Plan bedrijfsleven drijft wig in onderhandelingen
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er is op dit moment geen alternatief voor financiële hulp dat tegelijkertijd duurzaam is, dan de optie die Nederland biedt.
Dat stelt Eugene Rhuggenaath (PAR) in een reactie naar de groep van ruim veertien belangenverenigingen in het bedrijfsleven die ervoor zouden willen kiezen direct gefinancierd te worden door Nederland om de coronagevolgen het hoofd te bieden. En omdat besprekingen met Nederland daarom van groot belang zijn, is hij het niet eens met het voorstel van de belangenverenigingen waardoor er een tweespalt komt in de besprekingen met Nederland. ,,Het is onwenselijk dat een ander land zich met onze economie gaat bemoeien en bedrijven gaat financieren en investeringen doet, zonder visie ten aanzien van de ontwikkeling van ons land. Dit zal ons niet helpen om op een dag zelfredzaam (self sustainable) te zijn.”
Het gesprek met Nederland is bedoeld om tot een overeenkomst te komen die voldoet aan de Curaçaose wetgeving, democratische en parlementaire principes (budgetrecht), autonomie (bevoegdheden) en het feit dat Curaçao een eigen verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de sociaaleconomische ontwikkeling. ,,Dat is onze verantwoordelijkheid als land, samen met de publieke en private sector”, aldus Rhuggenaath.
De premier geeft als voorbeeld van hoe die tweespalt zich kan ontwikkelen, de Nederlandse steun die nu via het Rode Kruis loopt, terwijl er al een eigen organisatie ‘in place’ was, namelijk de Voedselbank. ,,Het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) maakte een plan van aanpak binnen het bestaande systeem, met assistentie in fasen, van noodsteun met voedselpakketten naar het empoweren van mensen om zelfredzaam te worden. Dit is aan Nederland gepresenteerd, maar er is niets mee gedaan. Er is niet samengewerkt, er zijn geen gegevens uitgewisseld en we hebben een vertegenwoordiger van Nederland gezien (Raymond Knops, red.) die pakketten is gaan uitdelen in onze wijken”, zo klinkt wrang. Hij kan zich niet voorstellen dat de groep van veertien voor een dergelijke aanpak kiest, waarbij visie en maatschappelijke inbedding ontbreken.
Rhuggenaath wil graag tot een akkoord komen met Nederland over de voortgang en mogelijk zelfs vergroting van de financiële steun. Hij vindt duurzame samenwerking belangrijk waarbij ook reorganisatie en modernisering plaatsvindt van het investeringsklimaat en een structureel investeringsprogramma kan worden opgezet. ,,Dat is mogelijk als Nederland ook oor heeft naar de inhoud van wat wij bij verschillende gelegenheden naar voren hebben gebracht en de aandachtspunten van de Raad van Advies (RvA).”
Dat neemt niet weg dat hij het eens is met de groep over het feit dat de steun zoals die tot nu toe gegeven is met hulp van Nederland, onvoldoende is geweest en dat er nieuwe regelingen nodig zijn om de werkgelegenheid te behouden zoals de arbeidstijdverkorting (ATV) en andere subsidies waarmee bedrijven andere kosten kunnen blijven dragen zoals de huur en utiliteitsrekening. De wetgeving rond de ATV is zo goed als rond en het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) is bezig met het voorstel voor het instellen van een ‘garantiefonds financiering ondernemingen’ en een regeling Tegenmoetkoming Vaste Lasten (LTV).
De premier eindigt zijn brief naar de veertien belangenverenigingen met te stellen dat ‘het beter was geweest als’ het bedrijfsleven de samenwerking had gezocht met de regering om sterker te staan ten opzichte van Nederland. ,,Onze boodschap aan Nederland moet er een zijn vanuit een potentieel en niet vanuit een zwakte en wanhoop."
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.