft direct gevolg voor de liquiditeitspositie van het land”, aldus het Cft. Over het eerste kwartaal is een voorlopig begrotingstekort van 41 miljoen gerealiseerd.
De RMR had in april Sint Maarten dringend verzocht om de begroting van het lopende jaar uiterlijk 15 mei vast te stellen en daarbij rekening te houden met de aanbevelingen van het Cft bij de ontwerpbegroting. ,,Het Cft constateert dat de begroting nog niet is vastgesteld door de Staten. Het Cft vindt dit een zorgwekkende situatie en benadrukt het belang van een zo spoedig mogelijke vaststelling van de begroting, zodat de regering een mandaat heeft tot uitvoering daarvan.”