De maand februari was een enorme bron voor stof tot schrijven over allerhande arbeidsrechtelijke thema’s. Ontslagen, Valentijnsdag en liefde op de werkvloer en natuurlijk de vele stakingen. Daarnaast is de krant regelmatig kleurrijk gevuld geweest met nieuws omtrent carnaval.
Toch viel mijn oog vooral op het verhaal van de familie Florin. Ik refereer aan een stripverhaaltje dat verscheen in het Antilliaans Dagblad van zaterdag 23 februari 2019, met een belangrijke boodschap van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten aan ons burgers. De dochter van de familie Florin had niet voldoende bij elkaar gespaard voor de jump-in en vroeg haar vader om geld. Vader Florin wilde best bijspringen, als dochterlief hem beloofde om zijn auto de komende maand te poetsen. Na wat gemopper van dochter Florin en wijze woorden van vader en moeder Florin, volgt een ‘family-hug’ en de conclusie van de familie Florin dat zij goed op de centjes past. Dan volgt de boodschap van de Centrale Bank die ons oproept om te genieten van het carnaval, doch tevens net zo goed op de centjes te letten als de familie Florin.
Sturing op ons gedrag en soms zelfs inbreuk op onze autonomie zien we vaker. Door de overheid, denk aan de geopperde suikertaks in een poging om het gemiddelde lichaamsgewicht van ons burgers te laten dalen, maar ook door werkgevers die het liefst allemaal werknemers in dienst hebben die er een gezonde levensstijl op nahouden én weinig verzuimen wegens arbeidsongeschiktheid. Immers, de onderneming lijdt schade bij arbeidsongeschiktheid, onder andere omdat de werkgever gehouden is om tijdens ziekte (ten minste) gedurende ‘betrekkelijk korte tijd’ het loon door te betalen.
Menig werkgever kampt met een piek in het ziekteverzuim rond de carnavalsdagen. De aandachtsspanne wordt zorgelijk kort, althans de focus verschuift van werk naar feest en ziekmeldingen liggen op de loer. Niet iedereen heeft immers een conditie die bestand is tegen jump-ins en carnaval en alles wat daarbij komt kijken. Dat kan een flinke kater voor de werkgever opleveren. Een werkgever heeft natuurlijk een commercieel belang bij een gezonde levensstijl van de werknemers, maar iedereen voelt aan zijn water dat het niet mogelijk is om een werknemer te verbieden om aan carnaval deel te nemen. Autonomie is immers een heilig goed.
Welke instrumenten heeft de werkgever dan wel om een ongezonde levensstijl van de werknemer te voorkomen of bestrijden? Natuurlijk is het een idee dat werkgevers hun krachten bundelen en gezamenlijk een reclamebureau in de arm nemen om à la de Centrale Bank een strip uit te brengen over bijvoorbeeld de familie Bierfles. Het moraal van het verhaal: we mogen dan wel familie Bierfles heten, maar we letten wel op onze gezondheid en drinken een glaasje water tijdens carnaval. Doe net als de familie Bierfles. Geniet van carnaval, maar let op wat en hoeveel je drinkt.
De werkgever kan meer doen, maar de instrumenten beperken zich tot de zorgplicht van de werkgever en het instructierecht. Het instructierecht omvat niet alleen het recht tot het geven van instructies ten aanzien van functietaken maar ook de bevoegdheid om interne bedrijfsregels op te leggen teneinde de goede orde in de onderneming te bevorderen. Het instructierecht wordt wel begrensd door het recht op respect voor privacy en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Zelf bepalen hoe je leeft, hoort daar ook bij. Een goed verzuimbeleid is derhalve essentieel voor duurzame inzetbaarheid, dat onder andere is gericht op een gezonde levensstijl. Daarbij is het de kunst om de juiste balans te vinden tussen het instructierecht, de zorgplicht, bemoeizucht en: betutteling.
<f"adscala-italic">Mr. Martine van Oorsouw-Hofhuis is advocaat en partner bij Eisden Lovert van Oorsouw Attorneys at Law, This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it..<f"adscala-romein">