Met Caribische belastingstelsels; nu met nieuwe wetgeving
Door Wessel Geursen
Al sinds 2000 probeert de Europese Unie (EU) invloed uit te oefenen op preferentiële belastingregimes van lidstaten van de EU. Die bemoeienis beperkt zich niet tot het Europese continent. Ook de Caribische delen van de lidstaten dienden zich volgens de EU te onthouden van oneerlijke belastingconcurrentie. Er werd daarover een gedragscode afgesproken tussen de lidstaten. Dat leidde tot een Nieuw Fiscaal Raamwerk, waarmee de preferentiële belastingregimes van de voormalige Nederlandse Antillen moesten worden afgeschaft. Ook Europees Nederlandse regelingen gingen op de helling.
De gedragscode is juridisch niet bindend. De Europese Commissie probeerde daarom sommige voordelige belastingmaatregelen als verboden staatssteun aan te merken. Het staatssteunverbod is juridisch namelijk wel afdwingbaar. Dat lukte met wisselend succes. Dat verbod heeft ook preventieve werking: lidstaten proberen hun nieuwe fiscale wetgeving voortaan ook ‘staatssteunproof’ te maken.
Waar de gedragscode wel de Caribische gebiedsdelen betrof, zijn de staatssteunregels hier niet van toepassing; die gelden alleen in de interne markt en daarom alleen in Europees Nederland. Sinds een jaar is nieuwe wetgeving van kracht waarmee de Europese Commissie ook buitenlandse staatssteun kan aanpakken. Dat doet zij met de buitenlandse subsidieverordening. Die EU-verordening is op veel meer van toepassing dan alleen subsidies. Het gaat om een breed scala aan financiële bijdragen van buitenlandse overheden. Fiscale stimuleringsmaatregelen en kwijtschelding van belastingschulden of het niet innen daarvan zijn zelfs expliciet aangemerkt als financiële bijdragen.
Het ontvangen van die financiële bijdragen door ondernemingen is niet verboden. Wanneer een onderneming actief is op de Europese interne markt en daar bijvoorbeeld een overname wil doen of wil meedingen in een openbare aanbesteding, zal zij alle financiële bijdragen (in welke vorm dan ook) die zij heeft ontvangen van buitenlandse overheden bij elkaar moeten optellen. Wanneer die boven een bepaalde drempel uitkomen, zal er melding van de overname of de inschrijving op de aanbesteding moeten worden gedaan bij de Europese Commissie. Zij zal dan beoordelen of die financiële bijdragen concurrentieverstorend zijn en zo ja welke maatregelen daartegen moeten worden genomen.
Praktisch betekent dit voor ondernemingen die financiële bijdragen ontvangen dat zij die bijdragen binnen hun concern moeten rapporteren en bijhouden. Wanneer ondernemingen die actief zijn op de Europese interne markt gebruik maken van Caribische preferentiële belastingmaatregelen of belastingschulden worden kwijtgescholden of niet geïnd, zal ook dit goed moeten worden geregistreerd.
Over deze ontwikkelingen zal op 12 september 2024 van 18:00-20.00 uur een lezing bij Kura Hulanda Conference Center worden gegeven door ondergetekende. Dan zal de spreker op basis van zijn proefschriftonderzoek ook antwoord geven op de vraag of de Caribische delen van het Koninkrijk ook als buitenlandse overheden kunnen worden aangemerkt onder de nieuwe buitenlandse subsidieverordening. Duidelijk zal worden dat er genoeg redenen zijn waarom dat risico er wel is. De lezing wordt georganiseerd door de IFA Branch Curaçao-Aruba-Sint Maarten van de International Fiscal Association in samenwerking met Europe Direct Curaçao. Voor meer informatie: www.ifa-cas.com (agenda).
De auteur van deze opiniebijdrage, Mr. dr. Wessel Geursen, is in april 2024 gepromoveerd op een onderzoek naar de territoriale reikwijdte van het EU-recht (Mapping the Territorial Scope of EU Law, The Hague: Eleven, 2024, 362p.). Deze analyse, aan het Antilliaans Dagblad voor publicatie aangeboden, en de lezing worden gegeven op persoonlijke titel.