Van onze correspondent
Amsterdam - Plaatsvervangend Gevolmachtigde minister Eunice Eisden heeft gisteren de 25e herdenking van de Bijlmerramp bijgewoond.
Zij legde namens de Curaçaose regering een krans bij het Groeiend Monument in de slagschaduw van ‘de boom die alles zag’.
Aruba werd vertegenwoordigd door de directeur van het Arubahuis Shandra John. Kransen werden er ook gelegd door onder meer staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Sharon Dijksma, het gemeentebestuur van Amsterdam en nabestaanden van de 43 slachtoffers - onder wie een tiental Antillianen/Arubanen die op 4 oktober 1992 om het leven kwamen toen een vracht-Boeing 747 van El Al zich in twee flats boorde.
De drukbezochte herdenking begon even na 17.00 uur in het CEC-gebouw in Amsterdam Zuidoost. Onder de aanwezigen bevond zich ook Ed van Thijn, destijds burgemeester in de hoofdstad, en tientallen hulpverleners van toen. Een van de sprekers was locoburgemeester Kajsa Ollongren: ,,Wij staan stil bij de 43 doden. En bij de mensen die de ramp hebben overleefd. Want niet alleen de flats bleven gehavend achter. De pijn van die vreselijke dag kan niemand wegnemen. Andere Amsterdammers kunnen wel delen in uw verdriet. En het litteken van de Bijlmerramp samen met u dragen.”
Staatssecretaris Dijksma: ,,Er zijn van die dagen die in ons geheugen gegrift staan. We weten nog precies waar we waren. Wat we deden. Met wie we waren. Dagen die we nooit vergeten. Zo’n dag is zondag 4 oktober 1992. Op de bank voor de televisie volgden we vol ongeloof, verbijstering en pijn in ons hart het nieuws. Bij daglicht wordt de ravage na de ramp pas goed duidelijk. Het gapende gat in de beide flats. De wond die is geslagen. De wond die later - veel later - zou helen tot een litteken.”
Maar dat litteken zal nooit weggaan, aldus de bewindsvrouw. ,,Voor velen van u is er een leven vóór en ná deze inktzwarte dag. In de dagen, maanden en jaren erna tonen de bewoners van de Bijlmer hun veerkracht en verbondenheid. Solidair in hun verdriet, saamhorig, schouder aan schouder. Ook vandaag zijn de bewoners van de Bijlmer weer één. Zijn we allen één; ongeacht onze afkomst, huidskleur of religie. Eén in de wijze waarop we respect tonen aan de slachtoffers. En in deze gezamenlijkheid putten we moed en kracht om door te gaan met ons leven. Zonder te vergeten.”
Na optredens van onder meer een schoolkoor begaven de aanwezigen zich in stille tocht naar plek die een kwart eeuw geleden van het ene op het andere moment in een alles verzengend inferno veranderde. Na het voorlezen van de namen van alle slachtoffers werd om precies zes over halfzeven, het tijdstip waarop het noodlot destijds toesloeg, een minuut stilte gehouden. Aansluitend werden kransen en bloemen gelegd.