Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Vier ambtenaren van de dienst Publieke Zaken (Kranshi) hebben gewetensnood om huwelijken tussen paren van gelijk geslacht te voltrekken. Voor drie van hen is ander werk gezocht binnen Kranshi. Eén ambtenaar zal Kranshi verlaten en wordt elders ondergebracht binnen het overheidsapparaat. Dat is de oplossing waarmee minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening (BPD) Ornelio ‘Kid’ Martina (PNP) is gekomen nadat het viertal hun zorgen bij hun leidinggevende aankaartten.
Op 12 juli 2024 bevestigde de Hoge Raad in Den Haag het vonnis waarin het burgerlijk huwelijk wordt opengesteld voor paren van gelijk geslacht. Op dezelfde dag ging het eerste lesbische stel in ondertrouw. Voor de vier ambtenaren was dit aanleiding om hun principiële bezwaren kenbaar te maken. Het hoofd van Kranshi heeft vervolgens direct ambtenarenvakbond Abvo ingelicht. Ook werd er contact opgenomen met de minister van BPD.
Vorige week gingen de partijen om de tafel. Op 19 augustus zal er een vervolggesprek plaatsvinden met de bond. Minister Martina is echter duidelijk in het standpunt van zijn ministerie. Trouwambtenaren mogen geen onderscheid maken in wie ze wel of niet in de echt verbinden. Het voltrekken van huwelijken is een verplichting dat uit hun werk voortvloeit. Bovendien mag een ambtenaar bij de uitvoering van zijn werk niet discrimineren.
Toen in Nederland in 2001 bij wet werd vastgelegd dat personen van gelijk geslacht een huwelijk kunnen aangaan liet de landelijke overheid het destijds aan de gemeenten over hoe zij zouden omgaan met ‘weigerambtenaren’. Uitgangspunt moest wel zijn dat paren van gelijk geslacht in elke gemeente een huwelijk konden sluiten, maar hoe een gemeente omging met weigerambtenaren moest door elke gemeente zelf praktisch worden opgelost. Dat heeft ertoe geleid dat het beleid ten aanzien van gewetensbezwaarde ambtenaren per gemeente verschilde.
In 2008 oordeelde het College voor de Rechten van de Mens dat op gemeentes de verplichting rust de wet na te leven en uit te voeren. Dat betekent ook dat een gemeente niet mag discrimineren: een gemeente moet zelf het goede voorbeeld geven. De godsdienstvrijheid van een gewetensbezwaarde ambtenaar mag hiervoor worden begrensd.