Besluit over nota van wijziging als bliksemafleider
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Curaçaose regering lijkt een beslissing over de consensusrijkswet voor zich uit te willen schuiven. Want als de wetgeving voor het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) in de Staten komt, dan zal dat zorgen voor verdeeldheid en spanningen binnen de coalitie van PNP en MFK.
Daarom is Curaçao, net als Aruba en Sint Maarten, niet akkoord gegaan met een nota van wijziging (NvW) bij de Rijkswet Coho. Dat concludeert politiek analist Luigi Faneyte na een analyse van de hele gang van zaken voorafgaande aan en tijdens de Rijksministerraad van afgelopen vrijdag 17 december. Want pas na politiek bestuurlijke instemming kan de wet, nu nog een conceptvoorstel, voor behandeling naar de parlementen van de landen. ,,Begin deze maand was er al een ambtelijk akkoord”, zegt Faneyte. ,,De vraag is waarom de politiek bestuurlijke steun is uitgebleven.” Voor de voormalig leider van politieke partij Kumun is het zo klaar als een klontje: het kabinet-Pisas is tijd aan het rekken. ,,Als de ministerraad akkoord geeft voor het concept van de consensusrijkswet Coho, gaat die naar de Staten. Dat zal zeker zorgen voor grote spanning binnen de coalitie”, voorspelt Faneyte.
De Curaçaose regering zelf ziet dat heel anders. Dat is gisteren nog eens bevestigd door minister Javier Silvania (MFK) van Financiën. Curaçao, Aruba en Sint Maarten hebben de hakken in het zand gezet, omdat staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) op het laatste moment een nieuwe voorwaarde heeft willen doordrukken. De instemming met de nota van wijziging werd ‘op 10 december als conditie gesteld voor besluiten in de Rijksministerraad van 17 december’, vat Silvania de zaak samen. En dat terwijl daarover ‘op bestuurlijk niveau tot nu toe geen gesprekken zijn gevoerd tussen de vier landen’.
De minister van Financiën zegt op dit moment niet in te kunnen gaan op de inhoud van de gewraakte nota van wijziging. Dat kan pas ‘als er een bestuurlijk akkoord is en de concept-Rijkswet inclusief de NvW wordt aangeboden aan de parlementen’. Uit antwoorden op Kamervragen van de Nederlandse demissionair BZK-minister Kajsa Ollongren op 10 december wordt duidelijk dat het onder andere gaat om het begrotingstoezicht. ,,Tijdens de Rijksministerraad van 3 september hebben de landen na intensieve onderhandelingen en besprekingen ingestemd met het consensusrijkswetvoorstel voor de oprichting van het Coho. Voor het onderdeel begrotingstoezicht is nadien een nota van wijziging opgesteld en advies gevraagd aan de Raad van State. Eind september is dit advies ontvangen, waarover gesprekken met de landen zijn gevoerd. De hoop is dat dit proces op korte termijn kan worden afgerond, zodat het voorstel naar de parlementen van de landen kan worden gestuurd”, aldus Ollongren op 10 december aan de Tweede Kamerleden.
In de Rijksministerraad van afgelopen vrijdag is uiteindelijke dus maar één besluit genomen: dat de stukken worden aangehouden tot de volgende vergadering op 21 januari. Dat betekent voor Curaçao dat er nog geen toestemming is gegeven om af te wijken van de begrotingsnorm. Volgens minister Silvania heeft dat ‘geen grote gevolgen voor de financiële verplichtingen van de overheid’. ,,Bij het uitblijven van een afgekondigde begroting voor 2022 strekt de begroting van 2021 tot grondslag om de overheid gaande te houden”, zegt Silvania. ,,De drie landen zullen hun leningen moeten herfinancieren. Op ambtelijk niveau zijn hierover al gesprekken gaande.”
Uit de cijfers van de Raad van Advies van Curaçao blijkt dat het begrotingstekort voor 2022 is berekend op 256,7 miljoen gulden. Curaçao heeft voor het eerste kwartaal van 2022 geen liquiditeitssteun gevraagd, maar staat al voor 911 miljoen gulden in het krijt bij Nederland. De Nederlandse regering kan de aflossing van de lening per 1 april opeisen.
Politiek analist Faneyte verwacht dat Curaçao zeker tot 2024 afhankelijk blijft van externe financiële hulp nodig. De tweespalt in de coalitie gaat er hoe dan ook komen, want vroeg of laat komt die consensusrijkswet toch in het parlement. ,,Dan kunnen de Staten via een motie nog hun afkeuring laten blijken. Maar het is aan de Nederlandse Tweede Kamerleden om over de wet te beslissen”, zegt Faneyte.
Staatssecretaris Knops liet eerder doorschemeren dat de Tweede Kamer de mening van de parlementen van de landen al respecteren. Faneyte: ,,Maar dat betekent dat de boot verder gaat zonder Curaçao en de lening per 1 april moet worden terugbetaald.” Als politiek analist ziet hij steeds weer hetzelfde probleem: gebrek aan daadkracht. ,,Het is een ziekte. We weten precies wat er fout gaat, de oplossingen staan in stapels rapporten, maar de daadkracht die nodig is laten we nooit zien”, zegt Faneyte. ,,Ook nu weer. De tijd van nulmetingen, begrotingsdoorlichtingen en inventarisaties is al lang voorbij en er moeten knopen doorgehakt worden. De maatregelen moeten worden uitgevoerd. We zijn al 21 maanden verder!”
Luigi Faneyte deed als leider van politieke partij Kumun mee aan de verkiezingen in maart dit jaar. De partij had als belangrijkste programmapunt dat Curaçao beter af was als een bijzondere gemeente van Nederland, maar kreeg niet genoeg stemmen voor een zetel in de Staten. In april dit jaar stapte Faneyte uit de partij, maar hij is onveranderd voorstander van intensieve samenwerking met Nederland en een referendum over de staatkundige structuur.