Afgelopen week hebben in de pers twee artikelen gestaan die betrekking hebben op de positie die Nederland inneemt inzake de Venezolaanse migratieproblematiek. Het ene artikel vermeldt dat tijdens de recente handelsmissie die premier Rutte ondernomen heeft naar Colombia, hij aan de Colombiaanse regering toegezegd heeft een bedrag van 4 miljoen euro ter beschikking te stellen voor de internationale organisatie voor de Venezolaanse migrantenstroom. Met dat geld wil de Nederlandse premier Colombia en andere landen steunen bij het huisvesten van gevluchte Venezolanen. Tijdens zijn bezoek heeft Rutte verder te kennen gegeven de historische banden met Colombia te willen aanhalen. Hij wees erop dat er nieuwe ambities bestaan om van Curaçao een bloeiende internationale hub te maken tussen Europa en Latijns-Amerika.
Het andere artikel vermeldt dat fractievoorzitter Tunahan Kuzu van de Nederlandse politieke partij Denk een derde poging heeft ondernomen om meer hulp te bieden aan Aruba en Curaçao voor de opvang van Venezolaanse vluchtelingen. Hij deed daarbij een beroep ‘op het hart’ van minister van Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag om die noodhulp te leveren. Minister Kaag gaf volgens het artikel echter te kennen daar niet op in te kunnen gaan en benadrukt in haar antwoord dat er wel humanitaire hulp wordt geboden aan Venezuela zelf. Kuzu stelde reeds eerder bot te hebben gevangen bij staatssecretaris Knops van Koninkrijksrelaties en bij minister Stef Blok van Buitenlandse zaken. Ook somt minister Kaag in haar reactie op het verzoek van Kuzu een hele lijst op van de bedragen die Nederland geeft aan de regio voor humanitaire hulp. Voornoemde ambtelijke besluitnemers zijn dus heel vastbesloten in hun standpunt geen financiële hulp te verlenen aan onze eilanden als het gaat om migrantenhulp.
Dus, als ik het goed begrijp, verstrekt Nederland enerzijds rechtstreeks grootschalige noodhulp aan Colombia voor de opvang van gevluchte Venezolanen alsmede ook aan andere landen voor hetzelfde doel. Dit terwijl anderzijds dezelfde Nederlandse regering Curaçao en Aruba weigert financieel te steunen wanneer het gaat om dezelfde migrantenproblematiek. Laat iemand mij de logica van dit moedwillig discriminatoire beleid uitleggen. Via allerlei andere wegen wordt hulp verleend aan de migrantenproblematiek behalve aan Curaçao en Aruba, men kan zich afvragen waar dat aan ligt. Nu lijkt het mij weinig nut hebben om te trachten uit te vissen welk geslepen geopolitiek strategisch plan Nederland nu weer aan het uitdokteren is, dit omdat vanuit onze eilanden er toch weinig inzicht bestaat in de krachten die een dergelijk strategisch plan bepalen. Nu onze inlichtingendienst ook nog steeds op apegapen ligt, tasten wij nog meer als tevoren in het duister. Wat er verder ook gaande is, het irriteert mateloos dat onze eilanden wederom voor de zoveelste keer klakkeloos toelaten dat over onze ruggen heen een geopolitiek spel wordt gespeeld waar wij nauwelijks zelf bij betrokken zijn. Curaçao en Aruba worden nog steeds er pas bijgehaald wanneer het de Haagse heren uitkomt, dan mogen wij voor hub spelen of zelfs het Koninkrijk vertegenwoordigen bij regionale gelegenheden van ceremonieel gehalte zoals bij installaties van nieuwe presidenten waarbij wij het ons dan is gegund om met veel opsmuk indruk kunnen maken op onze lokale politiek. Deze kraaltjes-tactiek neem ik Nederland overigens niet kwalijk. Die Hanze-handelsmentaliteit gaat nooit veranderen, het zijn en blijven op de eerste plaats zakenlui, die geestesinstelling van ruig en zonder consideratie handeldrijven heeft Nederland groot gemaakt, die gaan ze nooit verlaten. Wij moeten dan ook ophouden om gemakzuchtig achteroverliggend Nederland te belagen met verwijten van neokolonialisme als was het alleen maar omdat de praktijk heeft uitgewezen dat Nederland weinig op heeft met dat kleinzerig gezeur wanneer wij weer voor de zoveelste keer uit dat vaatje staan te tappen. De bal ligt gewoon bij ons, wíj moeten volwassen worden en ons bedompte slachtofferrol inruilen voor een rol van een Land dat daadwerkelijk, ook op geopolitiek niveau, het heft in eigen hand durft te nemen. Nederlands aandacht krijg je niet door de zaniken maar wel door eigengereid en doortastend optreden, dat is de houding die de makamba ontstelt en zijn aandacht opwekt. In dat kader wil ik terugkomen op het Venezolaanse migrantenprobleem. Nederland heeft de ruimte om ons als speelbal te gebruiken omdat wijzelf geen duidelijke politieke positie innemen inzake Venezuela. Terwijl de hele wereld om ons heen veroordelingen heeft laten horen over de mensenrechtenschendingen in dat land, zwijgt Curaçao in alle talen denkende dat die misplaatste (welhaast laffe) behoedzaamheid ons diplomatiek voordeel zal opleveren. Sinds wanneer zijn narcos vatbaar of gevoelig voor diplomatie? En waarom moeten wij in hemelsnaam egards in acht nemen tegenover een misdadige regering die haar eigen volk zwaar mishandelt en verwaarloost? Waarom willen wij in hemelsnaam nog steeds onderhandelen met PdVSA wetende dat dat bedrijf zich voor doet alsof het zich nog steeds bezighoudt met olieraffinage maar in feite voornamelijk als front fungeert van een miljarden verwerkende witwasmachine? Hoe kunnen wij waarmaken dat wij ‘hermanos’ zijn van het Venezolaanse volk indien wij geen stelling nemen tegen die staatsbandieten die het volk mishandelen en onderdrukken en wij daarnaast ook een heel mensonvriendelijk beleid hanteren tegenover die vluchtelingen die in hun uiterste wanhoop de gevaarlijke overtocht naar ons eiland hebben aangedurfd? Waarom verschuilen wij ons achter het benepen argument dat wij geen middelen hebben om die vluchtelingen op te vangen terwijl wij in plaats daarvan het voortouw zouden kunnen nemen als het land dat de verdere doorstroming van deze vluchtelingen naar de rest van de landen in de regio en Latijns-Amerika zou kunnen coördineren? Dat hebben landen als Griekeland, Turkije en Italië toch ook gedaan? Als dat initiatief wordt getoond, komen er echt wel fondsen beschikbaar wil Nederland internationaal niet voor schut komen te staan. Wil je boven het maaiveld uitsteken en een echte speler willen worden op het geopolitieke platform is durf en standvastigheid nodig. Onze premier heeft in het verleden een paar keer erop gewezen dat het zijn ervaring is dat tijdens zijn dienstreizen in de regio men vaak naar Curaçao wijst alsof bij ons de oplossing ligt. Maar wij spelen daar niet op in, wij maken geen werk van het leidende imago dan men ons blijkbaar nog steeds wil toebedelen. Een regering die zich sterk regionaal profileert ongeacht of Den Haag zich altijd achter onze standpunten zal willen scharen, zal in ieder geval respect afdwingen en het koninkrijksniveau aanzetten om met ons meer gelijkwaardig aan tafel te zitten. Vanaf de tijd toen Curaçao door de West Indische Companie werd opgezet als handelscentrum voor het Caribisch gebied heeft het eiland een cruciale rol gespeeld in de regio. En dan nog niets gezegd over de door Simon Bolivar aangevoerde Bolivariaanse Revolutie die in hoge mate de geografische kaart van het hedendaagse Latijns-Amerika heeft bepaald, die strijd zou beslist niet zijn gelukt zonder de enorme inzet van Curaçaoënaar Pedro Luis Brion die met de schepen van zijn eigen handelsbedrijf voorzag in de bevoorrading- en het transport van soldaten. Wij, en wij alleen kunnen er voor zorgdragen dat Curaçao weer het kloppend hart wordt van de Cariben, wij beschikken over alle randvoorwaarden daartoe, nu nog enkel politieke wil, daadkracht en durf.
George Lichtveld,
Curaçao