‘Settlement agreement’ na vier jaren van juridisch trouwtrekken
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De staatsoliebedrijven van Curaçao en Venezuela hebben een schikkingsovereenkomst bereikt en getekend om een jarenlange juridische strijd om te zetten in een meerjarige olie-voor-schuld-afspraak.
Overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) en Petróleos de Venezuela SA (PdVSA) hebben daartoe gisteren een ‘settlement agreement’ getekend, waarin geregeld is dat Curaçao ruwe Venezolaanse olie ontvangt om daarmee een oude schuld van PdVSA - tot eind 2019 de exploitant van de Curaçaose Isla-raffinaderij - af te betalen. Zo zijn allerlei rechtsprocedures over en weer en een arbitragezaak in Zwitserland uiteindelijk op vriendschappelijke wijze om de tafel beslecht.
Tijdens de ceremonie gistermiddag aan de Pletterijweg zijn handtekeningen gezet door RdK-directeur Patrick Newton, vicepresident Exploratie en Productie PdVSA en tevens president Corporación Venezolana de Petróleo (CVP) Luis Enrique Molina Duque en minister van Olie die tevens president is van PdVSA, Pedro Rafael Tellechea Ruiz. Dat gebeurde onder toeziend oog van premier Gilmar Pisas (MFK), die zichtbaar in zijn nopjes was met het bereikte resultaat.
Dit lichtte hij zelf toe. PdVSA levert gedurende tien jaar ter waarde van 450 miljoen dollar. Dit gebeurt volgens Pisas met de ‘zegen van de Venezolaanse president Nicolás Maduro himself’, waar hij hem zeer erkentelijk voor is: ,,Somos hermanos! (We zijn broeders!)”. Verder zal PdVSA als voormalige exploitant/werkgever alsnog aan alle (resterende) afvloeiings- en pensioenverplichtingen voldoen jegens de werknemers van destijds, plus een extra bijdrage van 21 miljoen dollar.
,,Dat is nog niet alles”, aldus de regeringsleider. Buurland Venezuela zal ook technisch personeel beschikbaar stellen voor de aanleg van een ‘gasoducto’ (een gaspijpleiding) waarmee volgens Pisas de SO2-uitstoot van de raffinaderij aanzienlijk zal worden verminderd. Details hierover ontbreken vooralsnog en het persbericht van RdK vermeldt niets over dit deel van de afspraken.
Zelf spreekt Pisas over ‘een groot risico’ dat is genomen, geïnitieerd door hemzelf toen hij vorig jaar tijdens een VN-bijeenkomst toenadering zocht tot de Venezolaanse regering om een einde te maken aan alle rechtszaken en een schikking te treffen.
Hij haalt nu het niet onaanzienlijke bedrag van 450 miljoen dollar in natura binnen plus afwikkeling ten behoeve van de Isla-personeel, maar in februari dit jaar berichtte het Antilliaans Dagblad nog dat de inzet van de claim van RdK tegen PdVSA ongeveer een miljard dollar bedroeg; dit hield verband met het vertrek van Refineria Isla Curazao (dochteronderneming van PdVSA) in december 2019, waarbij het Venezolaanse staatsbedrijf veel achterstallig onderhoud van de geleasede Isla-raffinaderij en ook grote schade aan het lokale milieu werd verweten. Overigens had - omgekeerd - PdVSA ook een contraclaim tegen Curaçao, onder meer in verband met de problemen in het verleden met de zogeheten BOO-krachtcentrale (producent van stroom, water en stoom ten behoeve van de raffinaderij), waardoor de raffinageproductie van de Isla een tijdlang op een laag pitje kwam te staan. Deze tegenclaim zou ‘substantieel’ zijn.
Dit punt is echter gelijk ook de kritiek van de oppositie, in dit geval van PAR-fractieleider Quincy Girigorie: ,,Stop met manipuleren en het beledigen van de intelligentie van de bevolking”, stelt hij. Girigorie vindt dat het kabinet-Pisas (MFK/PNP) helemaal geen succesvolle deal kan opeisen. Hij wijst erop dat het toenmalig RdK-directeur Marcelino ‘Chonky’ de Lannoy - ten tijde van het kabinet-Rhuggenaath (PAR/MAN) - was, die van PdVSA een bedrag van een miljard dollar claimde.
RdK meldt in een persverklaring dat onder De Lannoy’s opvolger, de huidige RdK-directeur Newton, in december 2021 werd gestart met besprekingen om met PdVSA tot overeenstemming te komen. Nadat partijen tegenover elkaar hadden gestaan in een arbitragezaak in Zwitserland, hebben beide besloten om in goed overleg tot een overeenkomst te komen.
Tegelijkertijd is RdK met het Amerikaanse Office of Foreign Assets Control (Ofac) in gesprek gegaan om zich, ondanks de sancties tegen Venezuela, te verzekeren van toelevering van Venezolaanse olie voor verwerking en afzet op de internationale markt. ,,Een goede relatie met Venezuela is van strategisch zeer groot belang”, aldus Newton gisteren. Hij spreekt van een ‘fair deal’, die goed is voor Curaçao.
RdK streeft nog altijd naar heropening van de raffinaderij en de twee operators die nu in beeld zijn voor de overname van bepaalde faciliteiten zijn dan ook al in gesprek met PdVSA. De Isla moet weer goed worden voor minstens tien procent van het bbp (bruto binnenlandse product). En Ofac heeft vorige maand een nieuwe, meer uitgebreide, ontheffing verleend.
Deze stappen brengen een ‘significante wijziging’ teweeg in de relatie tussen RdK en PdVSA, die al meer dan dertig jaar in tijd teruggaat. Gesproken kan worden over ‘vertrouwen en een herstelde relatie’, wat volgens RdK van grote betekenis is. ,,De samenwerking en import van ruwe olie zal meer verkeer en activiteiten in de haven met zich meebrengen, waar Curaçao economisch van zal profiteren.”
De Venezolaanse minister Tellechea Ruiz zei gisteren mede namens president Maduro dat ondanks de moeilijkheden onderweg, het resultaat iets is ‘om te vieren’.