Minister: Er is een accreditatie voor journalisten nodig
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er ligt al jaren een concept mediawet op tafel en het wordt tijd dat de Staten zich hier een keer over buigen. Belangrijk is dat mensen met journalistieke functies bijgeschoold worden, dat er een soort accreditatie komt voor journalisten en dat jongeren gestimuleerd worden journalistiek te gaan studeren.
Dat is in hoofdlijnen het antwoord van de minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS), Sithree ‘Cey’ van Heydoorn (MFK) op vragen van Statenlid Sheldry Osepa (PNP). In deze mediawet worden veel vragen van het Statenlid beantwoord, aldus de minister. Osepa wilde vooral weten hoe op Curaçao omgegaan wordt met ‘fake news’. Waar het gaat om fake news moet niet alleen aandacht zijn voor de media die dit verspreiden maar ook voor de burgers die hier onderscheid in moeten leren maken, aldus de minister. Daar is een voorlichtingscampagne voor nodig.
Om redacties en journalisten bij verschillende media te versterken is het volgens Van Heydoorn nodig dat zij bijgeschoold worden in de gedragscode die opgesteld en in het verleden ook naar de verschillende media opgestuurd is. ,,We zullen die gedragscode, die onderdeel is van de mediawet, nog eens opsturen”, zo belooft de minister. Hij beklaagt zich erover dat in 2019 weinig animo was onder journalisten om een gratis training te volgen van Unesco. ,,Media-eigenaren moeten aangespoord worden hun werknemers bij te scholen en ook moeten jongeren gestimuleerd worden om journalistiek te gaan studeren.” De minister vindt dat er verder gewerkt moet worden aan een accreditatie van journalisten. De minister legt uit dat de functie van journalist geen beschermd beroep is zoals bijvoorbeeld een medicus, advocaat of accountant. ,,Het gevaar is dat een niet daarvoor geschoold persoon of zelfs een ongeschoolde persoon journalist kan worden.”
In de concept Medialandsverordening Mediabeleid staat een en ander geschreven over de inhoud van programma’s op radio en televisie en hoe een gedragscode voor journalisten toegepast moet worden. Maar tegelijkertijd stelt Van Heydoorn: ,,De regering moet ook rekening houden met de vrijheid van meningsuiting.”
Waar het gaat om klachten, ten aanzien van inhoud of advertenties, wijst de minister erop dat er in de landsverordening een klachtenprocedure is opgenomen bij een in te stellen mediaraad.
De minister geeft in zijn antwoord een historische verhandeling. De ontwikkeling van een mediabeleid begon al in 1994, om zo het medialandschap op Curaçao te reguleren. Het hele wetgevingstraject is doorlopen tot en met advies van de Raad van Advies. ,,Opvallend vind ik het dat telkens als er een nieuwe regering zit, het proces stopgezet wordt, maar zodra er iets gebeurt dat niet naar de zin is van een Statenlid of minister (of indertijd een gedeputeerde), dan komt de discussie over het mediabeleid weer op tafel.”
In 2004 is door de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP), die verantwoordelijk is voor het afgeven van radio- en televisievergunningen, een richtlijn opgesteld voor vergunninghouders. Er is gewerkt aan een gedragscode voor radio en televisie die ook meegenomen is in het mediabeleid. In 2016 en 2017 zijn ook nog sociale media toegevoegd aan het beleid en in de wetgeving.