Besluit CBCS afschaffen munt 1 cent valt verkeerd bij regering
CBCS: Productiekosten ruim tweemaal nominale waarde munt
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Minister Javier Silvania (MFK) is niet te spreken over het feit dat hij door Centrale Bank-president Richard Doornbosch dinsdag is ‘geïnformeerd’ over het afschaffen van de 1 cent munt en de CBCS-campagne in verband met het afronden van prijzen, in plaats van dat hij werd ‘geconsulteerd’; iets wat al wel was gebeurd met zijn voorganger.
De nieuwe bewindsman van Financiën meent dat dit een politieke beslissing is van de beide regeringen van de monetaire unie - Curaçao en Sint Maarten - en het is dus niet aan de Centrale Bank CBCS om hierover te besluiten. Bovendien verdient dit onderwerp momenteel, gezien de crisissituatie die nog altijd heerst, naar zijn mening ‘géén prioriteit’.
Het kabinet-Pisas (MFK/PNP) dat drie weken geleden aantrad, wil er juist alles aan doen om de consument - de gewone man, die er qua koopkracht al fors op achteruit is gegaan - beter te beschermen. Hij vreest dat met de eliminatie van de 1 cent munt, en het dus ‘afronden’, er per saldo meer betaald moet worden.
,,Afronden naar beneden of afronden naar boven?”, vraagt hij zich af. Silvania is bang dat als iets 96 cent kost, dat hier door winkeliers en andere zaken al snel een gulden van wordt gemaakt. Dus één cent wordt dan al snel vier cent verschil. Vele kleintjes maken een grote en dit kan alles bij elkaar aardig oplopen.
In werkelijkheid heeft de CBCS ‘standaardrichtlijnen voor het afronden van contante betalingen’ opgesteld, zo blijkt uit de informatiebrief met als onderwerp ‘Project afronding 1 cent’. Het totaalbedrag dat eindigt op 1 of 2 cent wordt afgerond naar het lagere x,x0; bij een totaalbedrag dat eindigt op 3, 4, 6 of 7 cent wordt afgerond naar x,x5; en het totaalbedrag dat eindigt op 8 of 9 cent wordt afgerond naar het hogere x,(x+1)0. De minister heeft naar eigen zeggen moeite met de gang van zaken, waarbij hij aangeeft slechts terloops op de hoogte te zijn gesteld door de CBCS-top dat er voorafgaand aan dit besluit onderzoek is gedaan - waarbij de Centrale Bank de voor- en nadelen op een rij heeft gezet - maar dit verslag zat er niet als bijlage bij. Aldus een vrij getergde Silvania.
Hij wijst er voorts op dat een en ander wettelijk is geregeld en dus ook wettelijk moet worden vastgesteld alvorens er iets veranderd aan het muntstelsel van de monetaire unie. Mogelijk is daarvoor zelfs instemming van de Staten nodig. Hoe dan ook wil de Curaçaose minister hierover eerst overleg en afstemming met zijn collega van Sint Maarten.
Silvania kondigde gisteren aan een schrijven terug te sturen naar CBCS-president Doornbosch (de brief van de Centrale Bank is medeondertekend door directeur-secretaris Leila Matroos-Lasten, maar laatstgenoemde wordt door de minister niet genoemd, red.). Om opheldering te vragen, maar tevens om aan te geven dat de leiding van de Centrale Bank naar het oordeel van de regering de verkeerde juridische route heeft bewandeld.
Het Antilliaans Dagblad heeft de CBCS verzocht om reactie. Bij sluiting van deze editie was de redactie nog in afwachting van antwoorden. In een vermoedelijk vergelijkbare brief aan Statenvoorzitter Charetti America-Francisca (MFK en dus partijgenoot van minister Silvania) willen de directieleden ‘informeren over de informatiecampagne die de CBCS op korte termijn zal lanceren’.
Het gaat om een campagne om de gemeenschap op Curaçao en Sint Maarten ‘aan te moedigen betalingen af te ronden op nul of vijf cent’, schrijven Doornbosch en Matroos-Lasten. De reden voor de CBCS om deze ‘afrondingscampagne’ te starten, is omdat het afronden verschillende voordelen biedt, zoals een kostenbesparing op de productie van deze munten. De productiekosten van 1 cent munten zijn namelijk ruim tweemaal de nominale waarde van deze munten.
Maar de Centrale Bank noemt meer voordelen. Zoals ‘veel minder munten in de portemonnee’; het ‘vergemakkelijken van betalingen’; en een ‘efficiëntere administratie voor ondernemingen’.
Het afronden is vrijwillig, schrijft de CBCS, en is niet van toepassing op betalingen met een bankpas en ook niet voor bankoverboekingen. Conform de Regeling Muntstelsel Nederlandse Antillen is het 1 cent stuk ‘nog steeds een wettig betaalmiddel’. ,,De CBCS heeft wel voor ogen dit te zijner tijd in de wetgeving aan te passen”, stelt de brief die is ondertekend door president Doornbosch en directeur-secretaris Matroos-Lasten.
De kritiek van de regering richt zich echter vooral op de president, die volgens een later door het ministerie van Financiën uitgestuurd persbericht ‘een beslissing heeft genomen die juridisch niet correct is’. Iets wat Silvania ‘betreurt’.
Hij wijst er, evenals de Centrale Bank zelf al doet, op dat het 1 cent muntstuk een wettig betaalmiddel is. ,,Met andere woorden: de 1 cent munt kan niet uit circulatie worden genomen, zonder de nodige wijzigingen van de wet te hebben doorgevoerd”.
Tot slot wijst de minister er in het persbericht op dat in het verleden al is overwogen om de 1 cent uit circulatie te nemen, maar dat na een grondig onderzoek werd besloten dit pad niet te volgen, om de negatieve effecten met betrekking tot prijsverhogingen te voorkomen.