Toelatingsorganisatie schrapt herstel verzuim
Door Lodewijk Rogier en Myra Biegelaar
Onlangs berichtte het Antilliaans Dagblad over de beleidswijziging van de Toelatingsorganisatie inzake verblijfsvergunningen. Per 1 januari 2019 is het niet meer mogelijk om bij incomplete aanvragen van vergunningen e.d. het verzuim te herstellen. Alleen bij verlengings- en wijzigingsaanvragen is aanvulling van bewijsstukken mogelijk.
Aanvragen zijn incompleet als documenten ontbreken die bij de aanvraag moeten worden bijgevoegd of de vereiste apostille of legalisatie van aktes ontbreekt. Welke gevolgen het ontbreken van vereiste stukken heeft wordt niet vermeld, maar wel dat het ‘gevolgen heeft voor de inhoudelijke behandeling van de aanvraag’.
De ervaring leert dat aanvragen waarop bijvoorbeeld een handtekening ontbreekt of een andere kleine omissie is begaan die in de praktijk gemakkelijk hersteld kan worden, door de Toelatingsorganisatie buiten behandeling worden gesteld of botweg worden afgewezen.
Daar waar één telefoontje had kunnen volstaan bij het verhelpen van een klein gebrek, moet nu een bezwaar- of beroepsprocedure worden opgestart, of zelfs een compleet nieuwe aanvraag worden ingediend.
Bij deze beleidswijziging van de Toelatingsorganisatie kunnen vele vraagtekens geplaatst worden. Allereerst gaat ze volledig voorbij aan het ‘recht van petitie’ zoals genoemd in artikel 7 van de Staatsregeling. ,,Iedere burger heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen. Het bevoegd gezag beantwoordt deze binnen redelijke termijn.”
Daarnaast is ook het buiten behandeling stellen of afwijzen van een incomplete aanvraag zonder de aanvrager de gelegenheid te hebben gegeven tot herstel van verzuim, onrechtmatig. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie oordeelde reeds in 2012 dat onzorgvuldig (en daarmee onrechtmatig) was gehandeld bij het buiten behandeling stellen van een aanvraag, die niet op de juiste wijze was ondertekend, zonder de aanvrager de gelegenheid te hebben gegeven het verzuim te herstellen (GHvJ 28 mei 2012, ECLI:NL: OGHACMB:2012:BW7351). De wet voorziet er voor zulke gevallen niet in dat een aanvraag buiten behandeling kan worden gesteld. Er moet gelegenheid worden gegegeven tot herstel van verzuim, ook als dat niet in de beleidsinstructies, staat. Dat is ongeschreven recht.
Onduidelijk is wat de Toelatingsorganisatie met deze beleidswijziging beoogt te bereiken. Duidelijk is wel dat ze niet alleen onrechtmatig maar vooral ook buitengewoon klantonvriendelijk is.
Van de overheid mag worden verwacht dat zij burgers behulpzaam is. In de Verenigde Staten wordt de bestuurlijke overheid aangeduid met ‘The Administration’. En het bestuursrecht werd ook wel aangeduid met de term ‘administratief recht.’ Dat komt van het Latijnse woord ‘administrare’ dat ‘dienen’ betekent. De overheid is er voor de mensen; de mensen zijn er niet voor de overheid.
Met de beleidswijziging wordt waarschijnlijk niet bereikt dat in het vervolg meer complete aanvragen worden ingediend. Een omissie in het ene geval maakt immers niet automatisch dat in volgende gevallen geen omissies meer zullen voorkomen. Elke aanvraag staat op zichzelf.
Ook is niet altijd meteen duidelijk wat er precies vereist wordt en dus kan ontbreken. De Toelatingsorganisatie wijkt zonder voorafgaande waarschuwing en/of publicatie af van de officiële vereistenlijsten. Voor de burger is het hierdoor onmogelijk vooraf zeker te stellen dat alle stukken aanwezig zijn.
Het buiten behandeling stellen of afwijzen van incomplete aanvragen is verder ook niet erg efficiënt. Het gevolg is dat aanvragers in bezwaar of in beroep gaan en dat er bezwaarprocedures en beroepsprocedures worden opgestart die veel tijd en geld kosten en veel aandacht vragen van ambtenaren die het bezwaar en rechters die het beroep moeten gaan behandelen. Als een nieuwe aanvraag wordt ingediend moet die bovendien helemaal opnieuw worden behandeld en moet bezien worden of nu wel aan de vereisten is voldaan en of de aanvraag, onder verwijzing naar de eerste afwijzing, opnieuw kan worden afgewezen wegens het ontbreken van nieuwe feiten of omstandigheden. Allemaal veel extra werk dus.
Het schrappen van de gelegenheid tot herstel van verzuim door de Toelatingsorganisatie is dus in strijd met het recht, klantonvriendelijk, ondoelmatig en ineffciënt en dient daarom zo snel mogelijk ongedaan te worden gemaakt.
Prof. mr. Lodewijk Rogier, hoogleraar Staats- en Bestuursrecht aan de University of Curaçao en mr. Myra Biegelaar, directeur van Dos Mundos, zijn auteurs van het boek Vreemdelingenrecht van Curaçao (2018).