Opinie: Waarom btw beter is dan abb
Door Germaine Rekwest en Hans Ruiter
Op 29 januari 2021 vond het belastingwebinar ‘btw vs. abb’ plaats, dat georganiseerd werd door de universiteiten van Aruba en Curaçao en waar een keur aan nationale en internationale sprekers met elkaar in gesprek gingen. Het webinar trok veel belangstelling, getuige de opkomst van meer dan 300 deelnemers uit Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Suriname en Nederland.
Onder leiding van moderator mr. Germaine Rekwest (UoC), die in haar introductie verwees naar het recent gepubliceerd SER-advies over de concept-landsverordening abb (waar het Antilliaans Dagblad op 30 december en 29 januari jongstleden over berichtte), en panelleider mr. Hans Ruiter (Grant Thornton Aruba) werd stevig gediscussieerd over de toekomst van de indirecte belastingen. De paneldiscussie werd ingeleid door internationale sprekers, prof. dr. Ad van Doesum (Universiteit van Maastricht) en prof. dr. Sijbren Cnossen (Erasmus Universiteit Rotterdam) met een heldere uiteenzetting over de omzetbelastingsystemen, het doel van een omzetbelasting en de voor- en nadelen van de verschillende omzetbelastingsystemen, in het bijzonder de btw en de abb. Vervolgens werden stellingen voor de discussie aangebracht door panelleden mr. Luenne Pieters (Belastingdienst Aruba) en mr. Julian Lopez Ramirez (Deloitte Curaçao).
Duidelijk is geworden dat de indirecte belastingen, ook wel consumptiebelastingen genoemd, een belangrijk onderdeel uitmaken van de totale belastingopbrengsten van een land. In Nederland was dat bijvoorbeeld 17,6 procent in 2018. In Nieuw-Zeeland was dat in 2018 maar liefst 29,6 procent.
Prof. Van Doesum benadrukt dat het oorspronkelijke doel van de indirecte belasting is het belasten van consumptie, en niet het bedrijf dat de consumptie mogelijk maakt. Er is daarbij de mogelijkheid om één schakel in de distributieketen te belasten of meerdere schakels. Op Aruba en Curaçao worden alle schakels in de distributieketen belast. Daarbij kan zowel op Aruba als op Curaçao op dit moment de in rekening gebrachte belasting niet (Aruba) of vrijwel niet (Curaçao) worden afgetrokken. Er is dus sprake van een cumulatief cascade stelsel. Een nadeel van een dergelijk systeem is dat het economische inefficiënties kan veroorzaken, aldus prof. Van Doesum. Bedrijven gaan bijvoorbeeld rechtstreeks in het buitenland inkopen in plaats van bij de lokale groothandel om belasting te verlagen. Een indirecte belasting zou een dergelijk effect niet mogen hebben. Een abb-systeem heeft kenmerken van verschillende soorten indirecte belastingsystemen die volgens prof. Van Doesum niet leiden tot een goed indirecte-belastingsysteem.
Emeritus-hoogleraar prof. Dr. Sijbren Cnossen, die meegewerkt heeft aan de IMF-rapporten over de verbruiksbelasting, is groot voorstander van een modern btw-systeem. Meer dan 165 landen ter wereld hanteren een btw-systeem en vrijwel alle Caricom-landen hebben voor dit systeem gekozen. Nieuw-Zeeland is een goed voorbeeld van een modern btw-systeem. De stelling die prof. Cnossen heeft ingebracht luidt: ,,Na Covid-19 hebben Aruba en Curaçao een modern belastingstelsel nodig dat fair, efficiënt en eenvoudig is, maar ook in staat voldoende overheidsinkomsten te genereren.” De laatste voorwaarde betekent dat de huidige omzetbelasting (ob) voorlopig in afgeslankte vorm dient te worden gehandhaafd. Daarnaast dient een simpele btw te worden geïntroduceerd die geleidelijk de taak van de omzetbelasting overneemt. De btw wordt alleen geheven van ondernemingen die niet aan de omzetbelasting zijn onderworpen en de omzetbelasting alleen van ondernemingen die niet voor de btw zijn geregistreerd. Initieel kent de btw daarom een zeer hoge kleine-ondernemersvrijstelling. Daarnaast is het van groot belang dat het stelsel van accijnzen en milieuheffingen wordt gemoderniseerd. Op de vraag van de deelnemers wat het btw-tarief dan zou moeten zijn, reageert prof. Cnossen dat het tarief afhankelijk is van de gewenste belastingopbrengst.
Een brede en neutrale consumptiebelasting is een essentieel onderdeel van een modern stelsel, aldus prof. Cnossen. Goederen en diensten moeten op dezelfde wijze worden belast. De taak van de belastingdienst zou daarbij beperkt moeten zijn tot voorlichting en controle op naleving.
In de paneldiscussie bevestigt mr. Luenne Pieters (directeur van de belastingdienst Aruba) deze visie en benadrukt ze in dit kader de noodzaak dat de medewerkers van de belastingdienst opgeleid worden in het nieuwe omzetbelastingsysteem zodat ze hun taak goed kunnen uitvoeren.
Professor Cnossen is een uitgesproken tegenstander van de abb omdat een heffing op invoer de handel belemmert. Daarnaast heeft alleen de fabrikant of producent recht op aftrek van de voorbelasting. Bovendien is een heffing op diensten moeilijk omdat een dienst moeilijk te definiëren is. Het feit dat een abb grotendeels cumulatief is en voor economische inefficiënties zorgt, maakt dat een abb niet de voorkeur heeft. Ook drukt een cumulatief stelsel zwaarder op de lage inkomensgroepen.
Bij de paneldiscussie wordt door mr. Pieters onder meer gesteld: ,,De Covid-19-uitbraak heeft het leven van veel mensen over de hele wereld beïnvloed, waaronder ook Aruba. Wij zien dat belastingdiensten en douane wereldwijd een leidende rol spelen bij het aanpakken van grote gebeurtenissen zoals het aanbieden van economische verlichting en het vergemakkelijken van grensoverschrijdend verkeer van essentiële goederen en diensten. De belastingdienst dient aan de ene kant een ineenstorting van de (belasting)inkomsten van het Land te voorkomen om de economie te helpen stabiliseren, en aan de andere kant ook veiligheids- en gezondheidsvoorzorgsmaatregelen te nemen om werknemers en belastingbetalers te beschermen. Dit is een moeilijk evenwicht. Het kan niet worden ontkend dat een bestedingsbelasting, in tegenstelling tot een inkomstenbelasting, de neiging heeft tot degressiviteit in plaats van progressiviteit. Dat wil zeggen dat de belasting, relatief gezien, zwaarder drukt op lagere dan op hogere inkomens.”
Haar stelling luidt: ,,Is de tijd nu rijp om een btw-stelsel in te voeren of schieten wij onszelf in de voet in het midden van deze pandemie?” De panelleden waren het met elkaar eens dat het van groot belang is om een goed belastingstelsel te kiezen, juist in deze economisch moeilijke tijden. De uitvoerbaarheid is daarbij van groot belang. Het is essentieel dat een systeem wordt gekozen dat de handel niet belemmert en geen economische inefficiënties veroorzaakt.
Panellid mr. Julian Lopez Ramirez heeft bij de paneldiscussie de vraag opgeworpen of het argument om op dit moment niet een btw-stelsel in te voeren vanwege diens complexiteit in de uitvoering voor zowel de overheid als het bedrijfsleven een valide argument is. Een goed vormgegeven btw-stelsel zou juist eenvoudiger uit te voeren zijn dan een abb, aldus Lopez Ramirez.
Het webinar werd afgesloten met een dankwoord aan alle sprekers en de universiteiten van Aruba en Curaçao voor het bieden van een podium om met elkaar van gedachten te wisselen over de toekomst van de indirecte belastingen.
Mr. Germaine Rekwest is promovenda fiscaal recht aan de University of Curaçao en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Mr. Hans Ruiter is tax partner bij Grant Thornton op Aruba.