Cft erkent gevolgen voor lucht- en zeehaven Sint Maarten en Gebe
Van een onzer verslaggevers
Philipsburg - De gevolgen van de coronacrisis en de in reactie daarop genomen maatregelen hebben niet alleen een groot effect op de overheidsfinanciën van - in dit geval - Sint Maarten, aldus Cft, maar zullen ook een ‘aanzienlijke financiële impact op de overheidsvennootschappen (onv’s) hebben’.
,,Zo zijn door de sluiting van de grenzen per eind maart de inkomsten van de luchthaven en de zeehaven direct gedaald. Daarnaast heeft bijvoorbeeld de lage bezetting van de hotels als gevolg van de sluiting van de grenzen ook consequenties voor de inkomsten van overheidsvennootschap energiebedrijf Gebe (in verband met veel minder levering van water en elektriciteit, red.).”
Dit schrijft het College financieel toezicht (Cft) in reactie op de financiële uitvoeringsrapportage over het eerste kwartaal 2020. Cft: ,,Hoewel dit nog niet uit de realisatie van het eerste kwartaal blijkt, heeft Covid-19 een grote impact op de overheidsfinanciën. Zo nemen voor het land de baten af en zorgen de genomen steunmaatregelen voor een aanzienlijke toename van de lasten.”
Aangezien de resultaten en liquiditeitsontwikkeling van de overheidsvennootschappen potentiële risico’s vormen voor de overheidsfinanciën, is het volgens het college van belang dat het land voortdurend inzicht heeft in hun financiële positie en vooruitzichten. ,,Door een goede monitoring kunnen risico’s voor de overheidsfinanciën tijdig worden voorzien en gemitigeerd.” Het Cft vraagt de regering van Sint Maarten ‘bijzondere aandacht’ hiervoor en verwacht een specifieke rapportage hierover in zowel de eerstvolgende maand- als kwartaalrapportages.
Het Cft heeft op 20 mei de eerste uitvoeringsrapportage 2020 ontvangen. Conform de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) ontvangt het Cft de rapportage uiterlijk zes weken na afloop van elk kwartaal. De uitvoeringsrapportage over het eerste kwartaal had uiterlijk 14 mei ingediend moeten worden ‘en is dus met een vertraging ingediend’, aldus voorzitter Raymond Gradus.
In reactie op de (wereldwijde) Covid-19-crisis heeft Sint Maarten eind maart ingrijpende maatregelen moeten nemen, waaronder de sluiting van het luchtruim en de zeehaven. ,,Deze maatregelen hebben grote financieel-economische gevolgen voor het land”, weet het Cft.
De impact van de Covid-19-crisis is in de uitvoeringscijfers van het eerste kwartaal nog beperkt zichtbaar. Voor de komende maanden zijn de gevolgen van de crisis en het herstel daarvan nog ‘onzeker’.
Het prognosticeren van de baten en lasten voor de rest van het jaar is daarom volgens Gradus ‘een moeilijke opgave’. De rapportage over de periode april, mei en juni zal naar verwachting ‘een beter beeld moeten geven’ van de gevolgen van de crisis voor Sint Maarten.
,,Het Cft constateert dat de kwaliteit van de uitvoeringsrapportage is afgenomen”, meldt de brief aan minister Ardwell Irion van Financiën. Zo sluit het overzicht van de kapitaaldienst niet aan en is de toelichting bij de liquiditeiten ‘onvoldoende’. Daarnaast is de tekstuele toelichting niet overal geactualiseerd. ,,Het Cft verzoekt u om bij de uitvoeringsrapportage over het tweede kwartaal een verbeterslag te maken.”
Het verslag toont 124,8 miljoen gulden aan baten en 113,1 miljoen gulden aan lasten. Het begrotingssaldo over het eerste kwartaal komt daardoor uit op +11,7 miljoen. Dit is hoger dan begroot in de op 1 mei vastgestelde begroting (toen werd uitgegaan van 8,1 miljoen), met name vanwege een lagere realisatie aan lasten voor ‘goederen en diensten’.
Het Cft heeft vastgesteld dat Sint Maarten in de begroting een aantal aanbevelingen ‘niet heeft opgevolgd’, zoals het afdoende toelichten van begrotingsposten en dan met name de lasten, die naar het oordeel van het Cft te hoog waren begroot.
Daarbij heeft het college geadviseerd om de lasten te verlagen en aangegeven uiterlijk 2 juni (ruim tien dagen terug) een reactie van Sint Maarten te verwachten, waarin wordt aangegeven in hoeverre, en op welke wijze, rekening wordt gehouden met de aanbevelingen. Het is onduidelijk of en in hoeverre dat ook is gebeurd.
De liquide middelen van Sint Maarten bedroegen ultimo maart 44,3 miljoen gulden, een afname van 3,4 miljoen ten opzichte van de stand per eind december 2019. De door Sint Maarten gerapporteerde betalingsachterstanden zijn ten opzichte van december 2019 met 2,4 miljoen afgenomen tot 117,1 miljoen. De schuldquote van Sint Maarten komt (per eind maart) uit op circa 44 procent van het bruto binnenlands product (bbp), op basis van een bbp van 1.632 miljoen (1,6 miljard) conform de Note Economic Developments van de Centrale Bank CBCS van april 2020.