Minister Jardim beantwoordt Statenvragen over aangifte miljoenenfraude.
Van een onze verslaggevers
Willemstad - Geen commissaris van de Girobank heeft ooit enige onregelmatigheden aan de minister van Financiën gerapporteerd, antwoordt minister José Jardim op Statenvragen naar aanleiding van publicaties in het Antilliaans Dagblad over aangifte bij het Openbaar Ministerie van strafbare feiten bij Giro.
Jardim kan zich niet vinden in de stelling van het Statenlid Gerrit Schotte van oppositiepartij MFK dat de Centrale Bank in het verleden zou hebben gefaald bij het toezicht, met een miljoenenfraude als gevolg.
Is er dan nog steeds geen reden voor zorgen over het gevoerde beleid van de president-directeur van de Centrale Bank? wilde Schotte van Jardim weten. ,,Gemeld dient te worden dat de minister zich niet in bovenstaande stelling kan vinden. Voor alle duidelijkheid dient gemeld te worden dat er pas tijdens dit kabinet een onderzoek is gedaan door PwC, welk onderzoek geleid heeft tot een vijftiental aanbevelingen die zich thans in de uitvoerende fase bevinden,” antwoordt Jardim.
Het zijn antwoorden op vragen van MFK in verband met publicaties over valsheid in geschrifte, oplichting en verduistering binnen de Girobank en naar de mening van Schotte ‘inefficiënt toezicht’ van de Centrale Bank CBCS op de Girobank. De vragen gingen over de aangifte tegen de ex-top - in het bijzonder twee voormalige directieleden die in de aangifte worden genoemd - van Giro, waar deze krant op 26 juni 2015 melding van maakte. Er zou sprake zijn geweest van ‘gefabriceerde leningen’.
Schotte wil weten of Jardim hiervan wel weet. ,,De minister is ingelicht over de indiening van een aangifte”, antwoordt de bewindsman. Op vragen van de MFK-leider hoe ‘ex-directeur E.G.’ (gedoeld wordt op Eric Garcia, red.) de aandelen overnam van voormalige Giro-eigenaar Totalbank en of het klopt dat deze gelden uit het buitenland kwamen, zegt Jardim: ,,De minister draagt hier geen kennis van.”
Is de herkomst van de gelden wel onderzocht, onder andere door het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT), vraagt Schotte, die in de strafzaak Babel waarin hij als hoofdverdachte geldt zelf ook te maken kreeg met MOT-meldingen. Heeft het MOT wel zijn werk gedaan? wil hij weten.
,,Indien en voor zover er zich in het door de MFK-fractie genoemde geval één of meer meldingen door een dienstverlener van ongebruikelijke transacties heeft voorgedaan aan het MOT en er een bevraging is geweest door een opsporingsorganisatie in verband met bij de transactie betrokken (natuurlijke of rechts-)personen, dan zal het MOT conform artikel 6 Landsverordening MOT actie hebben ondernomen”, zegt Jardim.
En: ,,Het MOT kan in voorkomende gevallen ook uit eigen beweging besluiten om een onderzoek in te stellen of in het register aanwezige gemelde ongebruikelijke transacties mogelijk verdachte transacties als bedoeld in artikel 6 Landsverordening MOT zijn. Indien zodanig eigen onderzoek resultaten oplevert, zal het MOT deze informatie doormelden aan de bevoegde opsporings- en vervolgingsinstantie.”