Partijen pleiten voor Nederlandse bijdrage aan ziekenhuiszorg Curaçao
Van een onzer verslaggevers
Den Haag - De Tweede Kamer heeft haar bezorgdheid geuit over de medische doorverwijzingen in het Caribisch deel van het Koninkrijk, waarbij meerdere partijen het proces als te traag en te kostbaar bestempelden.
Vooral het financiële aspect rond de zorg op Curaçao stond centraal in het debat van de Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vorige week. Sommige partijen zijn van mening dat Curaçao een bijdrage vanuit Nederland zou moeten ontvangen.
GroenLinks-PvdA, vertegenwoordigd door Kamerlid Elke Slagt-Tichelman, benadrukte dat doorverwijzingen sneller en efficiënter moeten verlopen: ,,Verwijzingen moeten en kunnen sneller. Dichtbij als het kan, verder weg als het moet en direct naar de plek waar het moet.” Ze wees erop dat patiënten soms onnodig veel reizen, met voorbeelden van mensen die drie dagen onderweg zijn naar Colombia voor behandelingen.
Naast de inefficiëntie van het systeem kwamen ook de hoge kosten voor Curaçao aan bod, met name voor onverzekerde patiënten die vaak naar Curaçao worden doorverwezen vanuit andere Caribische eilanden.
Slagt-Tichelman benadrukte dat Curaçao jaarlijks zeven miljoen gulden beschikbaar stelt voor de behandeling van onverzekerden en pleitte voor meer solidariteit van Nederland. Ze vroeg zich af wat de Nederlandse bijdrage is voor patiënten van de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) en of Nederland Curaçao financieel zou moeten ondersteunen: ,,Ik denk dat we solidair moeten zijn en een helpende hand moeten bieden.”
Andere Kamerleden, zoals Faith Bruyning van NSC, onderschreven deze oproep en vonden dat Nederland een grotere rol zou kunnen spelen in de ondersteuning van de gezondheidszorg op Curaçao. Hoewel Curaçao geen expliciet verzoek heeft gedaan voor een financiële bijdrage van Nederland, gaf staatssecretaris Vincent Karremans (VVD) aan bereid te zijn elk verzoek in overweging te nemen. Hij verduidelijkte echter dat Nederland al zorg inkoopt op Curaçao, inclusief afspraken over de kwaliteit van die zorg, en dat de betalingen voor onverzekerden onderling geregeld worden door de afdeling Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) en het ministerie van Volksgezondheid.
PVV-Kamerlid Reinder Blaauw uitte daarnaast zijn bezorgdheid over de kosten die ontstaan door het contract tussen Fundashon Mariadal en de Colombiaanse luchtvaartmaatschappij Sarpa. Deze maatschappij mag niet landen op Curaçao en Aruba, waardoor patiënten van Bonaire vaak naar Colombia moeten worden vervoerd, wat volgens hem de zorg onnodig duur maakt.
Karremans erkende dat er problemen zijn met het medisch vervoer vanaf Bonaire en gaf aan te zoeken naar een structurele oplossing. Op dit moment bestaan er contracten met twee luchtvaartmaatschappijen: Sarpa en Medicair, waarbij laatstgenoemde wel naar Curaçao en Aruba kan vliegen. Hij benadrukte dat er op de lange termijn gekeken wordt naar betere manieren om de spoedzorg te faciliteren.
Tot slot kondigde Karremans aan dat hij in februari 2025 Caribisch Nederland zal bezoeken om met de inwoners te praten over hun ervaringen met het zorgsysteem en mogelijke verbeteringen.
