Een open memorandum aan Mark Rutte, premier van Nederland
Door Mike Eman
Dit memorandum geeft uiting aan mijn grote zorgen over de conditie van ons Koninkrijk. Dat gaat gepaard met onze grote zorgen omtrent Covid-19. Aruba en Nederland zien met bezorgdheid dat de pandemie nog niet over is, sterker nog, het laat zich de afgelopen tijd sterker gelden. De economische dreun is wereldwijd, maar verschilt toch nog enorm. De economie van Aruba die zo afhankelijk is van het toerisme, staat op een zeer kritisch moment in haar geschiedenis, terwijl Nederland er sneller bovenop zal komen. De ramp die zich nu voltrekt heeft de urgentie groter en acuter gemaakt om nu naar de kwaliteit van het Koninkrijksverband te kijken.
Dit memorandum doet een beroep op hart en verstand van alle betrokkenen. Onze landen, hier en daar, zijn door méér gebonden dan louter zakelijke afwegingen of omwille van het verleden. 18 Maart is de nationale feestdag van Aruba. Als minister-president en als parlementariër heb ik op die dag toespraken gehouden. Iedere keer sprak ik dan met veel trots over Aruba en óns Koninkrijk en hoe het unieke verband tussen de eilanden en Nederland een balans is tussen hart en verstand. Over dat intelligente, maar ook kostbare evenwicht sprak ik temeer met trots, omdat de gekozen structuur gebaseerd is op Arubaanse inspiratie.
Status aparte
Begin vorige eeuw klonk in de koloniale wereld de roep om onafhankelijkheid. Eerst voorzichtig, later luider. Ook in het Koninkrijk der Nederlanden met zijn delen in Europa, Azië en Amerika was dat het geval. Op Aruba kreeg dit geluid een eigen karakter. Enerzijds was daar het geloof in eigen kunnen en kracht, ingebed in een sterke en emotionele volksbeweging: baas in eigen huis zijn. Dat was het gevoel van het hart. Maar het verstand dacht mee en projecteerde een toekomst van samenwerking: het bredere Koninkrijk kon waarborgen en zekerheid bieden, zodat dit kleine eiland zich duurzaam zou kunnen ontplooien in een grote wereld. Op 18 maart 1948 diende wijlen mijn vader, Shon A. Eman, namens Aruba een voorstel in tijdens de Rondetafelconferentie in Den Haag over de toekomst van het Koninkrijk. Daarin stond de wens van Aruba vervat voor een afzonderlijke status binnen het Koninkrijk. Die motie werd unaniem aanvaard, met steun van de leider van Curaçao, Moises da Costa Gomez. Deze afzonderlijke positie voor Aruba werd vrijwel het model voor de ‘status aparte’ die Aruba in 1986 bereikte. Ook de variatie in eigenschappen van de nieuwe generatie ‘founding fathers’ van Aruba, Betico Croes, Henny Eman, Watty Vos, Mito Croes en Nel Oduber, hebben de balans gehandhaafd tussen hart en verstand. Ik zei eerder ‘vrijwel’ want Nederland stelde in 1986 als voorwaarde voor deze status dat Aruba na tien jaar uit het Koninkrijk zou moeten stappen. Maar dat paste juist níét in ons ideaal. Deel blijven uitmaken van het Koninkrijk was een wezenlijk kenmerk van wat in 1948 door mijn vader reeds onder woorden werd gebracht. De doordachte én doorvoelde combinatie van zelfstandigheid en gezamenlijkheid. Een formule van hart en van verstand.
Ook historische toevalligheden maken dat dit onderwerp zeer na aan mijn hart ligt. De geschiedenis wilde dat het weer een Eman was, dit keer mijn broer Henny, die de missie van mijn vader en grootvader mocht afmaken. Hij kon als eerste minister-president van Aruba, samen met premier Wim Kok, die uittreedbepaling formeel wegstrepen. Dat werd bij Koninklijk Besluit vastgelegd. Aruba bleef binnen het Koninkrijk. Een bewuste, goed doordachte en van een door het hart genomen keuze. Weer 14 jaar later, in 2010, zou datzelfde model worden toegepast voor de status van Curaçao en van Sint Maarten. Nog steeds vind ik het een prachtige combinatie van de emotionele nationale trots die elk volk zich wenst met de verstandige overweging om tegelijk intensieve samenwerking te hebben op die gebieden die logisch en noodzakelijk zijn op Koninkrijksniveau.
Niet om het geld
Voor Aruba was de status aparte een ideaal. Een ideaal van nationale fierheid, gedeeld met vrienden in een groter verband. Hart en verstand. Zeker geen financieel opportunisme. In al die afgelopen jaren was er geen enkel moment aan te wijzen dat Aruba de directe band met Nederland wenste omwille van geld uit Den Haag. Bij de verwezenlijking van de status aparte in 1986 kreeg Aruba trouwens helemaal geen giften of kwijtscheldingen. Het was zelfs omgekeerd. Aruba nam zijn deel van de staatschuld van de Nederlandse Antillen mee op zijn schouders en tevens de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een solidariteitsfonds voor de kleine eilanden (nu BES). Een bereidheid en solidariteit die met kleinere eilanden al vele jaren daarvoor reeds bij de geboorte van het streven voor een afzonderlijke status door de pioniers werden uitgesproken.
Nadat wij de centraal georganiseerde Antillen achter ons hadden gelaten, leek het alsof Aruba een sterkere motor had gekregen. Alsof het eiland opnieuw was gezegend. Alles groeide en bloeide sindsdien harder: de economie, de bevolking, het toerisme, ons nationaal inkomen en het inkomen per hoofd van de bevolking, onze sociale voorzieningen, enfin, noem maar op. Aruba werd een goed verzorgd en onderhouden eiland met een sterke sociaal-maatschappelijke basis. Ook tegenslagen overwonnen we op eigen kracht. Daar waren fikse opdoffers bij, zoals internationale economische recessies en tot tweemaal toe de sluiting van de raffinaderij met grote gevolgen voor de werkgelegenheid. Maar we kwamen er bovenop en ook weer op eigen kracht. Natuurlijk was er best wel eens gedoe. Over politiek kan er stevig worden geruzied. Maar het nationale volkslied zingen we allemaal hetzelfde en allemaal uit volle borst. Aruba, dushi tera. Aruba, mijn geliefd land.
Ja, ook de staatsschuld groeide. Onze economie beweegt sterk mee op de internationale conjunctuur en we hebben de staatsschuld vaak als buffer moeten gebruiken om crises te overkomen met grote investeringimpulsen. Ook het creëren van draagvlak kost wel eens matiging of gefaseerde aanpassingen. Op eigen kracht hebben we het altijd gedaan, Koninkrijksgenoot Nederland hielp daar niet bij. Wij kregen geen staatsschuld kwijtgescholden in 1986, Curaçao en Sint Maarten wel in 2010. Aruba heeft zijn leningen altijd zelf geplaatst op de buitenlandse markt tegen duidelijk hogere rentes, terwijl de twee andere landen mogen meeliften op het veel lagere Nederlandse renteniveau. Hier zou een gebaar van Nederland al enorm kunnen helpen.
Tweezijdig voordeel
Nog steeds heb ik dat ideaal van hart en verstand. Nog steeds geloof ik er heilig in dat dit precies die formule is waarbij Aruba en het Koninkrijk het beste gedijen. Ja, ook het Koninkrijk! Dankzij Aruba heeft het Koninkrijk een actieve post voor de kust van de Amerikaanse continenten. Je zou het een bijzonder voorrecht kunnen noemen voor een land van de Europese Unie, dat een kwart van de aardbol naar het oosten is gelegen, met de Atlantische Oceaan ertussen. Aruba kent en verstaat de cultuur en taal van Latijns-Amerika, Midden-Amerika en Noord-Amerika. Voor een handelsland als Nederland zou dat toch een luxe omstandigheid kunnen zijn. Aruba kan zelfs in menig opzicht een etalage zijn van de grotere en imposante Nederlandse handel, tegenwoordig vooral op de innovatieve gebieden van informatietechnologie, ecologie en klimaat. Ik herinner me, beste Mark, dat jij bij ons op Aruba was met je handelsmissie en onder de indruk was van de vele initiatieven van Aruba, al die vestigingen en samenwerking met Nederlandse instituten. Je zag de successen en het potentieel van de brugfunctie en deze innovatieve samenwerking. ,,Fantastisch, samen geld verdienen!”, klonk het enthousiast uit jouw mond tegen iedereen die je tegenkwam en dat waren er velen. Je gaf ons hoop en uitzicht op dat kostbare hart en verstand.
In die dagen is op een ander gebied het nut van gezamenlijkheid bewezen. Op verzoek van jou en de Nederlandse regering heb ik actief gelobbyd, vooral in Latijns-, Midden-Amerika en heel intensief bij small island development states, voor een Nederlandse zetel in de Veiligheidsraad. Namens Nederland heb ik het Koninkrijk vertegenwoordigd en het woord gevoerd in vergaderingen van de Verenigde Naties en vele andere platforms en bilaterale bijeenkomsten. Juist als voorbeeld van een succesvol eiland met een bijzondere groene visie en agenda. Deze intensieve samenwerking met Nederland gaf mij een geweldig goed gevoel. Nederland behaalde inderdaad zijn gewenste zetel en de zichtbare aanwezigheid van Aruba op het internationale platform was tegelijk een enorme steun voor de groene en progressieve visie van Aruba.
Voor Aruba zijn er vele voordelen. Aruba heeft als klein land met een kleine economie het voordeel structurele banden te hebben met een middelgroot Europees land, een van de oprichters van de Europese Unie. Dat geeft de Arubaanse stem niet alleen meer gewicht, maar betekent tevens dat Nederland de structurele buitenlandse belangen verzorgt, zoals de externe veiligheid (Defensie) en de diplomatieke betrekkingen. Voorts maakt Aruba deel uit van het grotere rechtssysteem van het Koninkrijk. Ook op vele andere terreinen biedt Nederland geweldige schaalvoordelen. Veel Arubanen hebben in Nederland gestudeerd. Op medisch gebied zijn er uitstekende contacten en samenwerking met topinstellingen in Nederland. Hart en verstand! In goede balans is het een wondermiddel voor wie het wil zien en gebruiken. Het is exact dit ideaal waarom ik de politiek in wilde. Mijn visie was helemaal daarop geënt, want het ging om wij. Samen met de burgers van Aruba wilde ik vormgeven aan een gezamenlijk Koninkrijk. Wat een prachtige maar tegelijk ook, wat een kostbare opdracht! Mijn premierschap heb ik elke dag opnieuw geprobeerd te plaatsen in dat perspectief. Binnen in de bestuurskamers, buiten tussen de mensen, onderweg, op zoek naar kansen voor Aruba, in Den Haag, New York of waar dan ook. Mijn idealisme was mijn visie om ons eiland een model te maken waar welvaart en welzijn hand in hand gaan.
Omwille van de toekomst van Aruba was mijn agenda erop gericht om samen met Nederlandse kennis en met de kracht van het Nederlandse bedrijfsleven van Aruba een model te maken van ecologische en energetische innovatie. TNO kwam naar Aruba. KLM keerde terug. Port Amsterdam werd partner bij het ontwikkelen van onze nieuwe havengebieden. De Scheepvaartschool Rotterdam en Rietveld Academie werden partners bij onze kennis-economische ontwikkelingen. Samenwerking met Phillips werd model voor transitie naar ledverlichting. Het partnerschap met Schiphol maakte van Reina Beatrix Airport een model-luchthaven met innovatieve en efficiënte geautomatiseerde poortcontrole. Ach, we wilden zo veel. Natuurlijk meer dan in die paar jaren konden, maar we waren geëngageerd en dus ook ongeduldig. De stip met idealen staat op de horizon en die is een eind weg. Maar wie niet vertrekt, zal nooit aankomen.
Het juiste moment
Als politicus blijf ik een idealist. Eigenlijk zijn er nog steeds veel argumenten om de droom van hart en verstand elke dag opnieuw te verwezenlijken. De coronacrisis heeft niet alleen laten zien dat we ons wereldwijd niet kunnen verstoppen, maar ook dat oplossingen alleen bereikt worden in gezamenlijkheid. De economie van Aruba heeft een ongelooflijke dreun gehad door het wegvallen van alle toerisme. In de Europese Unie wordt amechtig gesteggeld over honderden miljarden euro’s vanwege de coronaschade aan de economie, maar in verhouding heeft geen enkel land daar een klap gehad die te vergelijken is met de crisiscijfers van Aruba. Sterker nog, het schuiven met al die honderden miljarden maakt een kleine en afhankelijke economie als die van Aruba best eenzaam. Met fracties van die bedragen zouden wij al enorm zijn geholpen. Dit is bij uitstek het juiste moment om hart en verstand te laten spreken.
Nederland vindt dit om heel andere redenen het juiste moment om het Arubaanse staatsbestel te gaan reorganiseren. Nederland lijkt de economische ellende van Aruba vooral te zien als een blessing in disguise. Aruba staat met de rug tegen de muur, nu kunnen wij eisen stellen, lijkt het motto in Den Haag. Niet alleen in de structuurvormen die Nederland voor zich ziet voor de eilanden is er een inzichtkloof. Nederland realiseert zich ook in de landspakketten onvoldoende dat Aruba deel uitmaakt van de Amerikaanse economische omgeving. Daar gelden andere werkelijkheden dan in Europa. Op basis van investering en stimulering infleert de economie zich hier meestal uit het dal. Door uit te geven wordt de groei gestimuleerd. Wie niet meedoet, mist de boot. In Europa, met name in het noordwestelijk deel, bezuinigt men zich uit economische ellende. Die weg leidt op den duur ook tot gezonde verhoudingen, maar het duurt veel langer en vraagt van de mensen veel meer offers, ook al omdat het gaandeweg heel wat ontwikkelingen eerder afknijpt dan mogelijk maakt. Dat remt onnodig. Bovendien, waar weinig vet is wordt al gauw het bot beschadigd.
Hier doe ik geen uitspraak welke visie meer gelijk heeft. Binnen de Amerikaanse invloedssfeer is er gewoon geen keuze. De vraag is dus of een Europees medicijn hier gaat werken. Voor een juiste keuze is ook hier de combinatie nodig van hart en verstand en dat is veel meer dan de dogmatiek van het eigen gelijk. Zeker, Aruba is niet volmaakt. Nederland ook niet. Het is gemakkelijk om de splinters in de ogen van de ander te zien en het is verleidelijk de balk in het eigen oog te laten voor wat het is. Ook daarom blijf ik het accent leggen bij verstand en hart. Allebei. Weloverwogen en vriendschappelijk, dat is de formule.
De auteur van deze opiniebijdrage, Mike Eman, was van 2009 tot 2017 namens de Arubaanse Volkspartij (AVP) premier van Aruba.