Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Bestuursvoorzitter Jorge Cuartas van de stichting Punda Then and Now hoopt dat op de valreep een financier zich aanmeldt, waardoor het Punda Museum voor het centrum van de stad behouden blijft.
Dat heeft Cuartas in gesprek met deze krant verklaard. Door financiële problemen kan de stichting niet meer aan haar financiële verplichtingen voldoen en is het genoodzaakt om het museum te sluiten. Gisteren was het museum voor het laatst geopend.
,,Het doek valt veel te vroeg voor het museum, afgaand op de bezoekersaantallen, de aandacht van buitenlandse media, had het museum alles in zich om een topattractie te worden, maar het heeft wel tijd nodig. De bezoekersaantallen waren voor een pas geopend museum bijzonder gunstig.” Volgens Cuartas heeft het museum de afgelopen maanden bewezen dat het bestaansrecht heeft, zowel lokale als buitenlandse bezoekers waren enthousiast erover. ,,Een initiatief als het Punda Museum moet wel door iedereen gedragen worden, wil het tot een topattractie uitgroeien. Het heeft de volledige steun nodig van bijvoorbeeld het DMO en alle ondernemers uit de stad nodig. Overigens zijn er ondernemers die het museum heel goed hebben gesteund.”
Het museum is in een pand van George Samander in de Hanchi Snoa gevestigd. ,,Het bestuur wil niets liever dan in Punda blijven, van Sambil hebben we het aanbod gekregen om op een toplocatie in het winkelcentrum het museum gratis onder te brengen. Het hoort in hartje stad thuis maar als wij moeten kiezen tussen helemaal opdoeken of naar een locatie buiten de stad uitwijken, kiezen wij voor het laatste.”
In de eerste zes maanden van dit jaar bezochten 1.416 mensen het museum, daarvan waren 997 bewoners van het eiland zelf. In totaal bezochten 419 toeristen het museum, 82 procent van dat aantal bestond uit de zogeheten ‘stay over’ toeristen.
De Tripadvisor omschreef het museum als ‘one of the things to do’ als de toerist Curaçao bezoekt. Buitenlandse journalisten die te gast waren bij het Curaçao Tourist Board (CTB), werden door het CTB naar het museum gebracht. Cuartas omschrijft zijn werk bij het museum als ‘de baan met de hoogste voldoeningsgraad’ die hij ooit heeft gehad. ,,Lokale bezoekers waren trots op het museum en blij dat ze daar een deel van de eigen geschiedenis weer konden herbeleven. Zo werden mensen emotioneel toen ze Boekhandel Salas op de maquette zagen staan. Andere bezoekers dreunden in het museum de namen op van alle bekende winkels die je vroeger in de stad had, Casa Cohen, La Ganga, Spritzer & Fuhrmann, noem maar op. Wij hebben hier kinderen gehad die uit nieuwsgierigheid naar het museum kwamen, later namen ze hun vriendjes en vriendinnetjes mee. Jongeren waren ook erin geïnteresseerd, hun interesse stond haaks op het beeld dat ze geen belangstelling voor dit soort dingen zouden hebben.”
Alle spullen van het museum zijn nu zorgvuldig ingepakt en opgeborgen. Cuartas heeft nog steeds grootse plannen met het museum om het tot een topattractie te maken. Hij ziet in de toekomst genoeg mogelijkheden om kunstexposities, filmvoorstellingen en andere culturele activiteiten in het museum te organiseren. ,,Het is een kwestie van geld en tijd om een topattractie neer te zetten. Wij zijn nog in gesprek met een paar potentiële financiers, het museum is nog te redden maar dan moet er wel snel een wonder gebeuren.”