Van een onzer verslaggevers
Philipsburg - Het geschorste Statenlid Theo Heiliger heeft volgens het Openbaar Ministerie (OM) ongeveer vier miljoen dollar aan steekpenningen geaccepteerd over een periode van 15 jaar als minister, lid van de Eilandsraad en Statenlid van Sint Maarten.
Dit blijkt uit de regiezitting in de zaak Larimar van afgelopen maandag, zo meldt The Daily Herald.
Het Larimar-onderzoek richt zich op corruptie, witwassen en het betalen en aannemen van steekpenningen in de bouwsector op Sint Maarten. Hierbij zijn volgens het OM ook Heyligers stiefvader G.P., voormalig Windward Roads-directeur J.B. en R.E. betrokken.
Het geld was afkomstig van verschillende bedrijven, zoals Windward Roads bv en Central Concrete Mix bv. Zij rekenden via een Nederlandse tussenpersoon - R.M., die niet aanwezig was tijdens de hoorzitting maandag - contant, via geldoverdrachten of door het verrichten van werkzaamheden aan zijn privéwoning en het schenken van een auto af met Heyliger. In ruil daarvoor werden de ondernemingen in staat gesteld om overheidsopdrachten uit te voeren.
Tijdens zijn afzonderlijke hoorzitting werd Theo Heyliger beschuldigd van het ontvangen van giften in de periode 2004 tot 2019. De belangrijkste beschuldigingen waren onderverdeeld in vier aanklachten.
Bij de eerste aanklacht heeft de officier van justitie geïnformeerd dat Heyliger in de periode van 1 januari 2004 tot 31 maart 2014 meermalen een of meerdere giften heeft aangenomen van Windward Roads bv en/of Central Concrete Mix bv en/of de Nederlandse consultant R.M. en/of Advanced Consultech SA en/of J. Jones, zijnde die giften een geldbedrag van 1.847.685,24 dollar in contanten, geldoverdrachten en een kredietfaciliteit. Ook werden er werkzaamheden verricht aan zijn woning ter waarde van 135.292,88 gulden en kreeg hij een Dodge Charger cadeau ter waarde van ongeveer 200.000 dollar.
In de tweede aanklacht staat dat Heyliger in de periode van 1 april 2009 tot 1 oktober 2011 nog meer steekpenningen aannam van Devcon TCI Ltd. en/of consultant R.M. en/of Caribbean Advice and Consultancy Ltd. Hij ontving 700.000 dollar, althans een contant geldbedrag van 82.468,37 dollar, een giraal geldbedrag van 260.000 dollar en (een deel van) een perceel onroerend goed in Upper Prince’s Quarter, aangeduid als het ‘Mullen-pand’. Dit alles om het toekennen van (bagger)werk aan Devcon TCI Ltd. te vergemakkelijken.
Bij de derde aanklacht wordt Heyliger verdacht van het accepteren van een geldbedrag van Volker Construction International bv en/of Volker Stevin Caribbean nv en/of de Nederlandse consultant R.M. en/of Advanced Consultech S.A. in de periode van 1 februari 2010 tot 31 maart 2014. Deze bedrijven betaalden hem 1.065.524,25 dollar en/of 179.000 dollar, om de toekenning van bouwproject(en) aan Volker Construction International bv en / of Volker Stevin Caribbean nv te vergemakkelijken om een verkeersbrug over de Simpson Bay Lagoon te mogen bouwen.
Onder de vierde aanklacht informeert het OM dat Heyliger naar verluidt het bezit van Mullen heeft verkocht. Zowel de betrokkenheid van R.E. als G.P. in de ‘Larimar’-zaak houdt verband met deze vierde aanklacht. Beiden worden ervan verdacht de verkoop op een minder dan transparante manier te vergemakkelijken en zich bewust te zijn van de criminele oorsprong ervan.
J.B., voormalig directeur van Windward Roads bv en medeverdachte, staat ook voor een uitgebreide lijst van beschuldigingen terecht. De eerste twee aanklachten hebben rechtstreeks betrekking op de bedragen genoemd onder de eerste beschuldiging tegen Theo Heyliger, inclusief de betaling van in totaal 1.847.685,24 dollar en de reparaties aan Heyligers privéwoning voor 135.292.88 gulden om een of meer openbare bouwprojecten te krijgen.
J.B. wordt ook beschuldigd van het vervalsen van tal van facturen in de periode van 17 juni 2013 tot 31 december 2015, door een aantal bedrijven een totaal van 627.726,76 dollar te betalen voor fictief werk dat nooit is uitgevoerd in opdracht van Windward Roads.
Heyligers advocaat Eldon ‘Peppie’ Sulvaran vond het vreemd dat hoofdgetuige R.M. in de ‘Larimar’-zaak niet tegelijkertijd met zijn cliënten geconfronteerd werd met een strafrechter en verzocht R.M. om aanwezig te zijn tijdens de volgende hoorzitting. De rechter was het eens met Sulvaran.
Een andere kleine overwinning voor de verdediging was dat Heyliger niet langer binnen twee weken 250.000 dollar zal moeten ophoesten voor zijn borgtocht. Sulvaran informeerde de rechter dat R.M. geen borgtocht hoefde te betalen en was vrijgelaten om ‘vrij rond te zwerven in Nederland, terwijl zijn cliënt zijn paspoort moest opgeven en een flinke borgsom moest storten als borgtocht’. De rechter was het met de advocaat eens en zei dat een garantie van fondsen tegen de 250.000 dollar ontvankelijk is.
De rechter keurde acht getuigen goed om door het defensieteam te worden gehoord, onder wie de belangrijke getuige R.M. die in de rechtbank persoonlijk moet verschijnen om vragen van de verdediging te beantwoorden.
De twee uur durende sessie werd uitgesteld tot september 2019. De zaak tegen de verdachten J.B. en R.E. zal dan ook worden voortgezet omdat de advocaten van beide verdachten hebben aangevoerd dat zij niet in het bezit zijn van het volledige dossier. Afgesproken werd dat de officier van justitie relevante dossiers aan de verdediging overhandigt.