Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Voormalig Justitieminister, gedeputeerde en Statenlid David Dick van de PAR, heeft in het verleden geprobeerd om via Frente Sivil, Eugene Cleopa, die destijds nog lid was van de coalitiepartij MAN, zover te krijgen om het kabinet Schotte te laten vallen.
Dat is te lezen in een verklaring van de ex-politicus in de rectificatiezaak die ex-MFK Statenlid Dean Rozier aanspande tegen zijn voormalige partijgenoten Monique Koeyers-Felida, Gilmar ‘Pik’ Pisas en Rudney Garmes; het trio beschuldigde Rozier ervan hun geld te hebben aangeboden om de regering Schotte te laten vallen.
De verklaring van de voormalige PAR-politicus is in handen van het Antilliaans Dagblad. Daarin staat dat, via Frente Sivil, Dick heeft geprobeerd om het kabinet Schotte te laten vallen. Er zijn toen inspanningen richting een persoon gedaan van wie men het idee had dat hij welbeschouwd te eerlijk was om de regering te blijven steunen. Vanuit Frente Sivil zijn er aanvallen op Cleopa uitgevoerd en is er een beroep op zijn geweten gedaan. (Destijds zat Cleopa nog bij MAN, tegenwoordig is hij lid van de coalitiepartij PAIS, red.). Naar de mening van de voormalige politicus voor de PAR is het niet duidelijk of dit de reden is dat Cleopa de coalitie niet langer steunde, maar Cleopa verliet wel de coalitie.
In de verklaring stelt Dick ook dat MFK’er Pisas de regering van zijn eigen partij, MFK, omver wilde werpen. Kort voordat het kabinet Schotte viel, werd Dick door wijlen advocaat Gelmer Pieter benaderd. De twee spraken in het Rituals-café bij Goisco af. De advocaat had het over de wenselijkheid om het kabinet te laten vallen. Om dat te bereiken moest iemand uit de coalitie stappen. De naam van Pisas werd in dat verband genoemd. Hij was bereid om voor 500.000 gulden zijn steun aan de regering op te zeggen. Als tegenprestatie zou Pisas tot inspecteur of hoofdinspecteur van de politie gepromoveerd moeten worden. Met het intrekken van zijn steun aan het kabinet Schotte zou er een eind komen aan de politieke carrière van Pisas die al bij drie verschillende politieke partijen betrokken was.
Volgens Pieter had Pisas zich beklaagd over het feit dat leden van de partij, behalve hij, zich verrijkten. Het waren de ministers van de partij die zich verrijkten, de naam van Dean Rozier werd niet genoemd als een van de leden die zich verrijkten. Bij het gesprek tussen Dick en de advocaat concludeerden de twee snel dat het niet de juiste manier was om de regering te laten vallen. De ex-politicus zei ook nooit benaderd te zijn voor omkoping.
Volgens Dick was hij tijdens het gesprek met Pieter er niet van op de hoogte dat de advocaat lid was van de MFK en op de lijst stond. De voormalige minister zegt ook dat hij het optreden van de regering Schotte onacceptabel vond. Na de val van het kabinet werd Dick door Pisas op de radio ervan beschuldigd dat hij een stokje had gestoken voor diens promotie tot inspecteur. De PAR-man was daar zo verontwaardigd over dat hij Pieter daarover inlichtte en hem vroeg om dat aan Pisas door te geven. Dick ontkent dat hij betrokken was bij het lekken van informatie over de veiligheidsdienst VDC. De voormalige minister verklaarde zich niet te kunnen heugen dat hij als bewindsman de promotie van Pisas had getorpedeerd. Het kabinet Schotte was een bende, aldus de PAR-coryfee. De Statenvoorzitter gedroeg zich als een dictator terwijl de premier leugens rondstrooide.