Dochter eigenaar Ennia neemt nieuw advocatenteam in de arm
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Nina Ansary, evenals haar vader Hushang Ansary in de Ansary/Ennia-zaak veroordeeld tot betaling van honderden miljoenen schadevergoeding aan de Ennia-verzekeringsgroep, gaat in hoger beroep.
Dat bevestigt advocaat Roderik van Hees van het Curaçaose kantoor VanEps Kunneman VanDoorne (EKVD) tegenover het Antilliaans Dagblad. ,,Nina Ansary heeft besloten hoger beroep in te stellen tegen het vonnis. Zij wordt bijgestaan door een team van ons kantoor geleid door mijzelf en Rogier van den Heuvel, en wij werken samen met Susheel Kirpalani van Quinn Emanuel Urquhart & Sullivan in New York.”
Alles wijst erop dat ook de overige gedaagden in deze megazaak in hoger beroep gaan, maar van de rest is dit nog niet officieel bekend. Voor Nina Ansary in Los Angeles in de Amerikaanse staat Californië staat dit nu wel vast. Zij werd vorige maand, deels hoofdelijk, veroordeeld tot betaling van 945,5 miljoen gulden.
Op de vraag van deze krant of het advocatenteam er inhoudelijk iets meer over kan zeggen en of Nina Ansary dit los van haar vader en de rest van de gedaagden doet, luidt het antwoord: ,,Wij kunnen er alleen over zeggen dat zij dit inderdaad los van de anderen doet; wij treden alleen voor haar op. Wat de rest doet, weten wij niet.”
Overigens is het hoger beroep nog niet ingesteld. Daarover zegt raadsman Van Hees: ,,De termijn is nog niet verstreken. Maar het gaat wel gebeuren.” Voor het instellen van hoger beroep staat er een wettelijke termijn van zes weken. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao deed op 29 november uitspraak; het betrof een zeer uitvoerig vonnis van 88 pagina’s.
Gedaagden in de procedure die de Ennia-bedrijven met behulp van de Centrale Bank CBCS hadden aangespannen tegen de eigenaar en ex-bestuurders/commissarissen zijn Hushang Ansary (grootaandeelhouder), zijn dochter Nina Ansary, Abdallah Andraous, Ralph Palm, Gijsbert Van Doorn en Parman International.
Behalve Van Doorn, die de advocaten Jeroen de Baar en Ursus van Bemmelen in de arm had genomen, hadden zij allen Mirto Murray en Karan Doekhi als gemachtigden. Nina Ansary gaat nu verder met EKVD op Curaçao en Quinn Emanuel Urquhart & Sullivan, een internationaal opererend kantoor met ruim 800 advocaten en hoofdvestiging in Amerika.
Nina Ansary is bestuurder en aandeelhouder van Parman Capital. De vennootschappen waaruit Ennia bestaat zijn dochtervennootschappen van Parman International. De aandeelhouders van Parman International zijn blijkens het aandeelhoudersregister van 31 december 2017 onder meer Hushang Ansary (77,1 procent), Nina Ansary (15,9 procent) en Andraous (1 procent).
‘Op Nina Ansary ligt eigen verantwoordelijkheid’
Behalve aandeelhouder is Nina Ansary sinds 15 december 2015 bestuurder van Parman International. Gedurende negen jaar, in de periode van 20 mei 2009 tot 4 juli 2018 (toen de noodregeling ten aanzien van Ennia werd uitgesproken en de Centrale Bank CBCS het bestuur bij de verzekeringsgroep overnam) was zij commissaris van Ennia Holding. Daarnaast is zij bestuurder van Stewart & Stevenson (S&S), op een bepaald moment 58 procent van Ennia’s beleggingen met een twijfelachtige rating van CCC (volgens kredietbeoordelaar Standard & Poor’s).
Bij het doen van deze belegging in de Amerikaanse onderneming S&S, een onderneming waarover Hushang Ansary de volledige zeggenschap had, hebben gedaagden de belangen van Ennia verkwanseld, zo luidt het verwijt. Het verwijt komt er in de kern op neer dat door de gedaagden met, voornamelijk, financiële middelen van Ennia een risicovolle investering is gedaan, maar dat de opbrengst van deze investering bijna volledig ten goede is gekomen aan Hushang en Nina Ansary.
Het gerecht heeft de schade die Ennia hierdoor heeft geleden begroot op 743,9 miljoen en Hushang en Nina Ansary hoofdelijk veroordeeld tot vergoeding van dit bedrag.
Van Nina Ansary als commissaris bij Ennia Holding mocht worden verwacht dat zij zich zou richten naar het belang van Ennia. Zij is, gelet op het uitgangspunt van collegiaal toezicht, aansprakelijk voor de ‘onbehoorlijke taakvervulling door de raad van commissarissen (RvC)’, waar overigens ook nog meerdere buitenlandse en lokale personen lid van waren (zij waren en zijn in deze zaak geen gedaagden, maar kregen wel een zogeheten stuitingsbrief om te voorkomen dat het recht op schadevergoeding verjaart).
Voor Nina Ansary geldt dat zij als commissaris ‘ernstig tekort is geschoten in haar toezichtstaak’. Zij heeft samen met haar vader ‘ten onrechte en te lichtvaardig’ toestemming gegeven voor bepaalde transacties en daarin is aan hen een ernstig verwijt te maken.
,,Daarbij is niet relevant, zoals door Ansary cum suis is betoogd, dat Nina Ansary (naast Hushang Ansary) als enige commissaris als gedaagde in deze procedure is betrokken. Evenmin is relevant of Nina Ansary, indien zij kritisch was geweest op het gevoerde beleid, daarin gevolgd zou zijn door de andere commissarissen. Op Nina Ansary ligt een eigen verantwoordelijkheid om haar toezichthoudende taak op zich te nemen. Ansary c.s. heeft niets aangevoerd of overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat Nina Ansary zelfs maar heeft gepoogd die verantwoordelijkheid te nemen.” Aldus de rechter in eerste aanleg.
Samenvattend kunnen Ansary, Van Doorn, Palm en Andraous in beginsel hoofdelijk aansprakelijk worden gehouden voor, onder andere, de schade (voor zover die is ontstaan in hun bestuursperiode) als gevolg van de S&S-transactie(s). ,,Ook Nina Ansary als commissaris kan daarvoor aansprakelijk worden gehouden.”
Zij en haar vader hebben niet alleen - met Van Doorn, Palm en Andraous - de hand gehad in de jegens Ennia als onrechtmatig gekwalificeerde handelwijze bij de investeringen in S&S, maar hebben volgens het vonnis bovendien de als gevolg van die handelingen naar Parman Capital overgehevelde waarde, bij de verkoop aan Kirby, te gelde gemaakt (eind 2017 heeft S&S haar activa verkocht aan Kirby Corporation).
,,Zij hebben de (extra) revenuen niet laten terugkeren naar Ennia, maar deze voor zichzelf behouden. Deze omstandigheden, gevoegd bij de dominante rol die Ansary zich bij het samenstel van handelingen heeft toegemeten, rechtvaardigt dat, zoals door Ennia gevorderd, de (extra) winst die Ansary en Nina Ansary hebben gemaakt met de verkoop van vermogensbestanddelen die van Ennia hadden behoren te zijn, door hen aan Ennia Investments wordt vergoed.”
Want uiteindelijk is S&S verkocht aan Kirby en heeft Ennia slechts 38 procent van de totale opbrengst ontvangen. Dat staat volgens het vonnis ‘niet in verhouding tot de inbreng aan eigen vermogen’. Het was op voorhand duidelijk dat deze transacties onvoordelig zouden uitpakken voor Ennia en positief voor de aan Ansary gelieerde entiteiten. Daarvoor is geen enkele plausibele verklaring gegeven door Ansary.