Zorgen over de economie (122)
,,De economische toestand heeft vele tientallen jaren zorgen gebaard. Reeds 60 jaar geleden kwamen deskundigen uit Nederland naar hier om het landbouwprobleem te bestuderen. Het heeft niet mogen baten. De moderne techniek, de moderne methoden die in de landbouw worden toegepast, wellicht de mogelijkheid om zeewater zo te ontzouten, dat het bruikbaar wordt voor de landbouw, kunnen enige hoop geven. Het zal echter veel geld en zweet kosten voor Bonaire hiermede kan worden geholpen. Bij de bespreking van het toeristenverkeer zal ik aantonen dat er in een paar jaar tijd 582 personen naar Bonaire terugkwamen. Hierbij moet men optellen het aantal jongelieden dat jaarlijks van de scholen komt. Men zal dan wel moeten begrijpen dat het probleem Bonaire niet op te lossen is door een aansluiting bij Curaçao op welke wijze dan ook. Wij hebben onze buik vol van Curaçao. De ouderen onder ons zullen zich herinneren hoe er gevochten moest worden, met de vuist op de tafel om maar iets van Curaçao los te peuteren. Wanneer men het drama van de eerste asfaltstraat van Kralendijk hoort, dat zich tussen Bonaire en Curaçao heeft afgespeeld, dan kan men het nauwelijks geloven. Daarom: ‘Beware of Curaçao!’ En wanneer ik nu over de werklozen spreek mijnheer de voorzitter, zou ik aan het Bestuurscollege willen vragen, of men gedacht heeft aan Nieuwpoort een telegram te sturen naar aanleiding van een bericht in de kranten waarin men mededeelt, dat men meer landskinderen in dienst zal nemen.”
Protest
,,Ik moet hier wel nadrukkelijk protesteren. Mijnheer de voorzitter tegen uw uitlatingen tegen de journalisten, dat de koppeling van Bonaire aan Curaçao een einde zou maken aan de onverantwoorde wijze van gelden uitgaven. Ik ben mij er niet van bewust dat onder het vorige eerste Bestuurscollege gelden op onverantwoorde wijze zijn uitgegeven. Ik ben van mening dat wij zeer conservatief te werk zijn gegaan. TE conservatief zou ik zeggen nu ik het geld verslingeren van dit College zie.
Bonaire is alleen geholpen door een eerlijk rechtvaardig bestuur, dat ernstig in samenwerking met regering en Staten verbetering in de diverse toestanden tracht te brengen. Dat kan alleen maar indien er een wil tot samenwerken is. Dat komt niet tot stand zolang in het Bestuurscollege de man met de grootste mond zijn zin krijgt die begint te schreeuwen wanneer hij zijn zin niet krijgt, die de curator over de Gezaghebber speelt. Het kan alleen dan, wanneer de allerbesten van het eiland naar voren worden geroepen om mee te helpen Bonaire op te bouwen. Maar onder de regelingen die thans bestaan, zal dit een utopie blijven.”
Vragen
,,En wat moeten wij nu zeggen van het huidige Bestuurscollege, mijnheer de voorzitter? Wat heeft het nieuwe bestuur in de anderhalve maand, die het aan het bewind is, al zo gepresteerd? Vriendjespolitiek bedreven. Gezorgd dat de leden die een grote mond opzetten de mond gestopt wordt.
Waar zijn de grote plannen voor de lotsverbetering van de arbeiders? Waar zijn de grote plannen tot de economische opheffing van Bonaire?
Waar zijn de bezuinigingen die men zou doorvoeren? Meer geld uitgeven hebben wij reeds kunnen constateren, meer personeel, meer ondergeschikten, meer macht!!
Hoe staat het met de begroting van 1956? Heeft het Bestuurscollege aan de Raad nog geen voorstellen te doen? Heeft het Bestuurscollege reeds overleg gepleegd met de regering over deze begroting? Doet het Bestuurscollege iets of praat het alleen maar? Wat moet men zeggen vaneen gedeputeerde die in zijn krantje een lid van het vorige Bestuurscollege beschuldigt van verduistering van fl. 40.000,-?
Wat moet men zeggen van deze gedeputeerde die dan weigert antwoord te geven op de vragen die dienaangaande gesteld worden?
Vindt hij die fl. 40.000,- van zo weinig belang dat op de vragen niet geantwoord behoeft te worden?
Of is er van die beschuldiging niets waar? Ik heb heden nieuwe vragen ingediend, vragen waarop het Bestuurscollege zal MOETEN antwoorden en deze zaal zal het zich niet kunnen verschuilen achter een slimmigheidje dat men niet ingaat op hetgeen in een plaatselijk blaadje staat geschreven. Een blaadje dat notabene door de gedeputeerde zelf wordt uitgegeven! Is dat niet laf mijnheer de voorzitter?”
Achteruit
,,Mijnheer de voorzitter, deze anderhalve maand van nieuw bewind heeft bewezen dat Bonaire erop achteruit is gegaan. Deze anderhalve maand heeft bewezen dat dit Bestuurscollege de capaciteiten niet, althans de capaciteit mist om de grote mond van een lid er van te weerstaan. Twee leden zijn bijlopers, het ene lid treedt op als dictator en het gelukt hem vrijwel. Ik feliciteer Bonaire niet met dit College van Bestuur, mijnheer de voorzitter.”
Ik sprak mijn ernstige afkeuring uit over de daden van dit College.
Na deze rede te hebben uitgesproken, een rede waarin toch wel wat stof is om erop te reageren, komt als enige reactie van de heer Julio Abraham: ,,De gedeputeerde, de heer Abraham krijgt dan het woord en vraagt de Raad geduld te hebben en zegt dat met de medewerking van de Raad, veel voor Bonaire zal kunnen worden gedaan. De heer Gerharts bedankt hij voor zijn woorden tot hem gericht. Het is de gewoonte van de heer Gerharts om hem aan te vallen.”
Negen maanden na deze vergadering wisten de gedeputeerden Julio Abraham en mevrouw Hellmund mij, met de hulp van drie meinedige rechercheurs, buiten gevecht te stellen. Of ik dat verhaal, dat begon met de moord Schouten in de Kerkstraat te Curaçao, zal vertellen, moet ik nog eens overdenken. Sommige oude koeien moet men niet uit de sloot halen.
De ‘politiek’ was hiermede voor mij afgelopen. Dat wil zeggen, de directe acties politiek. Vele malen werd gebruikgemaakt van mijn ‘adviserende stem’, zoals Gezaghebber Wijs de Haseth zo dikwijls zei. Het was een interessante tijd, waarin vaak met aandacht naar de ‘Stem van Bonaire’ werd geluisterd.