Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De meeste Statenleden grepen de centrale commissievergadering deze week over de concept-landsverordening gratis onderwijs aan om de kwaliteit van het onderwijs ter discussie te stellen. Leeflang bekritiseerde de wet en stelde vóór het gratis onderwijs te zijn, maar dan alleen voor die ouders die het echt niet kunnen betalen. ,,Er gaan met het gratis onderwijs, nog steeds kinderen met honger naar school”, zo voerde zij aan, ,,terwijl welgestelde ouders het uitgespaarde geld besteden aan privéonderwijs of extra’s als internet en tablets op school.” Andere Statenleden brachten naar voren dat er beter geld besteed kan worden aan de inhoud van het onderwijs. Winifred Raveneau (PS) gebruikte haar spreektijd om Leeflang als oud-minister van repliek te dienen. Dat de kwaliteit van het onderwijs zo slecht is heeft er volgens haar alles mee te maken dat Leeflang het funderend onderwijs invoerde, wat uiteindelijk maar deels gerealiseerd is. Het Papiaments als instructietaal is mislukt, de klassen zijn nooit kleiner geworden en er zijn ook nimmer klassenassistenten aangetrokken. De klustering van leeftijden en het gedifferentieerd onderwijs is ook mislukt en alles is eigenlijk bij het oude gebleven of weer naar het oude teruggedraaid. Raveneau, als vertegenwoordiger van Pueblo Soberano (PS) die het gratis onderwijs invoerde, stelt met klem: ,,Het gaat niet om gratis onderwijs, maar om vrij onderwijs.” Bijgestaan door partijgenoot Jaime Cordoba: ,,Het gratis onderwijs is nooit bedoeld geweest om discussie te voeren over de kwaliteit van het onderwijs, maar simpelweg om de toegang tot onderwijs voor iedereen gelijk te maken. Gratis onderwijs heeft de discriminatie op het fundamentele recht op onderwijs van een kind weggenomen.”
Andere Statenleden, waaronder Amerigó Thodé (MFK), grepen het onderwerp van de kwaliteit aan om de vraag te stellen waar de financiële prioriteiten liggen, namelijk: bij het financieel toegankelijker maken van het onderwijs voor alle leerlingen of bij de inhoud van het onderwijs, de kwaliteit van de leerkrachten en nieuwe onderwijsontwikkelingen die beter moeten aansluiten op waar de leerlingen vandaag de dag behoefte aan hebben? Rosaria verwoordde het zo: ,,De scholen zijn inhoudelijk niet gelijk. We doen niet genoeg aan de kwaliteit van het onderwijs zelf. Het is onacceptabel dat van bepaalde scholen in beton gegrift staat dat er alleen één leerling van die school naar havo gaat. Dit is pas ongelijkheid. Er moet een onderwijsachterstandsbeleid gemaakt worden.”
Glenn Sulvaran: ,,We steken miljoenen in het onderwijs en het levert nog niet het gewenste resultaat op. Er is een probleem met het systeem. We moeten dit wetenschappelijk onderzoeken.”
Hensley Koeiman (MAN) verwijst naar de eerste zin in de Memorie van Toelichting (MvT) bij het wetsvoorstel voor gratis onderwijs: ,,Het onderwijsbeleid van de regering heeft als doel om iedereen gelijke en vrije toegang te verschaffen tot kwalitatief goed onderwijs dat optimale mogelijkheden biedt om zich ten volle te ontwikkelen.” En stelt dan: ,,Hoezo kwalitatief goed onderwijs? Het is niet waar en kwalitatief goed onderwijs geldt in elk geval niet voor iedere school.”