‘Brief van Silvania aan Van Huffelen schendt democratie’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Staten, zowel oppositie als coalitie, kunnen de brief die de minister van Financiën, Javier Silvania (MFK) stuurde naar de staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties, Alexandra van Huffelen (D66), niet goedkeuren.
Het gaat om de brief van 12 september 2022 waarin hij enkele aanpassingen voorstelt op de conceptwet normering topinkomens. Deze wet werd gisteren in de centrale commissie van de Staten behandeld. In die brief geeft hij aan alleen na goedkeuring door de staatssecretaris van enkele wijzigingen in de wet, een nota van wijziging in te dienen bij de Staten. ,,Maar dit druist in tegen de Staatsregeling, het Statuut en het parlement”, zo voert Quincy Girigorie (PAR) aan. Steven Martina (MAN) legt nog wat duidelijker uit dat de inhoud van een lokale Curaçaose wet niet afhankelijk kan zijn van de goedkeuring van Van Huffelen. Martina: ,,Misschien zijn de intenties wel goed, maar het proces niet. Het is tegen de trias politica. Als je iets zou willen polsen bij de staatssecretaris, dan doe je dat misschien niet eens met een brief, en zo wel, dan gebruik je andere woorden. Bijvoorbeeld: ‘Ik informeer u over onze intentie enkele wijzigingen aan te brengen. Hopelijk heeft u geen zwaarwegend bezwaar hiertegen’. Maar met het vragen van haar goedkeuring worden de Staten niet gerespecteerd. En dat doe je niet, ‘eso no se hace’.”
Verschillende keren wordt het proces van Aruba aangehaald. Daar is het volgens de democratische regels verlopen. Martina: ,,De premier doet een voorstel. De Staten gaan akkoord met iets anders. De gouverneur ondertekent en de wet wordt gepubliceerd. Zo hoort het te gaan.”
Ook coalitie- en partijgenoot Fergino ‘Gino’ Brownbill wijst erop dat Curaçao niet de toestemming van Nederland behoeft. En zo voert hij verder aan: ,,In de Memorie van Toelichting bij de Landsverordening inkorting arbeidsvoorwaardenpakket (12,5 procent-regeling) staat niet dat dit gekoppeld is aan de Wet normering topinkomens. Ik kan het niet eens zijn met de positie die de regering nu hierover inneemt. De voorwaarden voor de tweede tranche liquiditeitssteun gaan ook niet over de koppeling wet topinkomens en de 12,5 procent-regeling. Dat geldt ook voor de voorwaarden bij de derde tranche.
In een brief die Van Huffelen stuurde naar de Tweede Kamer staat dat Curaçao en Sint Maarten niet instemmen met de voorwaarden. Dat betekent dat de koppeling topinkomens en 12,5 procent alleen voor Aruba geldt. Ook werd gesteld dat afbouw van de 12,5 procent niet kan, zolang er nog liquiditeitssteun gegeven wordt. Daar hebben we sinds dit jaar van afgezien. Aruba had die steun nog wel nodig, dus ik snap dat Aruba wel akkoord ging met de koppeling. Ik heb er dan ook moeite mee dat de minister van Financiën de perceptie creëert dat Curaçao aan deze voorwaarde moet voldoen. En daarom heb ik eerder gezegd dat de minister zijn verantwoordelijkheid moet nemen en de 12,5 procent inkorting moet afbouwen. Ook vind ik dat de minister in de Staten aan moeten komen met het voorstel voor aanpassingen in de wet.”
Ana-Maria Pauletta (PAR) begrijpt de gang van zaken rond de brief niet en vermoedt dat hier een groter politiek spel achter steekt. Want, zo vraagt zij zich af: ,,Waarom wordt een brief aan Van Huffelen ook direct naar de Staten gestuurd en op die manier publiek gemaakt? Dat is nogal opvallend. En dat gebeurt precies op het moment dat er intensieve discussies zijn met directeuren van overheids-nv’s. de minister doet het lijken dat Nederland druk uitoefent. Kon zijn brief niet naar de Rijksministerraad via de Gevolmachtigde minister?”
Sheldry Osepa (PNP) stelt dat het nimmer tot een wet had moeten komen. ,,De regering is grootaandeelhouder van alle overheids-nv’s en stelt de inkomens vast. Het zijn alle regeringen geweest die dit zo uit de hand hebben laten lopen. Het is immers niet zo dat een aankomend directeur zijn eigen salaris vaststelt.”
Ook had de koppeling afbouw 12,5 procent en Wet topinkomens nooit gemaakt moeten worden. ,,Het gevolg is dat wij nu intern met elkaar ruziën. Er wordt gezegd dat de 12,5 procent hier (bij de ambtenaren) niet afgebouwd kan worden omdat er dáár zoveel verdiend wordt.”
De vergadering wordt afgesloten met de opmerking van de Statenvoorzitter, Charetti America-Francisca (MFK) dat de vergadering gebaseerd is op een nota naar aanleiding van het nader voorlopig verslag. Nu moet de centrale commissie een verslag schrijven en het is aan de regering hier antwoord op te geven. Besloten wordt dat dit een schriftelijk antwoord moet zijn en pas daarna kunnen de Staten overgaan tot behandeling in een openbare Statenvergadering.
Over de inhoud van de wet is niet veel gesproken. De Statenleden vielen niet over het voorstel van een verhoogde salarisnorm naar 295.000 gulden, de verlengde overgangsregeling en een betere ontslagvergoeding. Over het bedrag wordt nog wel uitleg gevraagd. Want als er een misrekening is gemaakt met betrekking tot het topinkomen, waarom zou er dan toestemming gevraagd moeten worden aan Van Huffelen om dit aan te passen? Dan is het toch gewoon een rekenfout?, zo stelt Osepa.
En wat hij echt betreurt: ,,We hebben in de Staten om openheid van zaken gevraagd. Alleen Curoil heeft aangegeven dat er negen personen boven het bedrag van 263.000 gulden zitten. Geen enkele andere overheids-nv heeft iets gezegd. We tasten in het duister, we weten niet hoe groot het probleem is en om hoeveel mensen het gaat die topinkomens hebben en om hoeveel geld dit gaat.”