Hetgeen mevrouw Jacinta Constancia naar voren brengt over SDKK is bijzonder relevant. Ze klaagt over onze inhumane strafgevangenis, o.a.: kleinering, slechte accommodatie en dwangarbeid. Ze vraagt dringend de aandacht van het parlement. Dit onderwerp verdient hoog op de politieke agenda te blijven.
Echter ik vrees dat haar punt straks zal verdwijnen in de roep om een nieuw strafgevangenis-gebouw. Terwijl men zich moet afvragen of de realiteit die ze schetst niet ook direct verband houdt met de doorgeslagen strafrechtelijke aanpak.
Immers de realiteit is dat de gevangenisstraf, los van het voordeel van de beveiligingsmaatregel, weinig effectief is, veelal zelfs contraproductief en bijdraagt tot de door haar beschreven wantoestanden. Velen beschouwen het concept gevangenis, niet alleen hier, een leerschool voor meer crimineel gedrag.
Zeer is de vraag of het West-Europees strafrecht überhaupt effectief kan zijn in onze relatief kleine Caribische gemeenschap. Leidt ook deze, o.a. het strafvonnis, niet tot meer recidive en wraak? Toch werd bij ons de gevangenisstraf enkele jaren terug maximaal verhoogd door lokale politici die met repressief beleid wilden scoren. Een opschaling die meer criminaliteit niet heeft verhinderd. Het bracht extra leed, uitzichtloosheid, extreem hoge kosten en machteloosheid die meer repressie oproept.
De ‘turn around’ die Constancia nu aan het parlement voorstelt is op lange termijn moeilijk haalbaar. Simpelweg omdat het probleem dieper ligt en de oplossing breder is; zowel qua organisatie als qua inhoud.
Qua organisatie ligt de kwestie niet alleen op het bord van het parlement en de minister, maar vooral bij SDKK. Zij zijn extern verzelfstandigd. Voor een humanitaire aanpak zal dus vooral daar op de deur geklopt moeten worden. Echter de kans is groot dat daar gezegd zal worden dat hun financiële middelen beperkt zijn. En we hebben immers toch zelf voor een gemaximaliseerd strafregime en een volle, grootschalige gevangenis gekozen?
De vraag is of de innovatiekracht niet eerder gezocht moet worden bij creatieve beleidsmedewerkers van samenwerkende ministeries, bijv. justitie, sociale ontwikkeling en mentale gezondheid. Moeten we de strafmaat niet juist drastisch beperken ter wille van meer behandeling en bemiddeling onder drang en dwang? En moet de forensische GGZ niet minder individualiserend en psychiatriserend zijn en meer familie- en slachtoffergericht en herstelrechtelijk?
Op dit moment ziet het veld nog overal en nergens vooral strafrechtelijke problematiek. Met deze hamer in de hand ziet men alleen spijkers. Hierbij wordt de Curaçaoënaar massaal gestigmatiseerd, stigmatiseert hij zichzelf en past bij hem een groot, inhumaan gevangeniscomplex. Hierbij hoort het dat de burgers hun conflicten steevast opschalen naar advocaten en rechters. Want zit de dekolonisatie niet in een Caribische Justitie die het eigenaarschap van de conflictoplossing effectief teruglegt?
Toch golft de Curaçaose zee ook. De uitzondering is dat al langer dan 20 jaar op piepkleine schaal in dezelfde Curaçaose Justitie tegenwicht wordt geboden aan het bovengenoemde. Men kiest schoorvoetend voor bemiddelend Herstelrecht oftewel Hustisia Restorativo (zie: google). Waar mogelijk ter aanvulling en zelfs ter vervanging van het strafrechtelijk instrument. Steeds minder werkt deze ‘Grupo Hustisia Restorativo’ in de marge.
Het was vorig jaar dat SDKK social workers die ‘bottom up’ deze hervormingsgroep hebben uitgenodigd en daar een pilot gestart. Een soortgelijke uitnodiging kreeg de groep ook van andere delen van de justitiële keten. En een vergelijkbaar verzoek bereikte hun ook van andere Caribische eilanden.
Een ander voorbeeld. Langer dan 12 jaar terug heeft de hoofdofficier van Justitie van Curaçao met vooruitziende blik, uitgerekend binnen zijn OM, een Kerncommissie Restorative Justice opgericht. Thans is er een Mediationbureau opgestart en worden er met weinig middelen strafrechtelijke mediations geboden. Zo heeft er ook een succesvol dader-slachtoffer familiegesprek plaatsgevonden met één van de moordenaars van de ex-parlementariër Helmin Wiels. Na het gesprek heerste bij de deelnemers het gevoel dat dit Echt Recht was.
Voor een nieuwe gevangenis is zowel qua organisatie als inhoud een visie nodig die meer is dan de humanitaire. Deze vraagt ook inbreng van: slachtoffers; families; professionals op de werkvloeren en andere interacties met de gemeenschap. Het vraagt een type beleidsmaker die de strafrechtelijke fixatie relativeert, minder of kortere gevangenisstraffen en nieuwe combi-praktijken durft te ontwikkelen. Noodzakelijk is responsief beleid met opschalings- en afschalingscriteria aan de hand van voldoende conflictbemiddeling, familie- en relatiegerichte behandelingsvormen en combi’s met alternatieve detentievormen.
Met andere woorden laten we ons niet alleen op het parlement en het politiek bestuur richten. Ik spoor directies, beleidsmedewerkers, veldprofessionals, slachtoffers, (ex-) gedetineerden en families aan om de probleemoplossing niet alleen in handen van de politiek te laten. Laten we niet alleen de slavernij in SDKK bestrijden maar ook de fixatie op het Nederlandse strafrecht en onze interventies zowel qua inhoud als organisatie uitbreiden en vooral variëren. Hier ben ik het eens met Constancia: drastisch en snel!
Drs. Chris Palm, Curaçao
Bestuurskundige, mediator; bestuurslid Caribische Mediation Association; extern adviseur Kerncommissie Restorative Justice