Door Rob van den Bergh
Het voorspellen via het houden van ‘polls’ onder de stemmers liet zien dat twee weken voor de verkiezingen ruim de helft zijn keuze nog niet gemaakt had. De stemmers die wisten wat ze zouden gaan stemmen, gaven aan dat MFK de grootste partij zou worden, gevolgd door MAN en Kòrsou di Nos Tur (KdNT).
De realiteit werd echter anders: de verrassing van deze verkiezingen is de partij MAN, die als grootste politieke partij uit de bus kwam.
Afgelopen jaar hebben we een vijftal verkiezingsonderzoeken gehouden. Daaruit kwam telkenmale naar voren dat, van de kiezers die wisten wat ze gingen stemmen, de MFK als grootste partij eruit zo komen. Tegelijk was duidelijk dat het Wiels- en Rosaria-effect zijn langste tijd heeft gehad. Beide partijen zouden fors verliezen. De laatste peiling van het Kenniscentrum (een joint venture van UDC en Curconsult) gaf aan dat van de zeven nieuwe partijen, de partij KdNT het in de verkiezingen goed zou gaan doen. Daarnaast waren er andere nieuwe partijen, maar geen daarvan zou het goed doen in termen dat ze meer dan één zetel zouden kunnen behalen. De verkiezingspoll gaf een schok door het ‘establishment’ op Curaçao. Het beeld doemde op dat MFK tezamen met KdNT en PAS een nieuwe regering zou kunnen vormen. Dit was een van de mogelijkheden en op basis van de peiling was het ook een reële mogelijkheid dat deze partijen bij elkaar de meerderheid in de Staten van Curaçao zou krijgen.
Op basis van de uitslag van 5 oktober kan het establishment op Curaçao weer even gerust ademhalen.
De voorspellingen zijn maar deels uitgekomen. MFK heeft minder stemmen gekregen en PAIS ook; MAN veel meer, PNP en MP deden het beter dan verwacht. De vraag is: wat is het nut van verkiezingsonderzoek als het resultaat flink afwijkt van de werkelijke uitslag?
Onze vorige verkiezingsprognoses kwamen doorgaans wel redelijk uit, nu minder. Wereldwijd blijkt dat ook een trend te zijn: onbetrouwbare verkiezingsvoorspellingen. De meest recente voorspellingen die niet uitkwamen, gingen over de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Brexit) en het referendum in Colombia over het vredesverdrag tussen de regering en de Farc en er zijn veel meer voorbeelden te noemen van foute voorspellingen.
De analyse waarom de polls niet klopten, kwamen steevast uit de hoek van de zwevende kiezer. De zwevende kiezer stemt in de meeste gevallen anders dan de kiezer die al ruim van tevoren weten wat ze gaan stemmen. Dus extrapoleren van verkiezingsprognoses op de groep zwevende kiezer blijkt vaak niet te kloppen en onbetrouwbaar. De vraag is waarom doen we dan voorspellingen als het toch zo onbetrouwbaar is?
De verkiezingen zijn op Curaçao bepaald door de partijen die de zwevende kiezers voor zich wisten te interesseren. In de laatste verkiezingsonderzoeken kwam steeds naar voren dat van degenen die gingen stemmen, ruim de helft nog geen keuze voor partij en kandidaat had gemaakt. Tot twee weken voor de verkiezingen wist de meerderheid van de kiezers op Curaçao nog niet wat te stemmen.
Toch waren er op basis van onze onderzoeken enige indicaties die de trend aangaven richting de uitslag van de verkiezingen: de zwevende kiezer was vooral afkomstig van PS en PAIS, waar men in 2012 op gestemd had.
De kiezer die het wist, was vaker een persoon die in 2012 op de MFK had gestemd (53 procent), voor PS en PAIS lag dat rond de 20 tot 30 procent.
In een drietal peilingen kwam naar voren dat de meeste stemgerechtigden meer wantrouwen dan vertrouwen hadden in de politieke leider van dit moment; met een grote uitzondering, de partijleider van MAN, Hensley Koeiman. Ook viel op dat de populariteit van de tweede ‘man’ op de lijst van PNP ook enig vertrouwen genoot in tegenstelling tot de meeste andere politici.
Het grote aantal partijen (13) en het grote aantal nieuwe partijen (7) zou zorgen voor zeer veel restzetels. De kans dat die vanwege de toerekeningmethode van restzetels terechtkomen bij de grotere politieke partijen, is veel groter dan dat ze terechtkomen bij een kleine partij. Het percentage stemmen dat de partijen krijgt, geeft daardoor een wat ander beeld dan de zetelverdeling.
Kortom, het was geen grote verrassing dat op het laatste moment, op basis van het vertrouwen in de politiekleider van MAN, PNP en de ‘partij-vastheid’, stemmen een andere richting op zouden gaan.
Recht-toe-recht-aan verkiezingsonderzoeken geven vaak geen betrouwbaar beeld als er veel zwevende kiezers zijn. In dergelijke gevallen gaat het om trends ontdekken bij de zwevende keizer door te onderzoeken: in welke persoon, in welke partij heeft u vertrouwen; tussen welke politieke partijen twijfelt u; welke partijen zouden volgens u als beste een regering kunnen vormen, etc. Door het stellen van deze vragen waren we als onderzoekers in ieder geval in staat om de trend en richting aan te geven.
Sec verkiezingsonderzoek is passé. Voor opiniepeilers en onderzoekers wordt verkiezingsonderzoek leuker, maar niet makkelijker om de goede trends en uitslagen te voorspellen.
Rob van den Bergh is Econoom/onderzoeker