Van een onzer verslaggevers
Willemstad - CPR, de vennootschap Caribbean Petroleum Refinery die lange tijd als ‘preferred bidder’ in de race was om de exploitatie van de Isla-raffinaderij over te nemen, lijkt intern schoon schip te hebben gemaakt of te willen maken.
Enkele van de topfiguren, waaronder de Venezolaan met de Amerikaanse nationaliteit Raúl Socorro, maken niet langer deel uit van de bedrijfsorganisatie. Zo blijkt uit een officiële aankondiging eerder deze week geplaatst in de lokale dagbladen.
,,Caribbean Petroleum Refinery bv (CPR bv) Chamber of Commerce no. 161097, informs that as of March 21, 2023, Mr. Raúl Socorro, Mr. Alejandro Marquez, and Mr. Leonardo Taborda are no longer part of Caribbean Petroleum Refinery bv. The above mentioned are not authorized, neither by management nor by shareholder, to represent Caribbean Petroleum Refinery bv.” Aldus getekend door het huidige management van de besloten vennootschap CPR.
De aankondiging komt daags nadat de fractie van oppositiepartij PAR een spoeddebat van de Staten heeft aangevraagd over het CPR-debacle, nadat fractieleider Quincy Girigorie gebruik had gemaakt van zijn recht op inzage in enkele documenten, waaronder de forensische rapporten met bevindingen over de geconstateerde vervalsingen van (financiële) documenten.
Daarbij verklaarde hij dat het parlement niet correct zou zijn geïnformeerd door interim-directeur Patrick Newton van overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK), de instantie die uitvoering geeft aan het traject om een nieuwe operator voor de Isla te vinden, en - erger nog - ook niet door premier Gilmar Pisas (MFK), die politiek verantwoordelijk is voor de raffinaderij en petroleumsector.
Beiden hadden begin dit jaar verklaard dat er inderdaad vervalsingen waren ontdekt en vastgesteld - zoals vlak voor de jaarwisseling door het Antilliaans Dagblad onthuld - maar dat volgens hen CPR zélf daar geen rol in heeft gespeeld; het zouden de zogeheten equity partners van CPR zijn geweest die verantwoordelijkheid dragen. Girigorie stelt met klem dat dit een onjuiste voorstelling van zaken is, waarmee hij lijkt te suggereren dat CPR wel degelijk zelf ook betrokken was bij de falsificaties.
In dit verband valt de naam Socorro, tot voor kort dé voorman en trekker namens de buitenlandse CPR-groep. Hij was ook degene die medio februari het woord voerde namens CPR toen de lokale pers (voor het eerst) werd uitgenodigd voor een persconferentie. Volgens de ‘announcement’ is Socorro er nu uit(gezet).
Dat moet zijn gebeurd door de Curaçaoënaar Erchenel Doran. Hoewel het Handelsregister gisteren over beide CPR-entiteiten geen informatie verstrekte, was Doran in elk geval tot voor kort nog de enige ingeschreven bestuurder/directeur. Nadat CPR door RdK officieel is medegedeeld niet meer de status van preferred bidder ofwel voorkeurskandidaat te genieten, lijkt Doran samen met de mogelijke achterliggers (ultimate beneficial owners) een streep te hebben gezet achter het verleden en vooral afstand te hebben genomen van de voormalige bestuurders Socorro en de zijnen. Of dit de kansen van CPR vergroot in een eventuele nieuwe selectieronde moet nog worden afgewacht.
Op uitdrukkelijk vragen van het Antilliaans Dagblad aan de woordvoerder van premier Pisas en direct aan interim-directeur Newton van RdK om te reageren op de aantijgingen van PAR-voorman Girigorie, kwam nog geen antwoord. De RdK-topman geeft geheel geen commentaar, terwijl de woordvoerder van de regeringsleider verwijst naar een te houden Statenvergadering over CPR/RdK en de aan het parlement verstrekte informatie. Daarvoor heeft de Statenvoorzitter nog geen datum geprikt.
Bij Direct Media draaide de minister-president om de hete brij heen; het komt er volgens Pisas op neer dat hij er naar eigen zeggen niet veel over kan zeggen omdat er ook een strafrechtelijk onderzoek loopt (nadat er aangiftes bij het Openbaar Ministerie zijn gedaan). Het punt van de oppositie is echter dat de premier de Staten vermoedelijk bewust onjuist heeft ingelicht; doorgaans is dat in een rechtsstaat een politieke doodzonde.