Van onze correspondent
Den Haag - Het Nederlandse kabinet moet geen geld meer naar Sint Maarten sturen om de tekorten op de begroting te dichten. Dat vindt Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP). Dat blijkt overduidelijk uit vragen die hij stelt aan staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties.
Na zes inleidende vragen geeft Van Raak zijn mening, hoewel uiteraard in een vragende vorm gegoten, in de zevende en laatste vraag: ,,Kunt u verzekeren dat vanuit Nederland geen geld wordt overgemaakt om de tekorten op de begroting van Sint Maarten te betalen voordat het parlement van Sint Maarten de begroting voor 2019 heeft goedgekeurd en de parlementariërs de bezuiniging niet alleen afschuiven op de bevolking van het eiland, maar ook bereid zijn te bezuinigen op hun eigen inkomen?”
Dat Van Raak er schoon genoeg van heeft, was al langer duidelijk. Hij stoort zich al jaren aan de hoge salarissen die de Statenleden zichzelf toebedelen. Het uitstel voor onbepaalde tijd van de Statenvergadering over de begroting voor 2019 was de druppel die de emmer deed overlopen voor het SP-Kamerlid. Het land heeft dus voorlopig nog geen begroting voor het lopende jaar, dat al bijna halverwege is. Het uitstel werd afgelopen week afgedwongen door de oppositie met steun van een Statenlid van de coalitie.
Na orkaan Irma in 2017 heeft Nederland inmiddels tientallen miljoenen euro aan begrotingssteun verleend aan Sint Maarten, omdat het land ook economisch een enorme klap kreeg. Ook is hulp aangeboden om de financiën beter op orde te brengen. De regering van Sint Maarten heeft wel aangeboden om te korten op het eigen inkomen, maar de Staten weigeren dat gebaar te maken.
Na deze feiten in vijf vragen - steeds beginnende met ‘klopt het…’ - te hebben opgesomd, vraagt Van Raak of Knops de houding van de Staten ‘ook opmerkelijk’ vindt, ‘zeker gezien het feit dat de parlementariërs van dit kleinste land van het Koninkrijk het meeste verdienen van alle parlementen’.
De conclusie van het Kamerlid is duidelijk. De vijftien leden van het parlement van Sint Maarten moeten eerst maar eens in de rijk gevulde eigen buidel tasten en een begroting voor 2019 opstellen voor er sprake kan zijn van verdere Nederlandse financiële steun.