Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Curaçao is met het plan om de panden van het Curaçaohuis te verkopen en het pand voor de nieuwe behuizing aan de Prinsegracht te kopen voor een fait accompli, een voldongen feit gesteld.
Aldus verantwoordelijk minister Zita Jesus-Leito (PAR) van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning tijdens de beantwoording van de vragen uit de eerste ronde van de Statenvergadering over de verkoop en koop van de panden van het Curaçaohuis. De bewindsvrouw gaf aan dat de panden verkocht moesten worden omdat zij naar het oordeel van de toenmalige Gevolmachtigde minister Marvelyne Wiels van Pueblo Soberano in slechte staat verkeerden. Nadat Wiels eind april 2014 de goedkeuring van de toenmalige premier Ivar Asjes van PS kreeg, huurde zij aan de Wagenaarweg 13 een pand om het kantoor onder te brengen. De twee panden aan de Badhuisweg zijn sinds april 2014 onbewoond gebleven. Wiels huurde ook aan de Wagenaarweg een pand als ambtswoning, waar zij tot haar vertrek in 2016 zat. ,,Zij liet de woning in deplorabele staat achter”, aldus Jesus-Leito.
Conform de wet zijn er voorwaarden voor de verkoop van landseigendommen. Het landsbelang moet met de verkoop gediend zijn en voor eigendommen met een waarde van meer dan 50.000 gulden is toestemming van de regering door middel van een landsverordening nodig. De Staten moeten akkoord gaan met de verkoop. Om de transactie, dus de verkoop mogelijk te maken, moet via een landsbesluit de machtiging voor de verkoop worden geregeld.
Het ministerie van Financiën heeft negatief geadviseerd over de koop van het pand aan de Prinsegracht. Dit ministerie adviseerde ook om eerst de panden aan de Badhuisweg te verkopen en daarna het pand aan de Prinsegracht te kopen. De toenmalige regering is desondanks met de koop akkoord gegaan terwijl de twee panden nog niet verkocht waren. Domeinbeheer, het ministerie van Financiën, de afdeling Wetgeving en Juridische Zaken, hebben advies uitgebracht over de koop en verkoop.
Marvelyne Wiels heeft zich vanaf het begin niet gehouden aan de vereiste procedures. ,,De procedure liep vanaf het begin verkeerd”, aldus Jesus-Leito in antwoord op vragen van partijgenoot Stephen Walroud. De kopers van de panden hebben na het vertrek van Wiels aan haar opvolger Eunice Eisden (MAN) gevraagd waarom het zo lang duurde voordat de panden verkocht konden worden. Jesus-Leito verklaarde ook dat de zaak van de verkoop van de panden niet door het interim-kabinet (van Gilmar ‘Pik’ Pisas, red.) is opgepakt. ,,Huidig Gevolmachtigde minister Anthony Begina (PAR) heeft in juni van dit jaar aan de kopers meegedeeld dat de koopovereenkomst ontbonden moest worden. Als Begina dat niet had gedaan, dan zou de overdracht van de panden per 15 juni van dit jaar ingaan zonder dat de Staten zich daarover hadden kunnen uitspreken”, aldus Jesus-Leito.
Het pand aan de Prinsegracht is gekocht zonder dat er een zogeheten technisch rapport over was. Wel is er een risico-evaluatie gedaan. De elektriciteitsvoorzieningen voldoen niet aan de normen en de beheersing van de temperatuur in het gebouw is niet optimaal. Ook bestaat er een vermoeden dat er in het pand aan de Prinsegracht, dat uit 1874 dateert, asbest aanwezig is. In de loop van de tijd zijn veel taxatierapporten over de panden aan de Badhuisweg verschenen, zo merkte de bewindsvrouw op naar aanleiding van vragen van Statenlid Gerrit Schotte (MFK). Dit heeft te maken met het feit dat er sinds 2007, toen er met de gedachte werd gespeeld om de panden te verkopen, de huizen per taxatie een andere waarde kregen. De regering wilde inzicht krijgen in de verschillende taxaties om meer inzicht te krijgen in de wisseling van de waarden. In 2007 werden de panden op 6.150.000 euro getaxeerd, in 2014 kwam een andere taxateur uit op een bedrag van 2.761.000 euro.
Statenlid Meindert ‘Menki’ Rojer van KdNT wilde van de minister weten of zij op grond van het dossier aanleiding ziet om aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie. Jesus-Leito antwoordde dat het dossier laat zien dat voormalig Gevolmachtigde minister Wiels zich niet aan verschillende wetten heeft gehouden. ,,Dat zijn zaken die niet goed aanvoelen”, aldus de minister. ,,Als er aangifte wordt gedaan dan moet dat gebaseerd zijn op feiten, anders is er sprake van een valse aangifte”, aldus de bewindsvrouw, die eraan toevoegde dat de Staten in staat zijn zelf te oordelen of er aangifte gedaan moet worden.