Aanwijzing verkapte inmenging
Spies geeft in de presentatie aan dat van het huidige tekort over 2012 van 153 miljoen gulden een bedrag van 95 miljoen gulden betrekking heft op de tekorten van voorgaande jaren. Dit is het tweede volle begrotingsjaar van de regering Schotte. Spies laat dan ook na om aan te geven dat een deel van de tekorten dateert van voor 10-10-‘10, i.e. voor de regering Schotte en creëert daardoor bewust of onbewust verwarring. En er was een goede startpositie? Opmerkelijk is voorts dat Spies vermeldt dat de koninkrijksregering deze aanwijzing in het belang van de Curaçaose bevolking heeft gegeven. In het belang van de Curaçaose bevolking? Wie heeft dat dan aan haar gevraagd? Het Curaçaose parlement? De oppositie? De vakbeweging? Werkgeversorganisaties? Andere relevante groeperingen? Die uitspraak valt dus onder de bekende demagogische retoriek uit de Nederlandse politiek.
Hoe zulks ook zij, het is duidelijk dat Curaçao als land structurele tekorten uit het verleden heeft overgenomen. De oorzaken van die tekorten worden niet zomaar door de betaling van een deel van de schulden door Nederland weggenomen! Daarin zit ook het kortzichtige van de hele aanpak dat heeft geleid tot de Rijkswet Financieel Toezicht. De schulden werden cosmetisch weggepoetst, maar de veroorzakers van die structurele tekorten zijn gewoon blijven bestaan. Elke econoom weet dat schuldsanering niets meer is dan symptoombestrijding. En aan die kortzichtigheid zijn zowel Nederland als de vorige regeringen schuldig.
Dan nog het volgende. Conform artikel 13 lid 5 van de rijkswet dient de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden de regering van Curaçao om haar visie op het advies van het Cft te vragen, alvorens de Raad van Ministers van het Koninkrijk kan concluderen tot het geven van een aanwijzing. Dat is niet gebeurd. In plaats daarvan past de koninkrijksregering een overvaltactiek toe op minister-president Schotte door hem uit te nodigen voor een vergadering zonder agendapunten en hem tijdens die vergadering met de situatie te confronteren. Dat is in een woord onbehoorlijk! De koninkrijksregering is in deze geen gesprekspartner van de minister-president van Curaçao of van de regering van Curaçao. Dat is conform de rijkswet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden Liesbeth Spies. De Nederlandse ministers hadden echter haast en hebben dan ook samengespannen om de aanwijzing zo snel mogelijk af te geven. Die aanwijzing moest er zo snel mogelijk komen en ze hadden geen tijd om conform de rijkswet de visie van de regering van Curaçao af te wachten. Ik kom binnenkort op nog wat andere aspecten rondom deze aanwijzing terug.
Terry Hernandez,
econoom en accountant,
Curaçao