Sint Maarten krijgt de toezegging dat
samenwerkingsprotocol van kracht blijft
Van onze correspondent
Den Haag - Nederland is bij de bestrijding van de corruptie op Sint Maarten toch bereid met de lokale autoriteiten samen te werken.
Dat blijkt uit een gezamenlijke schriftelijke verklaring na afloop van het overleg gisteravond in Den Haag van minister Dennis Richardson (Justitie) met zijn Nederlandse ambtgenoot Ard van der Steur (VVD) en minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij het gesprek - tijdens een diner op het departement - was ook procureur-generaal Guus Schram aanwezig.
Afwezig, maar wel de aanstichter van de gespannen verhoudingen tussen de regeringen van Sint Maarten en Nederland, was Gerard Bouman, de baas van de Nationale Politie. Hij verklaarde eind juli dat de 55 opsporingsfunctionarissen die Nederland de komende twee jaar op Sint Maarten wil stationeren als een volledig zelfstandige eenheid zullen opereren, aangestuurd vanuit Nederland.
Bouman voegde eraan toe dat hij daartoe had besloten omdat in het openbaar bestuur, maar ook in het Sint Maartense politiekorps niemand te vertrouwen is. Voor premier Marcel Gumbs reden om de ministers Van der Steur en Plasterk te melden dat het legertje agenten niet welkom is als - in strijd met het protocol dat Richardson en Plasterk op 24 mei hebben getekend - Nederland bij de weigering tot samenwerking blijft.
Van der Steur koos aanvankelijk de lijn van Bouman, die overigens ook in eigen land niet bekendstaat om zijn diplomatieke gaven. Plasterk liet evenwel de afgelopen dagen al doorschemeren dat wat hem betreft het samenwerkingsprotocol onverminderd van kracht is. Richardson maakte in de aanloop naar het overleg van gisteravond - onder meer in een interview met deze krant - duidelijk met niet minder genoegen te nemen dan de toezegging dat Nederland zich daadwerkelijk aan het protocol zal houden. Uit de gezamenlijke verklaring valt op te maken dat hij daarin zijn zin heeft gekregen.
