Cinex claimt in het Antilliaans Dagblad van 12 januari drie ‘successen’: Sandals, Plaza Hotel en Corendon. Daarnaast geldt het futuristische Proteus-initiatief van Fabien Cousteau als belangrijkste ‘prospect’ en zijn er nog een tiental ‘hot prospects’ en honderd ‘normal prospects’. Dat blijkt uit antwoorden van het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) aan de redactie.
Los van de vraag of genoemde resultaten inderdaad - al is het zelfs maar deels - zijn toe te schrijven aan de inspanningen van Cinex, om over het realiteitsgehalte van het ‘zeekasteel’ onder water voor de kust nog maar te zwijgen, de buit is op z’n zachtst gezegd nogal magertjes. Curaçao Investment and Export Promotion Agency, zoals de overheidsstichting heet, bestaat al sinds medio 2014. Dus ruim zes jaar. Elk jaar bedraagt het budget circa 2,1 miljoen gulden dat Cinex aan overheidssubsidie ontvangst. De teller staat dus al op zo’n 13,5 miljoen aan gemeenschapsgeld; mogelijk iets meer of minder als het budget in een bepaald jaar weer iets wordt bijgesteld. Dat is een aanzienlijk bedrag.
Terecht dat de krant vraagt naar enerzijds de input (het subsidiebedrag) en anderzijds de output (de concrete resultaten). Het zou ook goed zijn de laatste jaarrekeningen en evaluaties op te vragen en te publiceren. Ondanks de ogenschijnlijk beperkte opbrengst geeft MEO, waar MAN-minister Steven Martina politiek verantwoordelijk voor is, aan de rol van Cinex juist verder te willen uitbouwen. Met de daarmee gepaarde gaande hogere uitgaven, vermoedelijk.
Waarom? ,,Curaçao is gebaat bij economische ontwikkeling, waarbij nieuwe initiatieven en investeerders een belangrijke plek innemen. Cinex speelt in het kader van ‘investment promotion’ een cruciale rol”, aldus het ministerie namens Martina. Natuurlijk zijn al deze zaken van groot belang, de vraag is echter hoe effectief deze organisatie is en of de miljoenen dus welbesteed zijn. In het verleden had Curinc eenzelfde of vergelijkbare rol. Ook een duur kantoor op een dure locatie en een flink te besteden budget, maar puntje bij paaltje bleek het rendement zeer teleurstellend.
Gevraagd naar de toegevoegde waarde van Cinex, komt het ministerie niet verder dan dat deze als ‘hoog gekwalificeerd’ te noemen is. Dat zal best, maar zodra het gaat om belastinggeld dient er een veel betere publieke verantwoording te worden afgelegd. Nog lós van de concrete successen of succesjes, want dat Curaçao de boer op moet voor het aantrekken van investeringen en het bevorderen van export staat buiten kijf. Maar dat is primair de taak van particulieren en het bedrijfsleven; de publieke sector dient ervoor te zorgen dat de omstandigheden om te investeren en te exporteren ideaal zijn. Dat is trouwens iets waar zelfs ook Cinex regelmatig tegenaan loopt, dat de belangstelling er wel is, maar dat het spaak loopt bij de follow up.
Het is vaak voor lokale ondernemers al een helse klus om zaken te kunnen doen ondanks problemen met vergunningen, fouten van de belastingdiensten, stroomuitval van Aqualectra en issues als de starre kapitaalmarkt en de bijna onbuigzame arbeidswetgeving. Laat staan voor buitenlandse investeerders, die de weg niet kennen.
In plaats van een geldverslindend bureau dat lucht- en zeekastelen verkoopt en resultaten opeist waar vooral ook anderen aan hebben getrokken, is het beter geld en energie te steken in een optimaal product en idem service; ofwel in een daadwerkelijke, al jaren gepropageerde, non nonsens ‘red carpet’-aanpak die wél vruchten afwerpt.
Naam bij redactie bekend, Curaçao