Solliciteren is op zich al geen feest en naarmate de zoektocht langer duurt, gaat het zelfs steeds meer richting de ‘koffie-met-plakje-cake-op-een-begrafenis’ samenkomst. Na een jaar te hebben gesolliciteerd, en hier en daar uitgenodigd te zijn op een gesprek, is de gedachte die in het begin ergens diep verborgen zat en steeds meer naar boven is komen drijven: waar ben ik in Godsnaam mee bezig?
Telkens jezelf weer moeten presenteren, bewijzen, verkopen, en voordoen als iemand die je, zoals je dat heus wel weet niet echt bent, maakt dat je aan jezelf gaat twijfelen. Je zou kunnen eindigen in zowaar een identiteitscrisis. ‘Carrièretijger’, ‘go-getter’, ‘perfectionist’ en ‘leergierig’, allemaal woorden waarvan je normaal een cynisch glimlachje op je gezicht kreeg, zijn nu woorden die je schaamteloos in het rond gaat gooien. Je sprankelt als een heldere ster aan het firmament, en je straalt een ongekende energie en enthousiasme uit tijdens het gesprek die je lichaam weer verlaten op het moment dat je weer op straat staat en je als een leeggelopen ballonnetje naar je auto sleept.
Je kan moeilijk in het gesprek zeggen dat je daar zit omdat je gewoon geen keus hebt en rekeningen moet betalen, maar dat je eigenlijk het liefst zit te Netflixen terwijl je tegelijkertijd je Soda Crush-score aan het bijwerken bent. Soms vraag je je af of de werkgever/interviewer zich wel realiseert dat ze met mensen te maken hebben omdat het lijkt alsof ze denken overal mee weg te kunnen komen: Gaande van: ,,Nee het salaris geven we pas te kennen bij de volgende ronde” (huh? Een geheim salaris?), via: ,,Stuur een video-opname en vertel wat over jezelf”, (cringe) tot: je na een paar zeer positieve gesprekken maandenlang laten wachten op het beloofde aanbod en vervolgens vragen of je nog een keer langs kan komen en je dan niet te woord kunnen staan omdat ze een dubbele afspraak hebben gemaakt.
Al met al realiseer je je wel dat solliciteren ‘not for the weak’ is. De zoektocht wordt een soort steile uitputtingsloop op de ‘Boulevard of Broken Dreams’ waarbij naarmate je verder komt de avondverlichting na een paar keer treurig te hebben geflikkerd, het heeft begeven.
Het omschrijven van functies in vacatures lijkt ook tot een knutselkunst met woorden te worden verheven. Onbegrijpelijke omschrijvingen van onbekende werkzaamheden, onmogelijke persoonlijkheidskenmerken en bovenmenselijke inspanning en toewijding vieren hoogtij. Mocht je de eer hebben om uit te worden genodigd voor een gesprek, maak dan je borst maar nat. Elke voorbereiding met ChatGPT-gegenereerde antwoorden op mogelijke vragen verdwijnt als sneeuw voor de zon als je voor een panel zit; drie man sterk die om de beurt hoepels omhooghouden, al dan niet in brand gestoken, waar je door moet springen. Al hupsend wring je je in allerlei bochten om onkunde te verkopen als een ‘opportunity to learn’, gebrek aan bepaalde ervaring om te kletsen naar ‘openstaan voor nieuwe dingen’ en de specifieke opleiding die op het eerste gezicht niks te maken heeft met de functie in hun ogen te doen vervagen en te vervangen door wat je wél in je mars hebt.
Uiteindelijk lijkt het eigenlijk meer op een goochelshow waar in de lege kast, nadat de wolk met glitters en confetti is opgetrokken, ze alleen nog jou zien staan: de perfecte kandidaat, liefst vergezeld van engelengezang en een lichtstraal die precies zo valt dat je er prachtig uitziet én vijf kilo lichter.
Het zou fijn zijn om te weten voor welke maandelijkse beloning je in dit circus optreedt voordat je bij een sprong door de opgehouden hoepel je enkel verstuikt en als aangeschoten wild weer op zoek moet naar de volgende vacature. Misschien zou het verplichten om een salarisbereik openbaar te maken bij het openstellen van een vacature geen slecht idee zijn. Het voorkomt in ieder geval de onmogelijk goed te beantwoorden vraag op het sollicitatiegesprek: ,,Wat voor salaris hebt u in gedachten?”
Sheraida McWilliam
Curaçao