Hoogste rechter onderzoekt vonnis ‘belastingkwijtscheldingkwestie’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De ‘belastingkwijtscheldingkwestie’, waarin Financiënminister Javier Silvania (MFK) een hoofdrol speelt met zijn berichten destijds op Facebook, wordt binnenkort naar het niveau van de Hoge Raad - de hoogste rechterlijke instantie van het Koninkrijk - getild.
Dat blijkt uit een overzicht in handen van het Antilliaans Dagblad waarin staat dat de procureur-generaal van de Hoge Raad voornemens is ‘een vordering tot cassatie in het belang der wet in te dienen’ over deze heikele zaak, die maatschappelijk, politiek, financieel, en ook juridisch en zelfs justitieel gevolgen heeft gehad.
De vraag die de PG van de Hoge Raad gaat bestuderen en over zal adviseren is ‘of (hoger) beroep tegen een belastingaanslag niet-ontvankelijk is wegens gebrek aan belang als de belastingplichtige zich beroept op een - kort daarna genuanceerde - post op Facebook van de minister van Financiën dat het invorderingsbestand wordt opgeschoond en in dat kader belastingschulden van 2017 en ouder niet meer ingevorderd (‘gecanceld’) worden’.
De vordering van de Hoge Raad zal zijn gericht tegen het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de zes Caribische (ei)landen van 10 augustus 2023; het betreft het hoger beroep in een belastingrecht-zaak.
Minister Silvania van Financiën had namelijk besloten tot opschoning van het bestand van de Ontvanger en heeft begin 2023 aangepast beleid bekendgemaakt. Deze aanpassing komt er (aanvankelijk) op neer dat aanslagen die betrekking hebben op de belastingjaren 2017 en ouder niet meer actief worden ingevorderd.
De bewindsman van regeringspartij MFK heeft vanaf januari 2023 op zijn Facebookpagina verslag gedaan over de inzichten en ontwikkelingen en afboekingen ten aanzien van belastingschulden van 2017 en ouder. In deze berichtgeving heeft Silvania te kennen gegeven dat alle belastingschulden c.q. -aanslagen van de belastingjaren 2017 en ouder niet meer actief worden ingevorderd. Ook adviseert de minister in zijn berichten aan belastingplichtigen om bij de Ontvanger ‘een debiteurenlijst op te vragen om te controleren of de opschoning correct heeft plaatsgevonden’.
Het Hof oordeelde anderhalf jaar terug ‘dat de niet voor meerdere uitleg vatbare, zonder voorbehoud gedane uitlatingen van de minister van Financiën, herhaald in meerdere Facebook- en krantenberichten, in de gegeven omstandigheden ertoe leiden dat belanghebbende uit die handelwijze redelijkerwijs kon en mocht afleiden dat de Ontvanger de onderhavige aanslag niet meer kan en zal invorderen’, aldus de inhoudsindicatie van het vonnis van het Hof.
Daarbij noemt het Hof de omstandigheid dat de naheffingsaanslag waar het in deze rechtszaak om gaat ‘al op 30 januari 2023 is afgeboekt en vervolgens niet meer voorkomt op de door de Ontvanger opgemaakte en verstrekte debiteurenlijst’.
Al met al wekte het handelen van Silvania grote verontwaardiging, mede gezien het zeer aanzienlijke bedrag van 3 miljard gulden dat ermee zou zijn gemoeid; ook binnen de politiek. Niet alleen bij de oppositiepartijen (PAR en MAN), maar óók bij MFK’s toenmalige coalitiepartner (PNP), die minister Silvania in een Statendebat openlijk vroeg of hij zich realiseert mogelijk strafbare feiten te hebben gepleegd.
Later werd duidelijk aan de hand van gerechtelijk stukken dat het Openbaar Ministerie (OM) van Curaçao een justitieel feitenonderzoek is gestart naar de kwestie. De status daarvan is niet bekend.
Hoeveel gewicht aan uitspraak minister?
Het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.