Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De plannen hebben enkele jaren op de plank gelegen - sinds maart 2012, toen Hensley Koeiman (MAN) ook minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn was - maar nu ligt er dan werkelijk een wetsvoorstel op tafel van Koeiman over het verplichte basispensioen.
Het verplichte basispensioen is bedoeld voor ongeveer 30.000 werknemers die, als zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken, alleen afhankelijk zijn van een Algemene Ouderdomsverzekering (Aov).
De bedoeling is dat het pensioen per 1 januari 2020 ingaat en de premie gefaseerd toeneemt, waarbij in 2020 wordt begonnen met twee procent en de premie jaarlijks tot 2024 met één procent wordt verhoogd tot in totaal zes procent. In guldens gaat het om 15 miljoen gulden premieopbrengst in het eerste jaar, oplopend naar 45 miljoen in het vijfde jaar. In alle jaren is de helft van de premie een werkgeversaandeel en de andere helft wordt betaald door de werknemer.
De pensioenfondsen moeten 50 procent van de premie-inkomsten investeren in de lokale economie, zo wordt in de Memorie van Toelichting uitgelegd. Overigens wordt geadviseerd dat het verplichte basispensioen in concurrentie aangeboden wordt door de pensioenuitvoerders waarbij deze zich aan bepaalde basiseisen van het aan te bieden product moeten houden. Voor het gelijk lopen met de Aov wordt verder onderzocht in hoeverre de pensioenleeftijd gekoppeld wordt aan de Aov-leeftijd of geflexibiliseerd kan worden tussen 65 en 70 jaar.
Overigens heeft het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) onderzoek gedaan naar de effecten van de maatregelen en is de regering zich ervan bewust dat de maatregelen zullen leiden tot economische achteruitgang. Daarom zijn er enkele randvoorwaarden om het beleid succesvol te laten zijn. Uitgelegd wordt dat er een economische groei van 0,5 procent moet zijn om de negatieve economische effecten te kunnen compenseren. De verhoging van de loonkosten leiden naar een verlies van cumulatief 400 banen na vijf jaar. Maar een economische groei van 0,5 procent per jaar, resulteert in een toename van 200 arbeidsplaatsen per jaar, zo wordt aangevoerd.
Verder is het een randvoorwaarde van MEO dat het Nationale Ontwikkelingsplan (NDP) uitgevoerd wordt, waarbij vijf sectoren de prioriteit genieten: de toeristische sector, logistieke sector, creatieve sector, de internationale financiële dienstverlening en de raffinaderij.